HOOFDSTUK 1: DE VIER KWADRANTEN
- 4 kwadranten die oorspronkelijk samen gehouden werden door het huwelijk
- 4 kwadranten:
o Seks
o Paarvorming
o Voortplanting
o Ouderschap
- Mensen worden een paar, hebben seks, krijgen kinderen en worden ouders
- De 4 kwadranten zijn in elkaar geklit door het instituut van het huwelijk
o Het huwelijk overkoepelt de structuur van de familie
- Dit is heel lang het uitgangspunt geweest: 4 kwadranten die samenkwamen in het huwelijk
- In de nauwe samenhang van kwadranten zijn barsten ontstaan, en zijn de kwadranten geleidelijk uit
elkaar geschoven
- Als eerste zijn seks en voortplanting uit elkaar geschoven
o Reden: seksuele revolutie maakte het voor de vrouw mogelijk om seks te hebben zonder zich
voor te planten
o Seks en voortplanting horen niet noodzakelijk samen
o Daarnaast zijn voortplanting en ouderschap ook niet meer nauw verbonden
Paula Marx: kreeg in jaren ’70 een buitenechtelijk kind dat niet dezelfde rechten kreeg
als kinderen die binnen het huwelijk geboren zijn. Zij stapte naar EHRM en deed
uitspraak dat dit discriminatie is: kinderen geboren binnen het huwelijk mogen niet
anders (voordeliger) behandeld worden dan kinderne geboren buiten het huwelijk
- In de jaren ’80-’00 trekken de kwadranten nog verder uit elkaar
o Voortplanting en ouderschap zijn geen termen meer die vandaag met elkaar samen gaan
o Je kan je biologisch voortplanten zonder juridisch ouder te zijn van een kind
Bijvb. medisch geassisteerde voortplanting: donorzaad
Biologisch en juridisch ouderschap vallen niet noodzakelijk meer samen
, 2
o Seks en paarvorming zijn in onze tijd uit elkaar gevloeid. Je kan vandaag een losse flirt hebben
zonder dat het recht je anders gaat bekijken
- Kwadranten zijn nu uit elkaar getrokken, maar er zijn mensen die stellen dat paarvorming en
ouderschap toch iets dichter bij elkaar aanleunen (bijvb. nieuw samengestelde gezinnen).
o Het zou meer erkenning moeten krijgen, waardoor beide kwadranten opnieuw naar elkaar
toegroeien
- Enkele belangrijke tendensen:
o Emancipatie
Van bepaalde groepen die vroeger redelijk paternalistisch behandeld werden
Vrouwen, kinderen en personen met een handicap
o Individualisering
Niet meer werken met een standaardtraject, maar wel dat iedereen zijn eigen
persoonlijke keuzes in het leven maakt
Dalende invloed van de kerk
Gepaard met een stijging van de autonomie en contractualisering
Het zelf kunnen beslissen en beschikken over zijn leven wordt steeds
belangrijker
o Grondrechten
Grondrechten en mensenrechten hebben belangrijke invloed op hoe ons familierecht
geconceptionaliseerd wordt
o Verfeitelijking
Het recht houdt ervan om veel categorieën te maken
Eenmaal het recht je in een bepaald hokje duwt, zijn er bepaalde voorwaarden aan
verbonden
Bijvb. minderjarigen mogen niet zomaar rechtshandelingen stellen, omdat ze
handelingsonbekwaam zijn
Er bestaat echter een tendens om van die categorieën af te stappen: men gaat meer
kijken naar wat je kan, welke feiten je kan stellen: bijvb. ben je in staat om een gsm te
kopen of niet?
, 3
HOOFDSTUK 2: PERSONEN
1. HET BEGRIP ‘PERSOON’
1.1 ALGEMEEN
- Wat is een persoon?
o Geen wettelijke definitie terug te vinden, wel aanwijzingen in BW
Art. 3:38 BW: “Voorwerpen, ongeacht of ze natuurlijk of kunstmatig, lichamelijk of
onlichamelijk zijn, zijn te onderscheiden van dieren. Voorwerpen en dieren zijn te
onderscheiden van personen.”
Art. 3:35, tweede lid BW: “Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon heeft een
vermogen en, behoudens indien de wet anders bepaalt, slechts 1 enkel vermogen.”
- Er ontstaat dus een driedeling in het recht tussen voorwerpen, personen en
dieren.
o Personen zijn hetzij natuurlijke personen, hetzij rechtspersonen
o Wat is er belangrijk aan personen? Zij hebben rechtspersoonlijkheid: ze
kunnen deelnemen aan het rechtsverkeer, en dat het recht hen
rechten en plichten oplegt, maar dat ze ook kunnen optreden wanneer hun rechten
geschonden zijn.
- Ons recht is m.a.w. heel antropocentrisch
o De mens staat aan de top van de piramide
o Waarom? Rechtspersoonlijkheid wordt enkel toegekend aan personen.
- In deze les gaat het enkel om de natuurlijke persoon
1.2 VOORBIJGESTREEFD?
- Het recht is antropocentrisch, en staat aan de top van de piramide. De mens is degene die over
alles en iedereen beslist, ook dieren.
- Er komt echter meer de vraag of dieren geen speciale positie hebben in het recht, en of dieren
een bepaalde reeks rechten en plichten moeten hebben
- Oud BW: tweedeling
o Voorwerp >< personen
o Geen opdeling voor dieren, dus dieren worden beschouwd als ‘voorwerpen’
Maar, toenemende de-objectivering voor dieren in het recht
Gewesten: de afdeling Dierenwelzijn staat in voor de voorbereiding,
ondersteuning en controle van het dierenwelzijnsbeleid in Vlaanderen
- Nieuw BW
o Voorwerp
o Personen
o Dieren
Dieren kunnen niet zomaar beschouwd worden als een voorwerp (art. 3.38)
Art. 3.39
Hoe moeten dieren juridisch behandeld worden?
, 4
Zijn er specifieke regels in BW voor dieren? Neen
Dieren zijn een bijzondere categorie. Ze hebben een gevoelvermogen en
biologische noden, maar als recht wordt toegepast op dieren, is dat hetzelfde
recht als voor lichamelijke goederen (voorwerpen). Conclusie is dus dat dit een
louter symbolisch artikel is.
2. DE NATUURLIJKE PERSOON
- Opdat een natuurlijke persoon rechtspersoonlijkheid heeft, moet hij levend en levensvatbaar geboren
worden.
o Art. 3:13 BW: “Zakelijke rechten kunnen één of meer titularissen hebben. Deze moeten bestaan of
minstens verwekt zijn op het ogenblik van het ontstaan van het recht, op voorwaarde dat ze levend
en levensvatbaar worden geboren.”
o Je moet op het moment van de geboorte over de noodzakelijke menselijke eigenschappen
beschikken om een tijd zelfstandig in leven te kunnen blijven.
o De wet vermoedt dat je levensvatbaar bent vanaf een geboorte van 180 dagen na de
verwekking.
Ben je 180 dagen na de verwekking geboren, dan wordt je wettelijk vermoedt
levensvatbaar te zijn
2.1 DE GEBOORTE
- De geboorte moet uiteraard ook kenbaar gemaakt worden aan de overheid en opgenomen worden in
de registers van de burgerlijke stand. Dat gebeurt door middel van een geboorteakte. De opmaak van
een geboorteakte verloopt in twee stappen.
o De geboorteakte levert het bewijs dat jij als persoon bestaat.
2.1.1 DE KENNISGEVING
- Wanneer?
o Ten laatste de eerste werkdag (ma-za) na de bevalling
Bijvb. een kind geboren op vrijdag, moet ten laatste zaterdag ter kennis gebracht
worden
- Wie?
o In zorgvoorziening: verantwoordelijke (of afgevaardigde)
o Thuis/andere plaats: arts, vroedvrouw, aanwezige, persoon van wie het huis is
- Wat?
o Feit van geboorte en medisch attest
o Vandaag meestal elektronisch
- Wat als niet?
o Geldboete en/of gevangenisstraf
2.1.2 DE GEBOORTEAKTE