ZIEKTEN VAN VOGELS EN
BIJZONDERE DIEREN
Beknopte samenvatting
2e Master Diergeneeskunde
Universiteit Gent
,Vogels
Anatomie en fysiologie
• Rui: continu (grasparkiet, kaketoe), seizoensgebonden (kanarie, hoenders, duiven)
• Broedpatch: haarverlies abdomen om meer warmte naar ei te krijgen
• Vederafwijkingen: dubbelgroei (vlag en groei stopt en begint terug door energie- of VS tekort),
bloedpennen: kan wijzen op ziekteproces
• Poten: zygodactiel (2-2 roofvogel, papegaai, parkiet), anisodactiel (3-1 kip, kanarie)
• Bek: rhinotheca (hoornlaag bovensnavel) 6 maand, gnatotheca (ondersnavel) 2-3 maand
• Krop: verweken voedsel (3u) dmv speekselamylase à >3u = kropstase
• Maag: kliermaag (pepsine + HCl), spiermaag (mechanisch: grit, koilin beschermt)
• Caeca: sterk ontwikkeld (galliformes), rudimentair/afwezig (passeri-, columbi- en psittaciformes)
• Colon: vochtresorptie en retroperistaltiek
• Cloaca: coprodeum (darm), urodeum (urogenitaal), proctodeum (buitenwereld)
• Dropping: uraten + urine (urinezuur/uraten eindproduct) + faeces
• Trachea: gesloten kraakbeenringen (geen cuK gebruiken)
• Longen: dorsaal aan ribben, zetten niet uit (luchtzakken wel)
• 9 luchtzakken: 1 claviculaire, 2 cervicale, 2 craniale- en 2 caudale thoracale, 2 abdominale
• SC injectie: in hals naar caudaal gericht (vasculaire plexus)
• Parenterale toediening: in craniale helft v/h lichaam
• Drinkwateropname: 100-200 ml/kg
• Voortplantingsstelsel: enkel linker eileider + ovarium ontwikkeld
• Harderse klier (oog): zorg voor aanmaak immuniteit à vaccinatie via oogdruppelmethode
Klinisch onderzoek
• Grote energiebehoefte: passeriformes 30% van het LG
• Algemene indruk in rust en op afstand (vogel kan het verbergen dus in begin met rust laten)
• Bloedafname max. 1% LG
• IV injectie: mediale pootvene, vleugelvene, rechter halsvene (kleine vogel)
• Vochttoediening: SC via precrurale plooi (20 ml/kg)
• IM injectie: borstspier middelste derde naar craniaal (duif vermijden: bilspier)
1
,Duif - columbiformes
Infectieuze aandoeningen
Virale ziekten
Paramyxovirus = pidgeon aviair avulavirus type 1 (PAAvV-1)
• Aangifteplichtig !
• Incubatieperiode: 5-35d
• Pathogenese: opname aerogeen/oraal à XXX intredepoort (! geen symptomen: verschil
pseudovogelpest = geen AHS en diarree) à tropisme hersenen en nieren à non-purulente
encephalitis en interstitiële nefritis à uitscheiding via mest
• Symptomen: torticollis, PU/PD!, afwijkende veren
• Mortaliteit: 5% (nestjongen)
• Diagnose: symptomen, PCR (staalname cloacaswab of orofaryngeale swab), bloedname mediale
pootvene, PM (hersenen, nieren)
• Bestrijding: curatief verboden (aangifteplichtig), preventie (vaccinatie: wettelijk veprlicht voor
wedstrijd/tentoonstelling!)
