, Introductie Kunstzinnige oriëntatie
2020-2021
Naam student:
Studentennummer:
Klas:
Docenten:
Datum van inleveren: 28-01-2021
2
,Voorwoord
Voor u ligt mijn bewijsdossier van ‘Introductie Kunstzinnige oriëntatie’. Ik ben eerste jaar Pabo
student en dit is een opdracht vanuit Pabo Alkmaar voor de eerste twee periodes van leerjaar 1.
In dit verslag maak ik kennis met de kunstvakken op de Pabo.
Het ontwerpen en geven van mijn lessen heb ik met veel plezier en enthousiasme gedaan. Ik
kreeg veel vrijheid waardoor ik mezelf kon ontwikkelen. De lessen geven en ontwerpen ging mij
goed af. Alleen het schrijven van dit verslag vond ik soms lastig omdat ik niet altijd de opdracht
begreep.
Tot slot wil ik de volgende personen bedanken die mij geholpen hebben tijdens het
voorbereiden en geven van mijn lessen. Mijn praktijkbegeleider Naam voor haar feedback op
mijn gegeven lessen en de vrijheid die ik kreeg tijdens het ontwerpen van mijn lessen. De
vakdocenten op de Pabo voor hun inspirerende lessen/lesideeën en Naam (1e jaars
Pabostudent) voor zijn feedback op mijn verslag.
Naam:
28-01-2021
Plaats:
3
,Inhoudsopgave
Voorwoord.............................................................................................................................................3
1. Inleiding..............................................................................................................................................5
2. Verklaring vormvereisten...................................................................................................................6
3. Verwijswijzer......................................................................................................................................7
4. Leeruitkomst 1....................................................................................................................................9
4.1 Indicator 1: Een verwoording van wat het effect is van leerkrachtcommunicatie op de
dynamiek van de groep en wat er met de leerlingen gebeurt tijdens een kunstzinnige activiteit:...9
4.2 Indicator 2: Een verwoording van hoe de eigen vaardigheid van de docent van invloed is op de
activiteit:..........................................................................................................................................10
4.3 Indicator 3: Een vergelijking van de toegepaste didactiek met de in de vakliteratuur beschreven
didactiek: ........................................................................................................................................10
4.4 Indicator 4: Een in kaart brenging van het kunstprofiel van de stageschool en een vergelijking
van dit kunstprofiel met de ervaren activiteit:.................................................................................11
4.5 Indicator 5: Een vergelijk van mijn ervaring met betrekking tot de organisatie van de les,
materiaal in de les, de inhoud van de les en de dynamiek van de les van de kunstzinnige activiteit
met de literatuur en de lessen van de opleiding:.............................................................................11
5. Leeruitkomst 2..................................................................................................................................12
5.1 Indicator 1: Ik maak zichtbaar wat per kunstvak mijn startniveau is aan de hand van de
instapopdracht ‘Mijn KO-Skills’ en de kennisbasis kunstzinnige oriëntatie:.....................................12
5.2 Indicator 2: Een concreet plan om per kunstvak bepaalde vaardigheden te ontwikkelen voor de
toekomst:........................................................................................................................................12
5.3 Indicator 3: De voorbereiding getroffen in het kader van eigen vaardigheden nodig om de
lesactiviteit goed te kunnen geven:.................................................................................................13
5.4 Indicator 4: Ik voer per kunstvak een activiteit uit die voor mij haalbaar is en toch een nieuwe
ervaring biedt:.................................................................................................................................13
5.5 Indicator 5: Een verwoording, gebruikmakend van leerwerktaak 2, hoe met effectieve
leerkrachtcommunicatie de les wordt beïnvloed:............................................................................13
5.6 Indicator 6: Ik maak de geleerde eigen vaardigheid ten behoeve van de gedane activiteit
zichtbaar en/of hoorbaar: ..............................................................................................................14
5.7 Indicator 7: Een reflectie op de toegepaste eigen vaardigheden en aantoning van gemaakte
ontwikkeling:...................................................................................................................................14
5.8 Indicator 8: Ik breng in kaart wat er vakspecifiek per kunstvak nodig is van mij, van de ruimte,
de materialen en mijn organisatie en benoem hierin ontwikkelpunten:..........................................15
5.9 Indicator 9: Ik maak zichtbaar wat ‘het durven’ heeft opgeleverd bij mijzelf en bij de leerlingen;
........................................................................................................................................................16
4
, 6. Leeruitkomst 3..................................................................................................................................17
6.1 Indicator 1: Een verantwoording van de keuze om een kunstzinnige activiteit opnieuw te geven
aan de hand van jouw ervaring en de feedback van de praktijkbegeleider;....................................17
6.2 Indicator 2: Een verantwoording van concrete doelen met betrekking tot de te geven activiteit:
........................................................................................................................................................17
6.3 Indicator 3: Een bewijsvoering van mijn ontwikkeling op dit doel door deze hoor- en/of
zichtbaar te maken:.........................................................................................................................17
Bronnenlijst..........................................................................................................................................18
Bijlage 1: Mijn KO-skills.........................................................................................................................19
Bijlage 2: Lesopzet dans + feedback.....................................................................................................23
Bijlage 3: Lesopzet muziek + Feedback.................................................................................................24
Bijlage 4: Lesopzet drama + Feedback..................................................................................................25
Bijlage 5: Lesopzet beeldende vorming + Feedback.............................................................................26
Bijlage 6: Leerwerktaak 2......................................................................................................................27
Bijlage 7: Collage eigen ervaring...........................................................................................................31
Bijlage 8: Lesvoorbereidingsformulier dansen......................................................................................32
1. Inleiding
Om erachter te komen wat het begrip ‘kunstzinnige oriëntatie’ inhoudt heb ik de literatuur
bestudeerd, mijn praktijkbegeleider geobserveerd tijdens een kunstzinnige activiteit en daarna
heb ik lessen gegeven in de vakken: Dans, drama, muziek en beeldende vorming. De bronnen die
ik geraadpleegd heb kunt in vinden in de bronnenlijst.
