100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting neurologie - prof. Wim Vandenberghe

Rating
-
Sold
-
Pages
128
Uploaded on
24-12-2025
Written in
2025/2026

alle lessen en hoofdstukken uit het boek in een samenvatting

Institution
Course

















Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
December 24, 2025
Number of pages
128
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

Samenvatting Neurologie
Prof. Wim Vandenberghe


INLEIDING




KRACHT
• Nodig voor kracht:
o Hoger (centraal) motorneuron
o Lager motorneuron
o Skeletspier
• Verlies van kracht:
o Parese = gedeeltelijk krachtsverlies
o Paralyse = volledige verlamming

Hoger motorneuron
• Cellichamen in cerbrale cortex
o Frontale kwab onmiddellijk rostraal van sulcus centralis
o Somatotopisch georganiseerd (motorische homunculus)
▪ Been mediaal
▪ Romp, arm en hoofd lateraal

,• Deel stuurt axonen naar ruggenmerg
= corticospinale (= piramidale) baan
o Axonen convergeren via corona radiata naar
achterste been capsula interna
▪ Via pedunculus cerbri, pons en pyramis
naar ruggenmerg
o Uitsluiteend beïnvloeding van motoriek van de
contralaterale lichaamshelft
o 85% van corticospinale vezels kruist de
middelijn bij overgang verlengd merg naar
ruggenmerg
= tractus corticospinalis
o 15% kruisen pas op segmentaal niveau
= tractus corticospinalis anterior




• Deel stuurt axonen naar motorische kernen craniale zenuwen
= corticobulbaire baan
o Bilaterale bezenuwing:
▪ Kauwspieren (n. V)
▪ Farynx- en larynxspieren (n. IX en X)
▪ Spieren bovenste ½ gelaat (n.VII)
• M. frontalis en m. orbicularis oculi (fronsen en
ogen sluiten)
o Unilaterale bezenuwing:
▪ Tongspieren (n. XII)
▪ Spieren onderste helft van gelaat (n. VII)
• Vb facialisparese:

,Lager motorneuron
• Cellichamen in motorische kernen van craniale zenuwen en in voorhoorn van ruggenmerg
• Axonen van spinale motorneuronen via voorste wortel, plexus en perifere zenuw naar skeletspier

Spier
• Motorneuron innerveert meerdere spiervezels
• Spieren met zeer nauwkeurig gedoseerde bewegingen → kleine motorische eenheden
• Neuromusculaire junctie = synaps tussen motorneuron en spiervezel
o Axonuiteinde zet acetylcholine vrij dat bindt aan receptor (nicotinereceptor) van
postsysnaptische spiervezelmembraan (= motorische eindplaat)
▪ Door activering van receptor depolariseert emmebraan en ontstaat
eindpotentiaal
▪ Bij overschreiding van drempel ontstaat actiepotentiaal → spier contraheert




Reflexen
Peesreflexen
= osteotendineuze reflexen = spierrekikngsreflexen = proprioceptieve reflexen

• Plotse uitrekking van spier → spierspoeltjes plots uitgerekt → afferente impus naar ruggenmerg
→ lagere motorneuronen doen spier samentrekken
• Monosynaptisch reflex dat via sensibel afferent en motorisch efferent neuron loopt
• Afdalende banen uit cerebrale → inhiberende invloed

, • Klinisch belangrijkste peesreflexen:




Exteroreceptieve reflexen
• Uitgelokt door tactiele stimulus op huid = huidreflex of door optische stimulus (pupilreflex)
o Polysynaptisch reflex
• Huidreflexen:
o Voetzoolreflex
▪ Met in 2 gebroken tongspatel lateraal aan hiel strijken richting de
kleine teen en dan afbuigen onder andere tenen en stoppen aan
grote teen
▪ Normale respons: plantaire flexie van grote teen (= 1ste beweging)
o Buikhuidreflex
▪ Strijken met tongspatel over buik van lateraal naar navel
▪ Normale respons: korte kleine beweging van navel richting stimulus
o Cremasterreflex
▪ Strijken over mediale zijde van bovenbeen, halfweg tussen lies en knie beginnen
richting lies
▪ Normale respons: ipsilaterale optrekking van de testis

