100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting: Professionele ontwikkeling 1

Rating
-
Sold
-
Pages
32
Uploaded on
23-12-2025
Written in
2025/2026

Deze samenbevatting bevat alle informatie van tijdens de lessen ‘Ondernemen’ en ‘Vennootschapsrecht’.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
December 23, 2025
Number of pages
32
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

Samenvatting: Professionele Ontwikkeling 1

Hoofdstuk 1: Ondernemen
1.1 Creativiteit
Creativiteit = de mogelijkheid om iets nieuws te bedenken dat passend en/of nuttig is (Sternberg)
Creatief denken = geheel van denkattitudes, denkvaardigheden, denktechnieken & denkprocessen
die de kans op patroondoorbreking, het leggen van nieuwe verbindingen in onze
hersenen vergroten

• 5 Creatieve basisvaardigheden
Creatieve basisvaardigheden
 WIE: - Byttebier
 WELKE: 1) Creatief waarnemen = het herkennen van dominanties in de eigen waarneming & die
van anderen en het loskomen van deze overheersende visies
 KENMERKEN: - we gaan af op onze waarneming om de wereld te verkennen
- als waarneming verandert, verandert ook de realiteit
- waarnemingspatronen sluipen binnen
- patronen die zich herhalen worden dominanter
 VB: - optische tekening koe/2 mensen

2) Uitstel van oordeel = fase van het oordelen wordt uitgesteld
 KENMERKEN: - oordelen = je denken & handelen is er grotendeels door gestuurd +
je oefent deze vaardigheid bijna ieder moment
- vernieuwende ideeën hebben risico om NIET aanvaard te worden
 oordeel uitstellen kan helpen om met nieuwe ideeën om te gaan
& om genuanceerde oordeelsvaardigheid te ontwikkelen
- ≠ ‘er wordt niet geoordeeld‘
 betekent WEL: fase v/h oordelen wordt uitgesteld
 FASEN: A. Openen = wat wordt met een idee bedoeld
B. Aanvaarden = van nieuwe gedachten
C. Verkennen = van kansen die gecreëerd worden door dit idee
D. Oordelen = wat er met het idee gebeurt

3) Flexibel associëren
 WANNEER: - we associëren als de ene gedachte de andere met zich meebrengt
 KENMERKEN: - sommige associaties zijn dominanter dan andere
- sterke verbinding = een associatie met een grote kans van realisatie
⤷ associatie die zich vaker herhaalt -> verbreedt dit spoor + zal zich
versterken
 GEVOLG: ~ associatie zal zich sneller & makkelijker voltrekken
~ verhoogt efficiëntie v/h denken
 = algemeen nuttig
 NADEEL: ~ tegelijk verkleint kans dat deze associatie in de
toekomst een andere weg zal nemen
-> daar is het bij ‘creatief denken’ net om te doen!




1

, 4) Divergeren = zoveel mogelijk ideeën bedenken door de spontane neiging om te stoppen
even uit te schakelen
 KENMERKEN: - goeie gezond-verstand ideeën = 1ste ideeën die we bedenken, 1ste
gedachten die ons binnenschieten
 KENMERK: ~ vloeien automatisch voort uit hoe hersenen zijn
opgebouwd & hoe het denken functioneert
~ denken efficiënt & to-the-point
-> als we nieuwe invalshoeken willen verzinnen
moeten we voorbij die logica denken
-> HOE: meer ideeën verzinnen
 WAAROM BEVORDERT DIVERGEREN JE CREATIVITEIT:
- als je divergeert kom je automatisch aan de grenzen v wat je spontaan kan
bedenken
 daar voorbij ligt interessante materiaal: patroondoorbreking + nieuwe ideeën
- divergeren gebruikt alle andere creatieve basisvaardigheden:
~ snelheid van associëren
~ creatief waarnemen
~ dissociëren
~ resociëren
~ vinden van nieuwe sporen
~ verbeelden van nieuwe invalshoeken

5) Verbeeldingskracht ontwikkelen
 WAT: - Verbeelden = het vermogen zich een voorstelling in de geest te maken v iets
dat op dat moment niet fysiek waar te nemen is
 OMVAT: - visuele beelden
- geluiden
- geuren
- tastzin
- abstracte begrippen (ideeën, concepten etc.)

• Stappen in een creatief proces
Creatief proces
 ONDERDELEN: - creativiteit + stimulus + kennis = GOED IDEE
⤷ stimulus + creativiteit  domme ideeën
⤷ kennis + creativiteit  niets gedaan krijgen
⤷ stimulus + kennis  saaie, voorspelbare oplossingen
 STAPPEN: 1. Analyse v/d vraagstelling
2. Eerste bekende oplossingen
3. Frustratie
4. Incubatie afgewisseld met bewuste alternatieve denkpogingen
5. Flits(en)
6. Uitwerking




