100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting - Taal en meertaligheid

Rating
-
Sold
-
Pages
25
Uploaded on
18-12-2025
Written in
2024/2025

Beknopte, maar duidelijke samenvatting voor het vak Taal & meertaligheid bij Artvelde Hogeschool

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
December 18, 2025
Number of pages
25
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Taal & meertaligheid


Module 1: Inleiding + beschouwen van woorden en
zinnen
Waarom?

- Vanuit realiteit: noodzaak en interesse (meertalige samenleving)
- Vanuit theoretisch kader: meertaligheid als wezenlijk onderdeel van
krachtige taalleeromgeving (cf. Nederlands A)
- Vanuit visie: samenwerking ts Nl en Frans, taaloverschrijdend




Wat is taal?

Taalcompetent

- vaardigheden: lezen, schrijven, luistern/kijken, spreken, gesprekken voeren
- kennis: over taal en de wereld die nodig is om taalvaardigheden toe te
passen en af te stemmen op doel, publiek en context.
- Attitudes/houdingen: verwachtingen van leerlingen

Koppelen met functies taal?

1. Expressieve functie -> TC en ID (ik)
2. Communicatieve functie -> TC en communicatie (ik in relatie tot anderen)
3. Conceptualisering -> TC en informatie (ik in relatie tot tekst/ media)
4. Sociale functie -> TC en cultuur (ik in relatie tot de wereld/mijn
omgeving)

Eigenschappen van taal

- produceert betekenis.
- arbitrair (meestal). (= staat vast, vaste afspraken)
- Gelimiteerd aantal klanken (500 op wereld, onze taal 40)
- (Menselijke) taal kan ideeën / personen / voorwerpen buiten de huidige tijd
en ruimte benoemen of ernaar verwijzen.
- generatief: letters, woorden kunnen een ongelimiteerd aantal zinnen
genereren.

Dierengeluiden => geen taal, kunnen enkel communiceren over het heden
bv. Imiteren (papegaai)


1

,Taal & meertaligheid



Bouwstenen van taal




 zie pwp voor voorbeelden

Beschouwen van woorden
10 soorten woorden

Opwarmer (tinder-moeheid) => morfologie & woordenschat




Zelfstandig naamwoord (zn)
genus: mannelijk (de), vrouwelijk (de), onzijdig (het)
lidwoord: de-woorden = mannelijk/ vrouwelijk, het-woorden = onzijdig
meestal: enkelvoud, meervoud, verkleinwoord(uitzonderingen bv. vrede)
samenstellingen en afleidingen
gw + gw (voorvoegsel) + gw + (achtervoegsel)

Bijvoeglijk naamwoord (bn)
= Duiden een eigenschap aan van een ander zn
trappen van vergelijking: (stellende, vergrotende, overtreffende trap)
deelwoorden als BN: - voltooid deelwoord: de gegrilde tonijn
- onvoltooid deelwoord: de schrijvende docent
=> vergrootte = stam + te
=> vergrote = voltooid deelwoord
2

, Taal & meertaligheid

Lidwoord (lw)
Bepaald: de/ het >< onbepaald
!ontkennend lidwoord: GEEN !!
staat ALTIJD voor een zin
=> Ze had het gezien (= persoonlijk voornaamwoord)

Werkwoord (ww)
Drukt actie/ toestand uit
ww vervoegen
Infinitief/ stam/ uitgang/ persoonsvorm/ imperatief (gebiedende wijs)/
persoon en getal
=> Persoonsvorm veranderd mee met onderwerp
Werkwoordstijd: verleden, tegenwoordige, toekomende tijd
Met/zonder klankverandering in VT

Soorten werkwoorden
- zelfstandig ww -> Ze schildert graag
- hulpwerkwoord -> Ze zou morgen gebeld hebben (gebeld =
hoofdwerkwoord)
- koppelwerkwoorden: ZWoBBeLS : zijn, worden, blijven, blijken,
lijken, schijnen
bv. de brief is romantisch
- wederkerend werkwoord: zich vervelen
- samengesteld werkwoord:
scheidbaar: weggaan -> ze gaat weg
Niet-scheidbaar: stofzuigen -> de poetsman stofzuigt

Voornaamwoord (vnw)
- Persoonlijk (O/ voorwerp): ik - mij, jij - jou, hij - hem, wij, - ons,…
- Wederkerend: ik was me, hij wast zich, jullie wassen je, …
- Wederkerig: We maken elkaar niets wijs. (elkaar, mekaar, elkander)
- Bezittelijk: mijn, jouw, haar, ons, het mijne, het jouwe, …
- Aanwijzend: die, deze, dat, dit, diegene, dezelfde, …
- Vragend: wie, wat, waar, welke, hoe, hoeveel, …
- Uitroepend: Wat een grappig filmpje!
- Betrekkelijk: die, dat, wie, wat + bijzin (betr. vnw verwijst naar
antecedent)
bv. Ze zei me iets wat ik nog niet wist
- Onbepaald voornaamwoord: men, iemand, niemand, iets, elke,…

Voorzetsel (vz)
- voorzetsel: naar, van, bij, door, met, naast, op,…
(rest van dia niet kennen)

Telwoord (telw)
- hoofdtelwoord: één, twee, honderd,…
- rangtelwoord: eerste, vierde, duizendste
Voegwoord (vw)
- Nevenschikkend: en, of, maar, want, dus, noch….noch….,…
- onderschikking: Ene zin is ondergeschikt aan andere, altijd bijzin
3
$8.64
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
hannedebecker

Get to know the seller

Seller avatar
hannedebecker Universiteit Gent
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
New on Stuvia
Member since
1 day
Number of followers
0
Documents
11
Last sold
-

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions