Documenteren met prentenboeken
2. Documenteren aan de hand van prentenboeken: Hoe?
Vertrekpunten…
- Talenten van de leraar
Bv ‘Hoe kan ik kleuters boeien met weetjes over planten?’
- Interesses van de kleuters
Bv ‘Hoe kan ik werken rond kriebelbeestjes? Wat kan ik kleuters
allemaal aanreiken?’
- Noden van de kleuters
Bv ‘Hoe kan ik kleuters meer oefenkansen geven op het vlak van
wiskunde?’
Bv ‘Hoe kan ik speels werken rond de grote motoriek?’
- Troeven van de omgeving
Bv ‘Hoe kan ik kleuters muzisch aan de slag laten gaan met
natuurlijke materialen?’
- Troeven van de materialen
- Troeven van de actualiteit
- Doelen
Waarom zou je documenteren met prentenboeken
- Antwoorden op bepaalde vragen
o Hoe pak ik dit thema nu aan?
o Hoe beleven of ervaren kleuters dat thema?
- Een ander, onverwacht perspectief bieden om naar een thema of
een vertrekpunt te kijken
- Kansen bieden om op een speelse manier rond je vertrekpunt of
thema te werken
2.9 Samengevat – voorbeeld kunnen geven
Voorbeeld (2.8):
Ik wil kleuters meer oefenkansen bieden op het vlak van wiskunde. Hierbij
kan ik ook gebruik maken van prentenboeken, want prentenboeken tonen
kinderen werelden die zij graag binnenstappen.
Je kan rekenactiviteiten plaatsen in de context van dit verhaal en zo
ervaren de kleuters dat rekenen een relevant vakgebied is.
, Van impressie naar expressie met een
prentenboek
2. Impressie: een prentenboek vertellen
2.1 Inleiding
Primaire hulpmiddelen
- Paraverbale
begeleiden de taal op niveau van stem & spraak: intonatie, tempo
& articulatie
= hoorbare taalexpressie
- Non-verbale
begeleiden de taal op niveau van lichaamshouding & beweging:
mimiek, gebaren, houdingen, handelingen = zichtbare expressie
Secundaire hulpmiddelen
= middelen buiten jezelf die je aanwendt om een verhaal te ondersteunen,
te concretiseren, begrijpelijker te maken
- Prenten(boek)
- Kamishibai
- Alternatief vertellen
2.2 Vertellend voorlezen: kamishibai
2.2.1 een stukje geschiedenis
Letterlijke vertaling:
- Kami = ‘papier’
- Shibai = ‘drama’
Stukje geschiedenis:
- In Tokio reden zo’n 3000 kamishibai-vertellers rond met een
vertelkastje en snoep op hun bagagedrager
- Ze trokken aandacht met trommels of kleppers en verkochten snoep
aan kinderen
- Verhalen eindigden vaak op een spannend moment, zodat kinderen
terugkwamen
- Sommige verhalen liepen jarenlang door
2.2.2 Kamishibai in de klas
Hoe vertel je met een kamishibai?
, - Alle tekeningen in juiste volgorde in theater
- Verplaatsen naar achter, tekst op deze prent hoort bij de volgende
prent
Hoeveel kamishibai platen?
- Peuters: 8 platen
- Oudere kleuters: 12 of meer, nooit meer dan 16
Wegtrektechnieken kamishibai
- Platen wegtrekken en vanachter terugsteken, vertellen bij
stilstaande prent
- Snel, traag of maar half wegtrekken
Tips voor het vertellen met een kamishibai
- Gebruik gordijntje dat je toe doet als je de prenten verwisselt, zo
krijg je nooit een leeg kader
- Kijk af en toe in het kastje
- Maak oogcontact met de toehoorders
- Ga in interactie maar verlies de draad niet
- Gebruik lichte stemveranderingen en gezichtsuitdrukkingen om het
verhaal te ondersteunen
- Wordt minder expressief als de concentratie naar jou komt in plaats
van naar het kastje
2.2.3 Leesbevorderaar Daniële Daniels aan het woord
Vertellen of voorlezen?
- Spreektaal
o Kamishibai = hulpmiddel om interactief te vertellen of voor te
lezen
o Inspelen op spontane reacties van kinderen
o Gerichte open vragen stellen over verhaal
o Kinderen laten voorspellen hoe het verhaal afloopt
o Verteller = brug tussen verhaal & luisteraars
o Betrek publiek bij verhaal, zo werk je aan het wij-gevoel
- Boekentaal
o Tekst voorlezen zoals de schrijver die heeft neergepend
o Tekst te lang? Te moeilijk? Je kan ook vertellen bij de platen
o Ruimte om verhaal vaker te vertellen? Ga geleidelijk aan meer
naar de originele tekst, zo werk je aan taalontwikkeling
Interactief voorlezen
- Bevordert ‘begrijpend luisteren’ = luistervaardigheid
(actief denken & betekenis verlenen)
2. Documenteren aan de hand van prentenboeken: Hoe?
Vertrekpunten…
- Talenten van de leraar
Bv ‘Hoe kan ik kleuters boeien met weetjes over planten?’