Adenovirus en rotavirus
• Pathogenese: opname oraal à viremie à verspreiding naar organen à uitscheiding via mest
Adenovirus Rotavirus
Type 2 Type 1
Bij alle leeftijden Bij jonge duiven (2-7 maand) Bij jonge duiven (2-7 maand)
Heel het jaar Seizoensgebonden (april-juli) Seizoensgebonden (april-juli)
<6w intermitterend Snelle spreiding Snelle spreiding
Hoge mortaliteit (tot 30%) Lage mortaliteit Hoge mortaliteit (tot 50%)
Symptomen: acute levernecrose Symptomen: buikgriep (diarree, Symptomen: buikgriep (diarree,
enteritis) enteritis) + erge levernecrose
Tropisme lever Tropisme darm Tropisme darm en lever
Diagnose: intranucleaire Diagnose: intranucleaire Diagnose: (GEEN inclusies),
inclusies, PCR inclusies, symptomen, periode, symptomen, periode, leeftijd
leeftijd (jongeduivenziekte), PCR (jongeduivenziekte), PCR
(Vaccin: pluimveestam) (Vaccin: pluimveestam) Vaccin: duivenstam (beter)
Behandeling: ondersteunend Behandeling: ondersteunend Behandeling: geen
Herpesvirus
• Pathogenese: opname tijdens azen
• Symptomen: meestal subklinisch, latente dragers (intermitterende uitscheiding: stress), jonge
duif = systemische ziekte en aantasting lever à sterfte nestjongen, adulte duif =
immunosuppressie (rol in coryza contagiosa complex AHS: problemen tijdens vlucht)
• Diagnose: cytologie, histologie (lever, trachea), PCR!, geen serologie (dieren positief)
• Bestrijding: vaccinatie, behandeling rust en evt. AB
2
,Poxvirus
• Pokkenvirus = klassieke pokken, (bloedpokken = atypische pokken = regresseert)
• Pathogenese: overdracht via stekende vector of direct contact à aantasting huid en mucosae
(ernst afh. van virulentie stam)
• Incubatieperiode 10-20d
• Symptomen: huidvorm, difteroïde vorm, sterfte door niet meer kunnen eten
• Diagnose: klinisch beeld = pathognomonisch
• Bestrijding: vaccinatie SC of veerfollikel, symptomatisch, noodenting, vector bestrijden
Circovirus
• Rol in jonge duivensyndroom: tropisme bursa (bij duif < 6 maand)
• Triggerende rol: weerstandsvermindering
• Pathogenese: horizontale (mest) en verticale (ei) overdracht à XXX in lymfoïde organen (bursa,
thymus, milt, beenmerg) à zwelling bursa en milt, lymfocyten depletie à immunosuppressie
• Symptomen: sterfte nestjongen, jonge duif = lethargie, gewichtsverlies, AHS, diarree, slechte
vluchtprestaties, oudere duiven (>1j) = asymptomatische drager
• Bestrijding: geen vaccin, hygiëne (horizontaal), kweken met neg dieren en geen stress (verticaal)
Bacteriële en mycotische ziekten
Salmonella typhimurium (!) = paratyphus
• Pathogenese: opname oraal à XXX SVS à enteritis à septicemie à XXX organen à
granulomateuze ontsteking
• Overdracht: horizontale (mest) en verticale (ei)
• Mortaliteit: tot 100% sterfte nestjongen, laag bij adult
• Symptomen: diarree, vermageren, magerzucht, PU/PD, zenuwsymptomen (torticollis),
granulomen SC en in ooglid (conjunctivaal)
• Diagnose: isolatie uit organen of mengmest (groep), snelle agglutinatie in bloedplasma
• Bestrijding: curatief (hygiëne, AB groep, autovaccin), preventie (vaccinatie)
Streptococcus gallolyticus
• Facultatief pathogeen = normale darmbewoner
• Pathogenese: predisponerende factoren nodig: doorbraak naar bloedbaan à septicemie à
verspreiding naar organen
• Symptomen: acute sterfte (elke leeftijd), niet kunnen vliegen, manken, slijmerige mest en PU,
torticollis, afhangende vleugel, arthritis, tenosynovitis pees borstspier, spiernecrose
• Diagnose: isolatie uit organen (PM), GEEN isolatie uit darm/mest want normale darmbewoner
• Bestrijding: hygiëne, AB (amoxicilline, ampicilline)
Escherichia coli
• Facultatief pathogeen = normale darmbewoner
• Pathogenese: predisponerende factoren nodig (slechte hygiëne, primaire infectie bv.
adenovirus): doorbraak naar bloedbaan à septicemie à verspreiding naar organen
• Symptomen: door primaire infectie (adenovirus: braken, diarree, vermageren), sterfte
nestjongen, navel-dooierontsteking
• Diagnose: isolatie uit organen (PM), GEEN isolatie uit darm/mest want normale darmbewoner
• Bestrijding: bestrijden primaire infectie, AB (antibiogram! Resistentie!)
