Samenvatting MEDISCHE BEHANDELTECHNIEKEN BIJ MUSCULOSKELETALE AANDOENINGEN

MEDISCHE BEHANDELTECHNIEKEN BIJ
MUSCULOSKELETALE AANDOENINGEN
BEHANDELINGSTECHNIEKEN IN DE ORTHOPEDIE

MEDICAMENTEUZE BEHANDELING


ANALGETICA
Non steroidal anti inflammatory drugs = NSAID’S

 Conservatieve behandelingen  gewrichtsklachten

NSAID’S = prostaglandinesynthetaseremmers

 Pijnstillend en koortswerend en ontstekingsremmend effect
 Effect hangt af dosis

NSAID’S werkzaam via cyclo-oxygenase COX

 Enzym  twee isovormen
o COX 1 en 2
 NSAID's
o remming van COX-2 de ontsteking (en daarmee de pijn) verminderen
o remming van COX-1 de belangrijkste bijwerkingen op gastro-intestinaal en
renaal gebied tot stand komen

bijwerking maag-darmulcera en bloedingen daaruit.

 risico groter ouderen dan jongeren
 grootst bij patiënten die al eens een ulcus pepticum hebben gehad.
o NSAID'S vermeden of gecombineerd middel bij een ulcus pepticum wordt
gebruikt

Klassieke NSAID's

 Naproxen
 diclofenac
 ibuprofen.

Zelden opiaten nodig voor pijnbestrijding

 wel gebruikt men tramadol
o = een stof die wel tot de opiaten wordt gerekend en een centrale werking
heeft, maar minder bijwerkingen veroorzaakt en minder verslavend is dan
de traditionele opiaten.

, ANTITROMBOTICA
Operatieve behandelingen, orthopedische operaties

 leiden frequent  veneuze trombose kuit

operaties vanwege een knie- ofheupprothese oplopen meer dan 50%

meeste patiënten trombose

 geen klachten
 niet opgemerkt

operatie  tromboseprofylaxe toegepast

 laagmoleculairgewichtheparine- (LMWH-)preparaten
o subcutaan voor de operatie toegediend
o patiënt na de operatie mobiel en kuitspieren de venen weer regelmatig
leegdrukken
 stoppen toediening heparine
o langere profylaxe of behandeling
 overgegaan op orale anticoagulantia (acenocoumarol)
 = vitamine-K-remmers, die door de trombosediensten
worden gedoseerd

Tegenwoordig  dagelijkse subcutane injectie LMWH-preparaat

 patiënt  ziekenhuisopname leren injecties zelf toe te dienen.
 uitzondering  orale anticoagulantia overgezet

nieuwe orale anticoagulantia ontwikkeld

 grijpen selectief in onderdeel stollingscascade

Fondaparinux, rivaroxaban en dabigatran = middelen kort na operatie gestart en effectief
zijn

 nadeel nieuwe generatie anticoagulantia  bij een bloeding uit de wond of bij
maag-darmbloedingen (stressulcus)
o effect medicatie niet eenvoudig gecoupeerd


STEROÏDEN
Glucocorticoiden

 behandeling ernstige reumatische aandoeningen.

orthopedie regelmatig steroidpreparaten voor lokaal gebruik toegepast in de vorm van
een injectie

De systemische effecten van een depotpreparaat  beperkt

 ontstekingsremmende effect lokaal wel optreedt