De leeruitkomsten waar ik in dit bewijsdossier aan heb gewerkt zijn:
1. Ervaren en verwoorden wat de rol van de leerkracht in, en het effect is op de groep
tijdens een kunstzinnige activiteit (dans, drama, muziek of beeldende vorming) in de
praktijk. Vergelijken van de toegepaste didactiek in de praktijk met die beschreven
vakdidactiek in de literatuur en het in kaart brengen van het kunstprofiel op school
en een reflectie daarop.
2. Het durven geven van een activiteit dans, drama, muziek en beeldende vorming die
mij nieuwe ervaringen biedt en mijn reflectie daarop.
3. Het ontwikkelen op grond van ervaringen met de gegeven activiteiten , een
vakspecifieke didactiek, organisatie of eigen vaardigheid, en die toepassen in een
nieuwe activiteit voor dans, drama, muziek of beeldende vorming.
In dit bewijsdossier laat ik u zien wat mijn beginsituatie is, hoe ik mijn eigen vaardigheid per
vakgebied ontwikkel en hoe ik dat heb laten zien in de praktijk.
In de verwijswijzer wordt verwezen naar de verschillende bijlages en pagina’s die de
leeruitkomsten onderbouwen.
5
2020-2021
Naam student:
Studentennummer:
Klas:
Docenten:
Datum van inleveren: 28-01-2021
2
,Voorwoord
Voor u ligt mijn bewijsdossier van ‘Introductie Kunstzinnige oriëntatie’. Ik ben eerste jaar Pabo
student en dit is een opdracht vanuit Pabo Alkmaar voor de eerste twee periodes van leerjaar 1.
In dit verslag maak ik kennis met de kunstvakken op de Pabo.
Het ontwerpen en geven van mijn lessen heb ik met veel plezier en enthousiasme gedaan. Ik
kreeg veel vrijheid waardoor ik mezelf kon ontwikkelen. De lessen geven en ontwerpen ging mij
goed af. Alleen het schrijven van dit verslag vond ik soms lastig omdat ik niet altijd de opdracht
begreep.
Tot slot wil ik de volgende personen bedanken die mij geholpen hebben tijdens het
voorbereiden en geven van mijn lessen. Mijn praktijkbegeleider Naam voor haar feedback op
mijn gegeven lessen en de vrijheid die ik kreeg tijdens het ontwerpen van mijn lessen. De
vakdocenten op de Pabo voor hun inspirerende lessen/lesideeën en Naam (1e jaars
Pabostudent) voor zijn feedback op mijn verslag.