3
,Chlamydia psittaci = ornithose
• Pathogenese: opname via inhalatie à XXX darmen en AHS à verspreiden naar organen à
uitscheiding via traanvloei, AH-secreten en mest
• Symptomen: veel subklinisch (<-> papegaai), conjunctivitis, rhinitis, gezwollen oogleden,
reutelende AH, diarree, anorexie, futloosheid
• Diagnose: staalname (swab conjunctiva/choanae/cloaca), PCR!, STAMP kleuring (moeilijk),
serologie niet zinvol (50% duiven seropositief
• Bestrijding: 30-45d AB doxycycline
Ademhalingsstoornissen = coryza = kopziekte = het snot
• Etiologie multifactorieel: infectieus (herpesvirus, C. psittaci, E. coli, S. intermedius, Mycoplasma,
Aspergillus fumigatus, trichomonas, gisten), niet-infectieus (hygiëne, stress, klimaat, omgeving)
• Symptomen: dikke kop, gezwollen/vochtige conjunctiva, 3e ooglid verschijnt = het vliesje, snot,
open bek ademen, hoesten bij duwen op trachea
• Diagnose: labo-OZ (natief OZ = trichomonas, cytologisch OZ = gisten), longswab (E. coli,
aspergillus), neusswab (staphylococcus), PCR (choanaeswab herpes/ornitose/mycoplasma)
• Bestrijding: predisponerende factoren aanpakken, chlamydia doxycycline, E.coli AB
Candida albicans
• Facultatief pathogeen = normale darmbewoner, normale krop bewoner
• Symptomen: kropcandidiase (ledigt niet, regurgitatie, beleg mond), darmcandidiase (platte mest,
slechte vluchtprestaties, mager)
• Diagnose: cytologisch OZ (swab krop en cloaca)
• Bestrijding: AB gebruik verminderen, nystatine
Parasitaire ziekten
Trichomonas gallinae
• Epidemiologie: heel het jaar, bij alle leeftijden
• Pathogenese: opname oraal à XXX krop en pharynx à verspreiding naar neus, AHS en lever
mogelijk, navelinfectie bij nestjongen, soms doorbreken naar aorta
• Symptomen: slechte vluchtprestaties, meer slijm, geel beleg in mond, sterfte nestjongen
• Diagnose: microscopisch OZ kropswab (vers staal)
• Bestrijding: ronidazole, uitdrogen drinkwaterpot 24u
Hexamita columbae
• Epidemiologie: jonge duiven, vaak complicatie van adenovirus type 1, adult subklinische drager
• Pathogenese: opname oraal à XXX SVS à (sec. XXX bacteriën (E. coli) à) uitscheiding via mest
• Symptomen: diarree (groen, stinkend), braken, vermageren, dehydratatie, polydipsie, sterfte bij
niet behandelen
• Diagnose: microscopisch OZ cloaca swab/verse mest!