- Interesses van de kleuters
Bv ‘Hoe kan ik werken rond kriebelbeestjes? Wat kan ik kleuters
allemaal aanreiken?’
- Noden van de kleuters
Bv ‘Hoe kan ik kleuters meer oefenkansen geven op het vlak van
wiskunde?’
Bv ‘Hoe kan ik speels werken rond de grote motoriek?’
- Troeven van de omgeving
Bv ‘Hoe kan ik kleuters muzisch aan de slag laten gaan met
natuurlijke materialen?’
- Troeven van de materialen
- Troeven van de actualiteit
- Doelen
Waarom zou je documenteren met prentenboeken
- Antwoorden op bepaalde vragen
o Hoe pak ik dit thema nu aan?
o Hoe beleven of ervaren kleuters dat thema?
- Een ander, onverwacht perspectief bieden om naar een thema of
een vertrekpunt te kijken
- Kansen bieden om op een speelse manier rond je vertrekpunt of
thema te werken
2.9 Samengevat – voorbeeld kunnen geven
Voorbeeld (2.8):
Ik wil kleuters meer oefenkansen bieden op het vlak van wiskunde. Hierbij
kan ik ook gebruik maken van prentenboeken, want prentenboeken tonen
kinderen werelden die zij graag binnenstappen.
Je kan rekenactiviteiten plaatsen in de context van dit verhaal en zo
ervaren de kleuters dat rekenen een relevant vakgebied is.
, Van impressie naar expressie met een
prentenboek
2. Impressie: een prentenboek vertellen
2.1 Inleiding
Primaire hulpmiddelen
- Paraverbale
begeleiden de taal op niveau van stem & spraak: intonatie, tempo
& articulatie
= hoorbare taalexpressie
- Non-verbale
begeleiden de taal op niveau van lichaamshouding & beweging:
mimiek, gebaren, houdingen, handelingen = zichtbare expressie
Secundaire hulpmiddelen
= middelen buiten jezelf die je aanwendt om een verhaal te ondersteunen,
te concretiseren, begrijpelijker te maken
- Prenten(boek)
- Kamishibai
- Alternatief vertellen
2.2 Vertellend voorlezen: kamishibai
2.2.1 een stukje geschiedenis
Letterlijke vertaling:
- Kami = ‘papier’
- Shibai = ‘drama’
Stukje geschiedenis:
- In Tokio reden zo’n 3000 kamishibai-vertellers rond met een
vertelkastje en snoep op hun bagagedrager
- Ze trokken aandacht met trommels of kleppers en verkochten snoep
aan kinderen
- Verhalen eindigden vaak op een spannend moment, zodat kinderen
terugkwamen
- Sommige verhalen liepen jarenlang door
2.2.2 Kamishibai in de klas
Hoe vertel je met een kamishibai?
, - Alle tekeningen in juiste volgorde in theater
- Verplaatsen naar achter, tekst op deze prent hoort bij de volgende
prent
Hoeveel kamishibai platen?
- Peuters: 8 platen
- Oudere kleuters: 12 of meer, nooit meer dan 16
Wegtrektechnieken kamishibai
- Platen wegtrekken en vanachter terugsteken, vertellen bij
stilstaande prent
- Snel, traag of maar half wegtrekken
Tips voor het vertellen met een kamishibai
- Gebruik gordijntje dat je toe doet als je de prenten verwisselt, zo
krijg je nooit een leeg kader
- Kijk af en toe in het kastje
- Maak oogcontact met de toehoorders
- Ga in interactie maar verlies de draad niet
- Gebruik lichte stemveranderingen en gezichtsuitdrukkingen om het
verhaal te ondersteunen
- Wordt minder expressief als de concentratie naar jou komt in plaats
van naar het kastje
2.2.3 Leesbevorderaar Daniële Daniels aan het woord
Vertellen of voorlezen?
- Spreektaal
o Kamishibai = hulpmiddel om interactief te vertellen of voor te
lezen
o Inspelen op spontane reacties van kinderen
o Gerichte open vragen stellen over verhaal
o Kinderen laten voorspellen hoe het verhaal afloopt
o Verteller = brug tussen verhaal & luisteraars
o Betrek publiek bij verhaal, zo werk je aan het wij-gevoel
- Boekentaal
o Tekst voorlezen zoals de schrijver die heeft neergepend
o Tekst te lang? Te moeilijk? Je kan ook vertellen bij de platen
o Ruimte om verhaal vaker te vertellen? Ga geleidelijk aan meer
naar de originele tekst, zo werk je aan taalontwikkeling
Interactief voorlezen
- Bevordert ‘begrijpend luisteren’ = luistervaardigheid
(actief denken & betekenis verlenen)