Naam:
28-01-2021
Plaats:
3
,Inhoudsopgave
Voorwoord.............................................................................................................................................3
1. Inleiding..............................................................................................................................................5
2. Verklaring vormvereisten...................................................................................................................6
3. Verwijswijzer......................................................................................................................................7
4. Leeruitkomst 1....................................................................................................................................9
4.1 Indicator 1: Een verwoording van wat het effect is van leerkrachtcommunicatie op de
dynamiek van de groep en wat er met de leerlingen gebeurt tijdens een kunstzinnige activiteit:...9
4.2 Indicator 2: Een verwoording van hoe de eigen vaardigheid van de docent van invloed is op de
activiteit:..........................................................................................................................................10
4.3 Indicator 3: Een vergelijking van de toegepaste didactiek met de in de vakliteratuur beschreven
didactiek: ........................................................................................................................................10
4.4 Indicator 4: Een in kaart brenging van het kunstprofiel van de stageschool en een vergelijking
van dit kunstprofiel met de ervaren activiteit:.................................................................................11
4.5 Indicator 5: Een vergelijk van mijn ervaring met betrekking tot de organisatie van de les,
materiaal in de les, de inhoud van de les en de dynamiek van de les van de kunstzinnige activiteit
met de literatuur en de lessen van de opleiding:.............................................................................11
5. Leeruitkomst 2..................................................................................................................................12
5.1 Indicator 1: Ik maak zichtbaar wat per kunstvak mijn startniveau is aan de hand van de
instapopdracht ‘Mijn KO-Skills’ en de kennisbasis kunstzinnige oriëntatie:.....................................12
5.2 Indicator 2: Een concreet plan om per kunstvak bepaalde vaardigheden te ontwikkelen voor de
toekomst:........................................................................................................................................12
5.3 Indicator 3: De voorbereiding getroffen in het kader van eigen vaardigheden nodig om de
lesactiviteit goed te kunnen geven:.................................................................................................13
5.4 Indicator 4: Ik voer per kunstvak een activiteit uit die voor mij haalbaar is en toch een nieuwe
ervaring biedt:.................................................................................................................................13
5.5 Indicator 5: Een verwoording, gebruikmakend van leerwerktaak 2, hoe met effectieve
leerkrachtcommunicatie de les wordt beïnvloed:............................................................................13
5.6 Indicator 6: Ik maak de geleerde eigen vaardigheid ten behoeve van de gedane activiteit
zichtbaar en/of hoorbaar: ..............................................................................................................14
5.7 Indicator 7: Een reflectie op de toegepaste eigen vaardigheden en aantoning van gemaakte
ontwikkeling:...................................................................................................................................14
5.8 Indicator 8: Ik breng in kaart wat er vakspecifiek per kunstvak nodig is van mij, van de ruimte,
de materialen en mijn organisatie en benoem hierin ontwikkelpunten:..........................................15
5.9 Indicator 9: Ik maak zichtbaar wat ‘het durven’ heeft opgeleverd bij mijzelf en bij de leerlingen;
........................................................................................................................................................16
4
, 6. Leeruitkomst 3..................................................................................................................................17
6.1 Indicator 1: Een verantwoording van de keuze om een kunstzinnige activiteit opnieuw te geven
aan de hand van jouw ervaring en de feedback van de praktijkbegeleider;....................................17
6.2 Indicator 2: Een verantwoording van concrete doelen met betrekking tot de te geven activiteit:
........................................................................................................................................................17
6.3 Indicator 3: Een bewijsvoering van mijn ontwikkeling op dit doel door deze hoor- en/of
zichtbaar te maken:.........................................................................................................................17
Bronnenlijst..........................................................................................................................................18
Bijlage 1: Mijn KO-skills.........................................................................................................................19
Bijlage 2: Lesopzet dans + feedback.....................................................................................................23
Bijlage 3: Lesopzet muziek + Feedback.................................................................................................24
Bijlage 4: Lesopzet drama + Feedback..................................................................................................25
Bijlage 5: Lesopzet beeldende vorming + Feedback.............................................................................26
Bijlage 6: Leerwerktaak 2......................................................................................................................27
Bijlage 7: Collage eigen ervaring...........................................................................................................31
Bijlage 8: Lesvoorbereidingsformulier dansen......................................................................................32
1. Inleiding
Om erachter te komen wat het begrip ‘kunstzinnige oriëntatie’ inhoudt heb ik de literatuur
bestudeerd, mijn praktijkbegeleider geobserveerd tijdens een kunstzinnige activiteit en daarna
heb ik lessen gegeven in de vakken: Dans, drama, muziek en beeldende vorming. De bronnen die
ik geraadpleegd heb kunt in vinden in de bronnenlijst.
De leeruitkomsten waar ik in dit bewijsdossier aan heb gewerkt zijn:
1. Ervaren en verwoorden wat de rol van de leerkracht in, en het effect is op de groep
tijdens een kunstzinnige activiteit (dans, drama, muziek of beeldende vorming) in de
praktijk. Vergelijken van de toegepaste didactiek in de praktijk met die beschreven
vakdidactiek in de literatuur en het in kaart brengen van het kunstprofiel op school
en een reflectie daarop.
2. Het durven geven van een activiteit dans, drama, muziek en beeldende vorming die
mij nieuwe ervaringen biedt en mijn reflectie daarop.
3. Het ontwikkelen op grond van ervaringen met de gegeven activiteiten , een
vakspecifieke didactiek, organisatie of eigen vaardigheid, en die toepassen in een
nieuwe activiteit voor dans, drama, muziek of beeldende vorming.
In dit bewijsdossier laat ik u zien wat mijn beginsituatie is, hoe ik mijn eigen vaardigheid per
vakgebied ontwikkel en hoe ik dat heb laten zien in de praktijk.
In de verwijswijzer wordt verwezen naar de verschillende bijlages en pagina’s die de
leeruitkomsten onderbouwen.
5