• Bestrijding: ronidazole, AB, ondersteunend glucose/elektrolyten
4
, Ascaridia (spoelworm – ovaal) en capillaria (haarworm – citroentje)
• Symptomen: lichte enteritis, erger bij capillariose, slechte vluchtprestaties, plattere mest,
vermageren, anemie, diarree, soms sterfte
• Diagnose: mest-OZ flotatiemethode
• Bestrijding: hygiëne, benzimidazoles, levamisole
Coccidiose – Eimeria labbeana en columbarum
• Overdracht: zonder tussengastheer
• Symptomen: subklinisch (afh. van infectiegraad en immuniteit), diarree, slechte vluchtprestaties
• Diagnose: mest-OZ flotatiemethode (oöcysten)
• Bestrijding: hygiëne, branden hokken, medicatie meestal niet nodig (sulfonamiden, toltrazuril)
Ectoparasieten
• Luizen (vederluis en stuitluis): irritatie (vnl stuitluis), bestrijding insecticiden
• Vedermijten: geen klinisch belang
• Schurft: zien we hier niet
• Bloedzuigende mijten (dermanyssus gallinae) en teken (argas reflexus!): sterfte nestjongen,
bestrijding insecticiden en demonteren hok
Niet-infectieuze aandoeningen
Polyurie
• Speelseizoen: zenuwachtigheid (weduwenaars, transport)
• Kweekseizoen: PU/PD-syndroom
• Diagnose: zenuwachtigheid = in de ochtend betere mest, PU/PD syndroom stopt na spenen
• Bestrijding: geen
Vederafwijkingen
• Stokrui = veer die niet kan uitbuizen
• Bloedpennen = arterie en vene blijft aanwezig en atrofieert à bloeding (ziekte of VS-tekort)
• Foutnepen groeistoplijnen = afwijking in vorming veer (ziekte of VS-tekort)
• Corticosteroïden (pijngrens verhogen, rui uitstellen, jongen klein houden) à groeistoplijnen,
rafelende vlaggen, kleine vlaggen, sterfte nestjongen, onvruchtbaarheid, minder afweer
Sialolieten = harde concrementjes op gehemelte = speekselsteentjes
• Symptomen: slechte vluchtprestatie
Legnood
• Etiologie: door afwijking aan ei (te groot, geen/ruwe schaal, onregelmatige vorm), door afwijking
aan duif (Ca-tekort, anatomisch)
• Behandeling: glijmiddel en masseren, oxytocine, keizersnede
Intoxicatie
• Etiologie: kwaad opzet, organische fosfaatesters
• Symptomen: acute sterfte, grote pupillen, speekselen, diarree, krampen, verlamming
• Bestrijding: indien recent laten braken (levimasole), atropine, medicatie (rode lijst wedstrijdduif:
benzimidazoles en corticosteroiden)
5
BIJZONDERE DIEREN
Beknopte samenvatting
2e Master Diergeneeskunde
Universiteit Gent
,Vogels
Anatomie en fysiologie
• Rui: continu (grasparkiet, kaketoe), seizoensgebonden (kanarie, hoenders, duiven)
• Broedpatch: haarverlies abdomen om meer warmte naar ei te krijgen
• Vederafwijkingen: dubbelgroei (vlag en groei stopt en begint terug door energie- of VS tekort),
bloedpennen: kan wijzen op ziekteproces
• Poten: zygodactiel (2-2 roofvogel, papegaai, parkiet), anisodactiel (3-1 kip, kanarie)
• Bek: rhinotheca (hoornlaag bovensnavel) 6 maand, gnatotheca (ondersnavel) 2-3 maand
• Krop: verweken voedsel (3u) dmv speekselamylase à >3u = kropstase
• Maag: kliermaag (pepsine + HCl), spiermaag (mechanisch: grit, koilin beschermt)
• Caeca: sterk ontwikkeld (galliformes), rudimentair/afwezig (passeri-, columbi- en psittaciformes)
• Colon: vochtresorptie en retroperistaltiek
• Cloaca: coprodeum (darm), urodeum (urogenitaal), proctodeum (buitenwereld)
• Dropping: uraten + urine (urinezuur/uraten eindproduct) + faeces
• Trachea: gesloten kraakbeenringen (geen cuK gebruiken)
• Longen: dorsaal aan ribben, zetten niet uit (luchtzakken wel)
• 9 luchtzakken: 1 claviculaire, 2 cervicale, 2 craniale- en 2 caudale thoracale, 2 abdominale
• SC injectie: in hals naar caudaal gericht (vasculaire plexus)
• Parenterale toediening: in craniale helft v/h lichaam
• Drinkwateropname: 100-200 ml/kg
• Voortplantingsstelsel: enkel linker eileider + ovarium ontwikkeld
• Harderse klier (oog): zorg voor aanmaak immuniteit à vaccinatie via oogdruppelmethode
Klinisch onderzoek
• Grote energiebehoefte: passeriformes 30% van het LG
• Algemene indruk in rust en op afstand (vogel kan het verbergen dus in begin met rust laten)
• Bloedafname max. 1% LG
• IV injectie: mediale pootvene, vleugelvene, rechter halsvene (kleine vogel)
• Vochttoediening: SC via precrurale plooi (20 ml/kg)
• IM injectie: borstspier middelste derde naar craniaal (duif vermijden: bilspier)
1
,Duif - columbiformes
Infectieuze aandoeningen
Virale ziekten
Paramyxovirus = pidgeon aviair avulavirus type 1 (PAAvV-1)
• Aangifteplichtig !
