ALGEMENE PSYCHOLOGIE
1
,1.WAT IS PSYCHOLOGIE, WAT ZIJN DE 6 BELANGRIJKE PERSPECTIEVEN?
1.1 WAT IS PSYCHOLOGIE
Afkorting griekse letter psy= ψ
Etymologisch= levensadem, geest…
Psychologie = een breed veld, met vele specialismen,
in wezen de wetenschap van gedrag en geestelijke
processen
Basisgebieden:
- Ontwikkelingspsychologie
Þ Studie gedrag in verschillende levensfasen
- Persoonlijkheidspsychologie
Þ Studie mens als individi, in datgeen dat verschilt
* Andere term: differentiële psychologie
- Cognitieve psychologie
Þ Studie afzonderlijke psychische functies en processen
* Andere term: algemene/ experimentele psy, functieleer
- Sociale psychologie
Þ Studie van gedrag van mensen in relatie tot anderen en hun omgeving
- Biologishe psychologie
Þ Uitgaande ideeën uit de biologie
* Andere term: psychobiologie, biopsychologie
- Methodenleer
Þ Studie onderzoeksmethode van het empirisch onderzoek.
à pas na enkele eeuwen radicaal nieuwe ideeën over het geest en gedrag -> 6 belangrijke perspectieven
ZIE MINDMAP ZELF GEMAAKT
2.ONDERZOEKSMETHODEN I: HOE VERGAREN PSYCHOLOGEN NIEUWE KENNIS?
1.1 DE WETENSCHAPPELIJKE METHODE
Het is een empirische cyclus
1. Hypothese
2. Data- verzameling
a. Observatie
b. Interview
c. Gevalsstudie
d. Vragenlijstonderzoek
e. Correlationeel onderzoek
f. Experimenteel onderzoek
3. Analyseren van data
2
, a. Beschrijvend
b. Inductief
4. Theorie
a. Kan geconstateerd worden
door de vorige 4 methodische
stappen (beschrijvend en
inductief zijn aparte stappen)
THEORIE
Theorie= is niet vaststaand, ze is een toetsbare verklaring van feiten
of waarnemingen
- Eigenschappen:
Þ Kan feiten verklaren
Þ Kan worden getest
HYPOTHESE
= falsifieerbare voorspelling van de uitkomst, een bewering over de
relatie tss variabele
Iets dat kan weerlegt worden
Hypothese
H0 H1
-Geen verband -wel een verband
-Geen of een niet significant verschil -significant verschil
Operationaliseren (uitvoeren)
- Het uitkiezen van juiste omgeving, juiste pp, manier van toetsen, wanneer
Þ Bv. Onderzoeken of kinderen hyperactief worden na het krijgen van suiker. Om de
kinderen die geen suiker toegediend gaan krijgen te teleurstellen (dit kan een invloed
hebben op je resultaten), gaat men een placebo gummy maken waar in de 1e suiker zit
en in de andere niet.
DATAVERZAMELING
Psychologie is een wetenschap. Het is belangrijk om de juiste meetmethode uit te kiezen en het op een
correcte manier te doen.
3
, Ook opletten op een verschil in complexiteit. (IQ en lengte)
- 100 m= 2 x 50m
- 100 IQ =/ 2x 50 IQ
OBSERVATIE
Observeerders:
- Professionele onbekende
Þ Objectief soms artificieel
* Kan een grote invloed hebben op de kinderen in het onderzoek
- Bekende
Þ Subjectief, kan andere ideeën hebben (bv. Juffen)
* Natuurlijke omgeving (gaan zich niet anders gedragen omdat het een bekende is)
* Multiple sociale personae (zich anders gedragen omdat men in een andere context
zit. Familie=/ school)
* Pas op. Als een bekende kan je snel je subjectieve waarneming onderdrukken
doordat je het kind kent. Dit is niet de bedoeling)
Voordelen:
- Observeren zonder taal te moeten gebruiken
- Soms kan het niet anders dan observeren
Nadelen:
- Geen controle over de omgeving
- Niet altijd waarneembaar gedrag (bv. Attitude)
- Enkel hetgeen zien dat je wilt zien
- Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid (overeenkomst tss uitkomsten)
Þ Vaak laag
- Correctheid van observatie niet te garanderen (bv. Ooggetuige)
Loftus & Palmer= naarmate het woord in een zin, bepalen de pp de
snelheid
à vervolg onderzoek (tijdens examen)
150 studenten werden ingedeeld in 3 groepen. Ze kregen allemaal een
filmfragment te zien. Na het kijken kregen ze per groep dezelfde vragen
buiten 1 vraag waar ze moesten inschatten met welke snelheid het accident gebeurde. Bij de ene groep
werd er HIT gebruikt, bij de andere SMASHED en bij de 3de groep werd deze vraag overgeslagen. Na een
tijd kwamen de proefpersonen terug in het labo en werden ondervraagd of er gebroken glas te zien was.
De conditie HIT zorgde dat 7/50 ja heeft gestemd, SMASHED 16/50 en de controleconditie 0. In
werkelijkheid was er geen glas op de plaats van het accident. Dit onderzoek laat zien hoe een
vragenstelling je antwoord kan beïnvloeden.
NEURO- IMAGING
4
1
,1.WAT IS PSYCHOLOGIE, WAT ZIJN DE 6 BELANGRIJKE PERSPECTIEVEN?
1.1 WAT IS PSYCHOLOGIE
Afkorting griekse letter psy= ψ
Etymologisch= levensadem, geest…
Psychologie = een breed veld, met vele specialismen,
in wezen de wetenschap van gedrag en geestelijke
processen
Basisgebieden:
- Ontwikkelingspsychologie
Þ Studie gedrag in verschillende levensfasen
- Persoonlijkheidspsychologie
Þ Studie mens als individi, in datgeen dat verschilt
* Andere term: differentiële psychologie
- Cognitieve psychologie
Þ Studie afzonderlijke psychische functies en processen
* Andere term: algemene/ experimentele psy, functieleer
- Sociale psychologie
Þ Studie van gedrag van mensen in relatie tot anderen en hun omgeving
- Biologishe psychologie
Þ Uitgaande ideeën uit de biologie
* Andere term: psychobiologie, biopsychologie
- Methodenleer
Þ Studie onderzoeksmethode van het empirisch onderzoek.
à pas na enkele eeuwen radicaal nieuwe ideeën over het geest en gedrag -> 6 belangrijke perspectieven
ZIE MINDMAP ZELF GEMAAKT
2.ONDERZOEKSMETHODEN I: HOE VERGAREN PSYCHOLOGEN NIEUWE KENNIS?
1.1 DE WETENSCHAPPELIJKE METHODE
Het is een empirische cyclus
1. Hypothese
2. Data- verzameling
a. Observatie
b. Interview
c. Gevalsstudie
d. Vragenlijstonderzoek
e. Correlationeel onderzoek
f. Experimenteel onderzoek
3. Analyseren van data
2
, a. Beschrijvend
b. Inductief
4. Theorie
a. Kan geconstateerd worden
door de vorige 4 methodische
stappen (beschrijvend en
inductief zijn aparte stappen)
THEORIE
Theorie= is niet vaststaand, ze is een toetsbare verklaring van feiten
of waarnemingen
- Eigenschappen:
Þ Kan feiten verklaren
Þ Kan worden getest
HYPOTHESE
= falsifieerbare voorspelling van de uitkomst, een bewering over de
relatie tss variabele
Iets dat kan weerlegt worden
Hypothese
H0 H1
-Geen verband -wel een verband
-Geen of een niet significant verschil -significant verschil
Operationaliseren (uitvoeren)
- Het uitkiezen van juiste omgeving, juiste pp, manier van toetsen, wanneer
Þ Bv. Onderzoeken of kinderen hyperactief worden na het krijgen van suiker. Om de
kinderen die geen suiker toegediend gaan krijgen te teleurstellen (dit kan een invloed
hebben op je resultaten), gaat men een placebo gummy maken waar in de 1e suiker zit
en in de andere niet.
DATAVERZAMELING
Psychologie is een wetenschap. Het is belangrijk om de juiste meetmethode uit te kiezen en het op een
correcte manier te doen.
3
, Ook opletten op een verschil in complexiteit. (IQ en lengte)
- 100 m= 2 x 50m
- 100 IQ =/ 2x 50 IQ
OBSERVATIE
Observeerders:
- Professionele onbekende
Þ Objectief soms artificieel
* Kan een grote invloed hebben op de kinderen in het onderzoek
- Bekende
Þ Subjectief, kan andere ideeën hebben (bv. Juffen)
* Natuurlijke omgeving (gaan zich niet anders gedragen omdat het een bekende is)
* Multiple sociale personae (zich anders gedragen omdat men in een andere context
zit. Familie=/ school)
* Pas op. Als een bekende kan je snel je subjectieve waarneming onderdrukken
doordat je het kind kent. Dit is niet de bedoeling)
Voordelen:
- Observeren zonder taal te moeten gebruiken
- Soms kan het niet anders dan observeren
Nadelen:
- Geen controle over de omgeving
- Niet altijd waarneembaar gedrag (bv. Attitude)
- Enkel hetgeen zien dat je wilt zien
- Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid (overeenkomst tss uitkomsten)
Þ Vaak laag
- Correctheid van observatie niet te garanderen (bv. Ooggetuige)
Loftus & Palmer= naarmate het woord in een zin, bepalen de pp de
snelheid
à vervolg onderzoek (tijdens examen)
150 studenten werden ingedeeld in 3 groepen. Ze kregen allemaal een
filmfragment te zien. Na het kijken kregen ze per groep dezelfde vragen
buiten 1 vraag waar ze moesten inschatten met welke snelheid het accident gebeurde. Bij de ene groep
werd er HIT gebruikt, bij de andere SMASHED en bij de 3de groep werd deze vraag overgeslagen. Na een
tijd kwamen de proefpersonen terug in het labo en werden ondervraagd of er gebroken glas te zien was.
De conditie HIT zorgde dat 7/50 ja heeft gestemd, SMASHED 16/50 en de controleconditie 0. In
werkelijkheid was er geen glas op de plaats van het accident. Dit onderzoek laat zien hoe een
vragenstelling je antwoord kan beïnvloeden.
NEURO- IMAGING
4