,Klinische gevolgen van aantasting hoger, lager motorneuron/spier
Letsel van een hoger motorneuron
• Krachtsvermindering
• Hyperreflexie van peesreflex
o Letsel corticospinale baan
▪ Biceps-, triceps-, kniepees- of achillespeesreflexen
▪ Teken van Hoffmann-Trömner
• Met duim drukken op eindkootje middenvinger en met eigen wijsvinger de
middenvinger van pt. ondersteunen
• Positief teken is bij opheffen van druk met duim, de ipsilaterale duim en
wijsvinger naar elkaar toe bewegen (pinetbeweging)
o Letsel corticobulbaire baan
▪ Masseterreflex
• Onderkaak aantikken en masseter trekt samen
• Verandering in huidreflex
o Letsel corticospinale baan
▪ Voetzoolreflex in extensie (= teken van Babinski)
▪ Buikhuidreflex + cremasterreflex verlaagd of ontbrekend
o Letsel corticobulbaire baan
▪ Snoutreflex
▪ Palmomentale reflex
• Hypertonie van spastische type:
▪ = pyramidaalsyndroom
▪ 1. Niet even uitgesproken in flexoren en extensoren (antagonistische spieren niet
zelfde mate hypertonie)
• Vb: arm: flexoren meer hypertoon dan extensoren, been omgekeerd
▪ 2. Hypertonie neemt toe bij snelle, passieve bewegingen
▪ 3. Bij spasticiteit vooral veel hypertonie in begin van passieve beweging en
nadien minder = knipmesfenomeen

Letsel van lager motorneuron
• Krachtsvermindering
• Hypo- tot areflexie van peesreflexen
• Hypotonie
• Spieratrofie
o Spier verschrompelt
• Fasciculaties
o Onvrijwillige contracties van groepen spiervezels zonder bewegingseffect op lidmaat
o Voelbaar voor pt. + zichtbaar aan oppervlakte van de spier
o Neemt toe bij lichte percussie van de spier
o Bij aandoening van motorische voorhoorn

Letsel van de spier
• Symmetrische en proximale parese
• Atrofie: vooral bij chronische spierziekten
• Peesreflexen normaal of verlaagd

,Normale kracht → normale beweging: basale ganglia + cerebellum
Basale ganglia
• 4 grijze kernen:
o Striatum
▪ Nucleus caudatus
▪ Putamen
o Globus pallidus
▪ Globus pallidus internus
▪ Globus pallidus externus
o Substantia nigra
▪ Pars compacta
• Bevat dopaminerge ZS
o Sturen axonen naar striatum om daar dopamine vrij te zetten
= nigrostriatale baan
o
▪ Pars reticulata
o Nucleus subthalamicus
• = extrapiramidaal systeem
• Communicatie met ipsilaterale cortex
o Ontvangen afferenten uit de cortex
o Sturen efferenten via thalamus terug naar motorische cortex en dan naar RM
▪ Basale ganglia communiceren enkel via motorische cortex met ruggenmerg
• Letsel van basale ganglia verstoort motoriek van contralaterale lichaamshelft
• Striatum
o Inputgedeelte
• Globus pallidus internus + pars reticulata
o Outputgedeelte
• Directe verbinding en indirecte verbinding (via globus pallidus externus en nucl. Subthalamicus)

Functie van de basale ganglia
• Faciliteren van gewenste bewegingen
• Onderdrukken van ongewenste bewegingen
• Probleem bij basale ganglia:
o Hypokinetische syndromen:
▪ Bewegingsarmoede
▪ Geassocieerde rigiditeit
• Verschil spasticitiet:
o Rigiditeit voelbaar bij langzame passieve bewegingen
o Zelfde mate voelbaar bij agonisten en antagonisten
o Constant over volledige traject van passievebeweging
o Tandradfenomeen
o Hyperkinetische syndromen (dyskinesiën):
▪ Tremor
• Oscillatorische, ritmische beweging
• Actietremor:
o Houdingstremor (posturale tremor)
o Bewegingstremor (kinetische tremor)

, • Rusttremor
o Door dysfunctie van basale ganglia (nigrostriatale baan)
• Intentietremor
o Kinetische tremor met sterke toename op einde van beweging
o = typisch cerebellaire dysfucntie
▪ Chorea
• Snelle, niet-ritmische onvrijwillige beweging
• Onvoorspelbaar qua timing en distributie
▪ Ballisme
• Plotse, niet-ritmische onvrijwillige beweging
• Zeer groot amplitudo, vooral proximale lidmaatspieren
• Meestal unilateraal = hemibalisme
• Klassieke oorzaak: infarct in contralaterale nucleus subthalamicus
▪ Dystonie
• Langszame, verdraaiende of verwringende onvrijwillige bewegingen
• Op maximum van bewegingsexcursie vaak langere tijd voglehouden als
onnatuurlijke houding
• Bij individu telkens dezelfde spieren → voorspelbaar, stereotiep patroon
• Treedt meestal op wanneer betrokken lichaamsdeel vrijwillige handeling
uitvoert (= actiedystonie) en daarna verdwint in rust
• In verdere stadia mogelijkst continu aanwezig
• Bij maanden of jaren aanwezigheid → permanente gefixeerde
contracturen
▪ Tics
• Abnormale bewegingen (motorische tics) of geluiden (fonische tics)
o Voorafgegaan door onaangename inwendige sensatie of een
soort innerlijke drank om de tic uit te voeren
o Door tic te doen verdwijnt onaangenaam gevoel tijdelijk
• Semi-vrijwillige motorische respons op een onvriwillige inwendige
sensatie
• Kan met moeite korte tijd onderdrukt worden, maar inwendige spanning
neemt toe en kan voor nieuwe uitbarsting van hevigere tics zorgen
• Kan traag, snel, eenvoudig of complex
o Meeste dyskinesiën nemen toe bij stress en dalen bij slaap

Cerebellum
• 2 hemisferen + vermis
o Grijze stof + dieper gelegen grijze kernen
• Door 3 pedunculi verbonden met rest van centraal zenuwstelsel:
o Pedunculus cerebellaris inferior
▪ Afferente vezels uit ruggenmerg + caudale hersenstam
o Pedunculus cerebellaris medius
▪ Afferente vezels uit contralaterale pons (pontocerbellaire vezels)
o Pedunculus cerebellaris superior
▪ Efferente vezels uit diepe cerebellaire kernen naar de hersenstam en thalamus
o Verbonden met CONTRALATERALE cerebrale cortex
▪ Letsel verstoord motoriek van ipsilaterale lichaamshelft

, o Cerbrale cortex → vezels naar homolaterale pontiene kernen → gekruiste vezels via
pedunculus cerebellaris medius naar contralaterale cerebellaire cortex → vezels naar
nucleus dentatus → via pedunculus cerebellaris superior kruisen dan de middelijn in het
mesencefalon → eindigen in nucleus ruber en thalamus → thalamocorticale vezels naar
cerebrale cortex




Letsel in cerebellum / cerebellaire banen
• Coördinatiestoornis = ataxie
→ Probleem met coördinatie van agonisten en antagonisten
o Hypermetrie/dysmetrie
▪ Beweging schiet doelwit voorbij → antagonist te laat geactiveerd en agonisten
daardoor te laat afgeremd
▪ Klinische test: vinger-neus-proef en hiel-knie-proef
o Intentietremor
▪ Correctie van hypermetrische beweging is ook hypermetrisch
→ laagfrequente oscillatie bij naderen van doelwit
▪ Op einde van beweging tremor (vb: bij vinger op neus leggen)
o Rebound fenomeen
▪ Overdreven uitschieten van lidmaat bij opheven weerstand (antagonist te laat)
o Dysdiadochokinese
▪ Slechte coördinatie van agonist en antagonist
▪ Snelle afwisselende beweging → onregelmatig zonder mooie afwisseling
o Hypotonie
▪ Bij acuut letsel tijdelijk hypotonie
o Cerebellaire dysartrie
▪ Gescandeerde spraak (alsof iemand die dronken is)
o Gangataxie
▪ Onrgelmatige paslengte en gangspoor
• Meestal verbreed gangspoor (dronkemansgang)
▪ Koorddansersgang is onmogelijk
▪ Vooral bij aantasting vernis