• Incubatieperiode: 5-35d
• Pathogenese: opname aerogeen/oraal à XXX intredepoort (! geen symptomen: verschil
pseudovogelpest = geen AHS en diarree) à tropisme hersenen en nieren à non-purulente
encephalitis en interstitiële nefritis à uitscheiding via mest
• Symptomen: torticollis, PU/PD!, afwijkende veren
• Mortaliteit: 5% (nestjongen)
• Diagnose: symptomen, PCR (staalname cloacaswab of orofaryngeale swab), bloedname mediale
pootvene, PM (hersenen, nieren)
• Bestrijding: curatief verboden (aangifteplichtig), preventie (vaccinatie: wettelijk veprlicht voor
wedstrijd/tentoonstelling!)
Adenovirus en rotavirus
• Pathogenese: opname oraal à viremie à verspreiding naar organen à uitscheiding via mest
Adenovirus Rotavirus
Type 2 Type 1
Bij alle leeftijden Bij jonge duiven (2-7 maand) Bij jonge duiven (2-7 maand)
Heel het jaar Seizoensgebonden (april-juli) Seizoensgebonden (april-juli)
<6w intermitterend Snelle spreiding Snelle spreiding
Hoge mortaliteit (tot 30%) Lage mortaliteit Hoge mortaliteit (tot 50%)
Symptomen: acute levernecrose Symptomen: buikgriep (diarree, Symptomen: buikgriep (diarree,
enteritis) enteritis) + erge levernecrose
Tropisme lever Tropisme darm Tropisme darm en lever
Diagnose: intranucleaire Diagnose: intranucleaire Diagnose: (GEEN inclusies),
inclusies, PCR inclusies, symptomen, periode, symptomen, periode, leeftijd
leeftijd (jongeduivenziekte), PCR (jongeduivenziekte), PCR
(Vaccin: pluimveestam) (Vaccin: pluimveestam) Vaccin: duivenstam (beter)
Behandeling: ondersteunend Behandeling: ondersteunend Behandeling: geen
Herpesvirus
• Pathogenese: opname tijdens azen
• Symptomen: meestal subklinisch, latente dragers (intermitterende uitscheiding: stress), jonge
duif = systemische ziekte en aantasting lever à sterfte nestjongen, adulte duif =
immunosuppressie (rol in coryza contagiosa complex AHS: problemen tijdens vlucht)
• Diagnose: cytologie, histologie (lever, trachea), PCR!, geen serologie (dieren positief)
• Bestrijding: vaccinatie, behandeling rust en evt. AB
2
,Poxvirus
• Pokkenvirus = klassieke pokken, (bloedpokken = atypische pokken = regresseert)
• Pathogenese: overdracht via stekende vector of direct contact à aantasting huid en mucosae
(ernst afh. van virulentie stam)
• Incubatieperiode 10-20d
• Symptomen: huidvorm, difteroïde vorm, sterfte door niet meer kunnen eten
• Diagnose: klinisch beeld = pathognomonisch
• Bestrijding: vaccinatie SC of veerfollikel, symptomatisch, noodenting, vector bestrijden
Circovirus
• Rol in jonge duivensyndroom: tropisme bursa (bij duif < 6 maand)
• Triggerende rol: weerstandsvermindering
• Pathogenese: horizontale (mest) en verticale (ei) overdracht à XXX in lymfoïde organen (bursa,
thymus, milt, beenmerg) à zwelling bursa en milt, lymfocyten depletie à immunosuppressie
• Symptomen: sterfte nestjongen, jonge duif = lethargie, gewichtsverlies, AHS, diarree, slechte
vluchtprestaties, oudere duiven (>1j) = asymptomatische drager
• Bestrijding: geen vaccin, hygiëne (horizontaal), kweken met neg dieren en geen stress (verticaal)
Bacteriële en mycotische ziekten
Salmonella typhimurium (!) = paratyphus
• Pathogenese: opname oraal à XXX SVS à enteritis à septicemie à XXX organen à
granulomateuze ontsteking
• Overdracht: horizontale (mest) en verticale (ei)
• Mortaliteit: tot 100% sterfte nestjongen, laag bij adult
• Symptomen: diarree, vermageren, magerzucht, PU/PD, zenuwsymptomen (torticollis),
granulomen SC en in ooglid (conjunctivaal)
• Diagnose: isolatie uit organen of mengmest (groep), snelle agglutinatie in bloedplasma
• Bestrijding: curatief (hygiëne, AB groep, autovaccin), preventie (vaccinatie)
Streptococcus gallolyticus
• Facultatief pathogeen = normale darmbewoner
• Pathogenese: predisponerende factoren nodig: doorbraak naar bloedbaan à septicemie à
verspreiding naar organen
• Symptomen: acute sterfte (elke leeftijd), niet kunnen vliegen, manken, slijmerige mest en PU,
torticollis, afhangende vleugel, arthritis, tenosynovitis pees borstspier, spiernecrose
• Diagnose: isolatie uit organen (PM), GEEN isolatie uit darm/mest want normale darmbewoner
• Bestrijding: hygiëne, AB (amoxicilline, ampicilline)
Escherichia coli
• Facultatief pathogeen = normale darmbewoner
• Pathogenese: predisponerende factoren nodig (slechte hygiëne, primaire infectie bv.
adenovirus): doorbraak naar bloedbaan à septicemie à verspreiding naar organen
• Symptomen: door primaire infectie (adenovirus: braken, diarree, vermageren), sterfte
nestjongen, navel-dooierontsteking
• Diagnose: isolatie uit organen (PM), GEEN isolatie uit darm/mest want normale darmbewoner
• Bestrijding: bestrijden primaire infectie, AB (antibiogram! Resistentie!)
3
,Chlamydia psittaci = ornithose
• Pathogenese: opname via inhalatie à XXX darmen en AHS à verspreiden naar organen à
uitscheiding via traanvloei, AH-secreten en mest
• Symptomen: veel subklinisch (<-> papegaai), conjunctivitis, rhinitis, gezwollen oogleden,
reutelende AH, diarree, anorexie, futloosheid
• Diagnose: staalname (swab conjunctiva/choanae/cloaca), PCR!, STAMP kleuring (moeilijk),
serologie niet zinvol (50% duiven seropositief
• Bestrijding: 30-45d AB doxycycline
Ademhalingsstoornissen = coryza = kopziekte = het snot
• Etiologie multifactorieel: infectieus (herpesvirus, C. psittaci, E. coli, S. intermedius, Mycoplasma,
Aspergillus fumigatus, trichomonas, gisten), niet-infectieus (hygiëne, stress, klimaat, omgeving)
• Symptomen: dikke kop, gezwollen/vochtige conjunctiva, 3e ooglid verschijnt = het vliesje, snot,
open bek ademen, hoesten bij duwen op trachea
• Diagnose: labo-OZ (natief OZ = trichomonas, cytologisch OZ = gisten), longswab (E. coli,
aspergillus), neusswab (staphylococcus), PCR (choanaeswab herpes/ornitose/mycoplasma)
• Bestrijding: predisponerende factoren aanpakken, chlamydia doxycycline, E.coli AB
Candida albicans
• Facultatief pathogeen = normale darmbewoner, normale krop bewoner
• Symptomen: kropcandidiase (ledigt niet, regurgitatie, beleg mond), darmcandidiase (platte mest,
slechte vluchtprestaties, mager)
• Diagnose: cytologisch OZ (swab krop en cloaca)
• Bestrijding: AB gebruik verminderen, nystatine
Parasitaire ziekten
Trichomonas gallinae
• Epidemiologie: heel het jaar, bij alle leeftijden
• Pathogenese: opname oraal à XXX krop en pharynx à verspreiding naar neus, AHS en lever
mogelijk, navelinfectie bij nestjongen, soms doorbreken naar aorta
• Symptomen: slechte vluchtprestaties, meer slijm, geel beleg in mond, sterfte nestjongen
• Diagnose: microscopisch OZ kropswab (vers staal)
• Bestrijding: ronidazole, uitdrogen drinkwaterpot 24u
Hexamita columbae
• Epidemiologie: jonge duiven, vaak complicatie van adenovirus type 1, adult subklinische drager
• Pathogenese: opname oraal à XXX SVS à (sec. XXX bacteriën (E. coli) à) uitscheiding via mest
• Symptomen: diarree (groen, stinkend), braken, vermageren, dehydratatie, polydipsie, sterfte bij
niet behandelen
• Diagnose: microscopisch OZ cloaca swab/verse mest!
• Bestrijding: ronidazole, AB, ondersteunend glucose/elektrolyten
4
, Ascaridia (spoelworm – ovaal) en capillaria (haarworm – citroentje)
• Symptomen: lichte enteritis, erger bij capillariose, slechte vluchtprestaties, plattere mest,
vermageren, anemie, diarree, soms sterfte
• Diagnose: mest-OZ flotatiemethode
• Bestrijding: hygiëne, benzimidazoles, levamisole
Coccidiose – Eimeria labbeana en columbarum
• Overdracht: zonder tussengastheer
• Symptomen: subklinisch (afh. van infectiegraad en immuniteit), diarree, slechte vluchtprestaties
• Diagnose: mest-OZ flotatiemethode (oöcysten)
• Bestrijding: hygiëne, branden hokken, medicatie meestal niet nodig (sulfonamiden, toltrazuril)
Ectoparasieten
• Luizen (vederluis en stuitluis): irritatie (vnl stuitluis), bestrijding insecticiden
• Vedermijten: geen klinisch belang
• Schurft: zien we hier niet
• Bloedzuigende mijten (dermanyssus gallinae) en teken (argas reflexus!): sterfte nestjongen,
bestrijding insecticiden en demonteren hok
Niet-infectieuze aandoeningen
Polyurie
• Speelseizoen: zenuwachtigheid (weduwenaars, transport)
• Kweekseizoen: PU/PD-syndroom
• Diagnose: zenuwachtigheid = in de ochtend betere mest, PU/PD syndroom stopt na spenen
• Bestrijding: geen
Vederafwijkingen
• Stokrui = veer die niet kan uitbuizen
• Bloedpennen = arterie en vene blijft aanwezig en atrofieert à bloeding (ziekte of VS-tekort)
• Foutnepen groeistoplijnen = afwijking in vorming veer (ziekte of VS-tekort)
• Corticosteroïden (pijngrens verhogen, rui uitstellen, jongen klein houden) à groeistoplijnen,
rafelende vlaggen, kleine vlaggen, sterfte nestjongen, onvruchtbaarheid, minder afweer
Sialolieten = harde concrementjes op gehemelte = speekselsteentjes
• Symptomen: slechte vluchtprestatie
Legnood
• Etiologie: door afwijking aan ei (te groot, geen/ruwe schaal, onregelmatige vorm), door afwijking
aan duif (Ca-tekort, anatomisch)
• Behandeling: glijmiddel en masseren, oxytocine, keizersnede
Intoxicatie
• Etiologie: kwaad opzet, organische fosfaatesters
• Symptomen: acute sterfte, grote pupillen, speekselen, diarree, krampen, verlamming
• Bestrijding: indien recent laten braken (levimasole), atropine, medicatie (rode lijst wedstrijdduif:
benzimidazoles en corticosteroiden)
5