2

,• Brainstormen
Brainstormen = een creativiteitstechniek met als doel snel, veel nieuwe ideeën over een bep.
onderwerp of vraagstuk genereren
 DOEL: - snel, veel nieuwe ideeën over een bepaald onderwerp/vraagstuk genereren
 KENMERK BRAINSTORMSESSIE: - waardeoordeel over geopperde ideeën wordt uitgesteld totdat
alle ideeën zijn opgesomd
 BRAINSTORMPROCES: 1. Vraagstelling ( vraag)
 WAT: analyse, feiten verzamelen, briefing, probleemformulering
2. Divergentie ( lijst ideeën)
 WAT: eerste ideeën of creativiteitstechnieken
3. Convergentie ( selectie afgewerkte ideeën)
 WAT: selectie, ontwikkeling, evaluatie, actie
 TECHNIEKEN:
Techniek voor in groep Beschrijving
Klassiek brainstormen Ideeën vrij spuien in groep, zonder oordeel
Brainwriting (6-3-5) 6 deelnemers, 3 ideeën, 5 minuten  doorgeven
Round Robin Iedereen deelt om de beurt een idee
Stormwriting (Post-it clustering) Ideeën op briefjes, groeperen en clusteren
Nominal Group Technique Eerst individueel ideeën, daarna delen & stemmen
Rolstormen (role-storming) Inleven in een personage (vb. klant, beroemdheid,..)


Techniek om alleen te brainstormen Beschrijving
Brainwriting (solo) Snel zoveel mogelijk ideeën noteren
Freewriting Ononderbroken schrijven zonder stoppen of censuur
Mindmapping Associaties rond centraal thema visueel uitwerken
COCD box Gele, rode en blauwe ideeën
⤷ geel: ideeën voor toekomst
⤷ rood: realiseerbare ideeën
⤷ blauw: mooie ideeën die vaak gebruikt worden
Willekeurige associatie Een random woord/beeld koppelen aan je probleem
Reversal/ Omdenken Probleem omdraaien & vanuit dat perspectief denken
Sketchstorming Ideeën tekenen i.p.v. enkel noteren
Lotus Blossom Idee uitbreiden met 8 sub-ideeën en verder vertakken

• Creatieve personen
Creatieve personen
 VB: - Leonardo da Vinci
 WAT: ~ kunstenaar
~ uitvinder
~ visionair
- Vincent van Gogh
 WAT: ~ vernieuwende schilder met expressie & kleur
- Frida Kahlo
 WAT: ~ krachtige schilderijen over identiteit & lijden
- Albert Einstein
 WAT: ~ creatieve denker
~ revolutionaire fysica


3

, 1.2 Innovatie
Innoveren = tot iets nieuws maken
 AFKOMST: - Latijns: “innovare”: ~ in (= in/naar/tot)
~ novare (= nieuw maken)

Innovatie = de introductie van iets nieuws dat waarde toevoegt
= ideeën toepassen en bruikbaar maken
 OPGELET: ≠ creativiteit (= nieuwe ideeën bedenken)
 KENMERK: - een idee in je hoofd is CREATIEF, maar een idee dat mensen helpt is INNOVATIEF
 ONTSTAAT: - uit problemen en behoeften
- door observatie & luisteren naar cliënten
- via samenwerking met andere disciplines
- door experimenteren, testen en bijsturen
 WAAROM BELANGRIJK: - voor de patiënt: betere, aangename zorg
- voor de professional: efficiënter en onderscheidend
- voor de samenleving: gezondheid promoten, kosten besparen
 UITDAGINGEN & VALKUILEN: - innovatie kost tijd, geld & energie
- niet elke innovatie slaagt -> leren uit mislukkingen
- weerstand: ‘we doen het altijd zo’
- succes vraagt vaak ondernemerschap
 VORMEN: 1. Productinnovatie = nieuwe instrumenten, apps, tools ontwikkelen
innovatietype  VB: - ETB met sensoren die dit naar een app sturen
2. Procesinnovatie = nieuwe werkmethodes ontwikkelen
 VB: - teledentistry
3. Sociale innovatie = nieuwe samenwerking in teams
 VB: - taakherschikking (vb. mondhygiënist meer bevoegdheden)
4. Businessmodel innovatie = nieuwe verdienmodellen of diensten ontwikkelen
 VB: - abonnementsmodellen voor mondzorg
- thuiszorgpaketten vanuit de praktijk
 INNOVATIE MATRIX: - 2 schalen: ~ impact op de markt
~ nieuwigheid = hoe nieuw iets is (inhoudelijk)




1] Incrementele innovatie = stapsgewijze aanpassingen,
kleine veranderingen
 WAT: - lage nieuwigheid (inhoudelijk) + lage impact op de markt
 KENMERK: - meest voorkomende manier van innovatie
- vaak een bestaand product dat een beetje wordt aangepast/ verbeterd
 VB: - hotel waar je een uur later uit mag checken
-> klanten mee behouden & evt. nieuwe klanten aantrekken MAAR geen groot
voordeel tov concurrenten
 MONDZORG: - kleine optimalisatie in agenda-indeling (vaste blokken voor urgenties)


2] Behoudende innovaties

4

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
marinavdv9000 Arteveldehogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
20
Member since
11 months
Number of followers
1
Documents
14
Last sold
2 days ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions