VOEDINGSLEER
Algemene voedingsleer
Inleiding
Waarom hebben we voedsel nodig?
- Om aan energie te komen – kunnen groeien, herstellen – eten omdat het lekker is –
sociale gewoontes
- Voedsel → brandstof voor het lichaam
o Voedingsmiddelen → brood, fruit, groenten, aardappelen,...
o Voedingsstoffen → calcium, koolhydraten, vitamine C,...
▪ Zorgt voor energie + stoffen voor lichaamsfuncties
Voedingsstoffen: vinden we in middelen → Voedingsmiddelen: inname a.d.h.v. maaltijd →
voeding: maaltijd
Voedingsmiddelen bevatten meer dan de ESSENTIELE voedingsstoffen = levensnoodzakelijke
voedingsstoffen (niet-levensnoodzakelijk: vetten, suiker, bewaarmiddelen)
=> Essentiele voed.: Groei, in stand houden en functioneren lichaam
Nutriënt voedingsmiddelen: voedingsmiddelen rijk
Voedingsstoffen en hun functies
3 basisregels van evenwichtige voeding
- Voeding moet dagelijks alle energie en voedingsstoffen aanbrengen
- Voeding moet de energiebalans in evenwicht houden
- Voeding moet een goede verhouding macronutriënten bevatten
o 50-55% van de energie → koolhydraten (Kh)
o 30-35% van de energie → vetten (V)
o 10-15% van de energie → eiwitten (E)
Cijfergegevens normaal niet kennen: wel hier de onderverdeling kennen
Indeling voedingsstoffen
Grootte/ behoefte
- Macronutriënten
- Micronutriënten
- Bioactieve stoffen en voedingsvezels
1
,Alcohol en water: horen bij macro, maar niet binnen de regel => alcohol is toxisch en niet
essentieel – water is essentieel, maar geeft geen energie of calorieën
Functies
- Energieleverende stoffen (vetten, koolhydraten, eiwitten)
o Elk individu heeft energie nodig
o Behoefte in kJ of kcal/dag
o Afhankelijk van gewicht, lengte, leeftijd, geslacht, activiteitsniveau
- Bouwstoffen (eiwitten, water, mineralen (calcium))
o Groei, aanmaak weefsels, cellen, opbouw skelet
- Beschermende stoffen (mineralen, vitaminen, vezels)
o Lichaamsprocessen, hulpstoffen
o vb. vitamine C en ijzer
- Voedingsvezels
o Gunstige gezondheidseffecten (maag-darmkanaal)
Energiebalans
Rustmetabolisme= De energie die het lichaam nodig heeft om te kunnen overleven dit is!!
Voor mensen die in bedlegerig zijn, hebben wel energie nodig
Speelt ook rol per geslacht/ leeftijd – minder bewegen – trager metabolisme (wordt bepaald
door leeftijd en lichaamssamenstelling) – spierafbraak, vet neemt toe – bepaalt
rustmetabolisme - (metabolisme vertraagt als de mens ouder wordt)
Mannen hebben hoger rustmetabolisme door meer spiermassa
Voedingsgeinduceerde thermogenese = Vertering vraagt ook energie
Lichamelijke activiteit = Fysieke activiteit
- Energie in ( ⇒ eten en drinken)
- Energie uit ( ⇒ verbranding en beweging)
o 60-70% → rustmetabolisme
o 10% → voedingsgeïnduceerde thermogenese
o 15-30% → lichamelijke activiteit
2
, Energie-inname via onze voeding
- Koolhydraten → snelste en belangrijkste energieleverancier
o 1g kH → 4 kcal
o 1 klontje suiker (5g kH) → 20 kcal
- Vetten → trage energie(reserve), bescherming en isolatie
o 1g V → 9 kcal
o 1 eetlepel olijfolie (10g V) → 90 kcal
- Eiwitten → bouwstoffen
o 1g E → 4 kcal
- Alcohol → lege energiebron
o 1g alcohol → 7 kcal
Lager rustmetabolisme als je spieren afnamen en vetten stijgen
Koolhydraten: de bron van energie – lichaam liefst om te verbranden – vrij eenvoudige
macronutriënten
Besluit
- Voedingsdeficiëntie ziekten (tekort)
o ijzertekort → anemie (bloedarmoede)
- Voedingsgerelateerde ziekten (teveel)
o Teveel suiker → diabetes
o Teveel vetten → obesitas
o Te veel verzadigde vetten -> atherosclerose
Spijsvertering
Voedingsstoffen moet worden:
- Afgebroken (verteren)
- Opgenomen (absorberen)
- Verwerkt (gebruiken)
- Uitgescheiden (excretie)
- of opgeslagen (reserve
Verteren betekent, in de brede zin van het woord:
1. de afbraak van voedingsstoffen (vertering)
2. de opname van voedingstoffen (absorptie)
3. de verwerking en uitscheiding van afvalstoffen (excretie)
Koolhydraten
= Sachariden (suikers in de volksmond
= Energieleveranciers = bron van energie
3
Algemene voedingsleer
Inleiding
Waarom hebben we voedsel nodig?
- Om aan energie te komen – kunnen groeien, herstellen – eten omdat het lekker is –
sociale gewoontes
- Voedsel → brandstof voor het lichaam
o Voedingsmiddelen → brood, fruit, groenten, aardappelen,...
o Voedingsstoffen → calcium, koolhydraten, vitamine C,...
▪ Zorgt voor energie + stoffen voor lichaamsfuncties
Voedingsstoffen: vinden we in middelen → Voedingsmiddelen: inname a.d.h.v. maaltijd →
voeding: maaltijd
Voedingsmiddelen bevatten meer dan de ESSENTIELE voedingsstoffen = levensnoodzakelijke
voedingsstoffen (niet-levensnoodzakelijk: vetten, suiker, bewaarmiddelen)
=> Essentiele voed.: Groei, in stand houden en functioneren lichaam
Nutriënt voedingsmiddelen: voedingsmiddelen rijk
Voedingsstoffen en hun functies
3 basisregels van evenwichtige voeding
- Voeding moet dagelijks alle energie en voedingsstoffen aanbrengen
- Voeding moet de energiebalans in evenwicht houden
- Voeding moet een goede verhouding macronutriënten bevatten
o 50-55% van de energie → koolhydraten (Kh)
o 30-35% van de energie → vetten (V)
o 10-15% van de energie → eiwitten (E)
Cijfergegevens normaal niet kennen: wel hier de onderverdeling kennen
Indeling voedingsstoffen
Grootte/ behoefte
- Macronutriënten
- Micronutriënten
- Bioactieve stoffen en voedingsvezels
1
,Alcohol en water: horen bij macro, maar niet binnen de regel => alcohol is toxisch en niet
essentieel – water is essentieel, maar geeft geen energie of calorieën
Functies
- Energieleverende stoffen (vetten, koolhydraten, eiwitten)
o Elk individu heeft energie nodig
o Behoefte in kJ of kcal/dag
o Afhankelijk van gewicht, lengte, leeftijd, geslacht, activiteitsniveau
- Bouwstoffen (eiwitten, water, mineralen (calcium))
o Groei, aanmaak weefsels, cellen, opbouw skelet
- Beschermende stoffen (mineralen, vitaminen, vezels)
o Lichaamsprocessen, hulpstoffen
o vb. vitamine C en ijzer
- Voedingsvezels
o Gunstige gezondheidseffecten (maag-darmkanaal)
Energiebalans
Rustmetabolisme= De energie die het lichaam nodig heeft om te kunnen overleven dit is!!
Voor mensen die in bedlegerig zijn, hebben wel energie nodig
Speelt ook rol per geslacht/ leeftijd – minder bewegen – trager metabolisme (wordt bepaald
door leeftijd en lichaamssamenstelling) – spierafbraak, vet neemt toe – bepaalt
rustmetabolisme - (metabolisme vertraagt als de mens ouder wordt)
Mannen hebben hoger rustmetabolisme door meer spiermassa
Voedingsgeinduceerde thermogenese = Vertering vraagt ook energie
Lichamelijke activiteit = Fysieke activiteit
- Energie in ( ⇒ eten en drinken)
- Energie uit ( ⇒ verbranding en beweging)
o 60-70% → rustmetabolisme
o 10% → voedingsgeïnduceerde thermogenese
o 15-30% → lichamelijke activiteit
2
, Energie-inname via onze voeding
- Koolhydraten → snelste en belangrijkste energieleverancier
o 1g kH → 4 kcal
o 1 klontje suiker (5g kH) → 20 kcal
- Vetten → trage energie(reserve), bescherming en isolatie
o 1g V → 9 kcal
o 1 eetlepel olijfolie (10g V) → 90 kcal
- Eiwitten → bouwstoffen
o 1g E → 4 kcal
- Alcohol → lege energiebron
o 1g alcohol → 7 kcal
Lager rustmetabolisme als je spieren afnamen en vetten stijgen
Koolhydraten: de bron van energie – lichaam liefst om te verbranden – vrij eenvoudige
macronutriënten
Besluit
- Voedingsdeficiëntie ziekten (tekort)
o ijzertekort → anemie (bloedarmoede)
- Voedingsgerelateerde ziekten (teveel)
o Teveel suiker → diabetes
o Teveel vetten → obesitas
o Te veel verzadigde vetten -> atherosclerose
Spijsvertering
Voedingsstoffen moet worden:
- Afgebroken (verteren)
- Opgenomen (absorberen)
- Verwerkt (gebruiken)
- Uitgescheiden (excretie)
- of opgeslagen (reserve
Verteren betekent, in de brede zin van het woord:
1. de afbraak van voedingsstoffen (vertering)
2. de opname van voedingstoffen (absorptie)
3. de verwerking en uitscheiding van afvalstoffen (excretie)
Koolhydraten
= Sachariden (suikers in de volksmond
= Energieleveranciers = bron van energie
3