,Sensibiliteit
• Via perifere zenuw, plexus en dorsale wortel naar CZS
o 1ste neuronen = pseudo-unipolaire (T-vormig) met cellichamen in dorsale (spinale)
ganglia
o Huidgebied zonder gevoel na uitschakeling van 1 achterwortel = dermatoom
• Aantasting van sensibele zenuwen → hypo- of areflexie (reflexboog onderbroken)
• Gedissocieerde gevoelsstoornissen door verschil in geleidingsweg tussen vitale en gnostische
sensibiliteit
o De ene sensibiliteit kan uitvallen terwijl de andere intaxt blijft
• Sensibele cortex = somatotopisch georganiseerd

Vitale sensbilitieit
• Pijn
• Temperatuur
• Grove tastzin
• Synaps met 2de neuron in dorsale hoorn van RM
o Axon kruist middelijn ventraal van spinaal centraal kanaal
en zo naar contralateraal
▪ Loopt als tractus spinothalamicus door RM en
hersenstam naar de thalamus
• In thalamus → synaps met 3de neuron
o Projecteert naar sensibele cortex
(gyrus postcentralis op pariëtale kwab)

Gnostische sensibiliteit
• Fijne tastzin
• Vibratiezin
• Tweepuntsdiscriminatie
• Proprioceptie
• Lijntjesoriëntatie
o Voelen of het van boven naar onder gaat
• Zenuwvezels stijgen direct in ruggenmerg via homolaterale achterstreng
o Meest rostrale deel van RM synaps met 2de neuron
▪ Kruist middellijn op overgang RM naar hersenstam
▪ Wordt lemniscus medialis in hersenstam en gaat naar
thalamus
o In thalamus synaps met 3de neuron dat projecteert naar sensibele cortex
• Klinisch niet enkel diepe gevoelsstoornissen, maar ook sensorische ataxie
o Ataxie neemt toe wanneer visus wegvalt <-> cerebellaire ataxie
o Test van Romberg:
▪ Evenwicht van staande pt. vergeleken met en zonder gesloten ogen
▪ Positieve Romberg = evenwicht verslechterd door sluiten ogen
= sensorische ataxie

, Bewustzijn
• Deel formatio reticularis op overgang van pons en mesencefalon vormt samen met
thalamischekernen een circuit
o Thalamische kernen projecteren op cerbrale cortex
• Bewustzijnsvermindering (vb coma
o Aantasting rostrale, dorsale hersenstam
o Aantasting van beide cerebrale hemisferen




Pathogenetische categorieën van neurologische ziekten
• Vasculaire aandoeningen
• Inflammatoir aandoeningen
o Infectieus
o Niet-infectieus
• Intoxicaties
• Deficiënties
• Metabole aandoening
• Neurodegeneratieve aandoeningen
• Tumoren
• Trauma




SEMIOLOGIE: het klinisch neurologisch onderzoek
Anamnese
• Probleem anatomisch lokaliseren
• Pathogenetisch mechanisme identificeren
• Tijdsverloop van de klachten = belangrijk
o Zeer acute klachten → vasculair accident, epilepsie of migraine
o Subacute klachten + trage verbetering + heropflakkering → inflammatoir, niet-infectieus
o Chronisch traag progressief → neurodegeneratieve ziekte (soms ook tumor)
• Familie-anamnese en medicatie-anamnese niet vergetend
$14.02
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
klarabukasa

Get to know the seller

Seller avatar
klarabukasa Katholieke Universiteit Leuven
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
4
Member since
1 year
Number of followers
1
Documents
13
Last sold
11 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions