2025-2026
1. FARYNX
- Holle buis die spijsvertering en luchtweg uitmaakt
- 3 delen (geen stricte begrenzing):
o Nasofarynx (boven niveau zacht verhemelte)
o Orofarynx (tot bovenrand epiglottis)
o Hypofarynx (tot slokdarmingang)
- Kruisen met luchtweg: van neus naar trachea
- Kruisen spijsverteringstelsel: van mond naar slokdarm
1. Onderzoek van de farynx
- nasofarynx: neusendoscopie tot in NF (achterste rhinoscopie) à niet direct inspecteerbaar
- orofarynx: tongspatel
- hypofarynx: indirecte laryngoscopie
2. NASOFARYNX
- Belangrijke elementen:
o Choana: achterste opening neusholte naar neus-keelholte
o Tuba = buis van Eustachius: verbindt nasofarynx met middenoor
o Adenoid = neusamandel: immuunsysteem
o Velum = zacht gehemelte:
§ ondergrens nasofarynx
§ scheiding tussen neus- en mondholte: bevat spieren
§ kan bewegen: als omhoog is toegang van naso- naar orofarynx afgesloten = velofaryngiale sfincter
- Fysiologie: ademhaling, slikken, spreken (gesloten neusspraak - open neusspraak), tuba
2.1 Velofaryngeaal sluitingsmechanisme
- Sluiten doorgang van naso- naar orofarynx: verhemelte gaat als klep omhoog
- Velum klapt op + farynxwanden komen naar binnen en voor (concentrische sfincterbeweging)
- Belangrijkste spier voor sluiting = m. levator veli palatini (loopt dwars door velum en trekt het omhoog) –
spiergroepen niet kennen
- Gecoördineerde beweging van
o Velum: naar achter en boven
o Posterieure faryxwand: naar voor
o Laterale farynnxwanden: naar mediaal
- Openen: ontspanning spieren, zwaartekracht, activiteit m. palatoglossus
Velofaryngeale functie
- Openen (= RUST): neusademhaling + spraak (nasale medeklinkers n, mg, ng – bijna alle klanken in ndl met gesloten sfincter)
o Pathologie die obstructie geeft (bv adenoid, verkoudheid): moeilijker te verstaan
- Sluiten:
o Slikken
o Spraak (alle andere spraakklanken)
o Openen van buis van Eustachius
o Krachtig blazen (bv ballon, blaasinstrument)
- INSUFFICIENTIE (sfincter niet goed afsluiten):
o Slikken: nasale regurgitatie (eten en drinken uit neus komen)
o Spraak: open neusspraak
§ Onvoldoende druk in mond opbouwen om medeklinkers te kunnen produceren (bv geen p kunnen zeggen
als drukopbouw onmogelijk)
§ Bij totale insufficientie ontsnapt alle lucht via sinussen
1
, § Klinkt nasaler, medeklinkers vervagen (k ipv p) à in ergste geval: klinkerspraak (geen medeklinkers meer
geproduceerd)
§ Bij neus dichtknijpen beter
§ Logopedie à bij structureel tekort van lengte logopedie probleem niet volledig oplossen (R/ chirurgisch:
diameter nasofarynx verkleinen, verlengen met wangflappen)
o Openen buis Eustachius: middenoorproblemen
§ Bv gehemeltespleet: normaal buizen opengetrokken bij slikken en geeuwen, hier minder: minder goede
werking buis, minder goede middenoor ventilatie (= meer ontsteking etc)
Velofaryngeale insufficiëntie: OORZAKEN
- Structureel:
o Verhemeltespleet (grootste oorzaak)
§ Voor lft 1j beginnen behandelen om ontwikkeling mogelijk te maken
o Disproportie lengte zacht verhemelte – diepte nasofarynx (ev na adenotomie)
§ Adenotomie maskeert soms velofarygeale insufficientie: na ingreep plots open neus spraak
o Oncologie
- Functioneel: neuromusculaire aandoeningen
o Op 3-4j merken dat spraak niet loopt: bij navragen bleek als baby melk uit neus te komen
o Komt meer voor bij bepaalde genetische syndromen
à met VIDEOFARYNGROGRAFIE diagnose stellen (kijken of week verhemelte doorgang nasofarynx volledig afsluit)
2.2 Pathologie nasofarynx
à cfr deel neusobstructie
- Juveniel angiofibroom: goedaardige vasculaire tumor in nasofarynx (R/ chirurgische resectie met ev voorafgaande
embolisatie)
- Nasofarynxcarcinoma:
o Duurt lang eer het volledige neusobstructie geeft (choana tot aan nasofarynx dichtmaken)
o 1e symptoom: verstopping buis Eustachius: vocht achter trommelvlies (frequent bij kinderen van wie buizen nog
niet volgroeid en goedwerkend) à bij volw zz: altijd nakijken
- Adenoidhypertrofie
- Choanaalatresie
o Niet geopend bij ontwikkeling in baarmoeder: membraneuze of beenderige afsluiting in nasofarynx
o Kan aan 1 of beide kanten voorkomen: zo aan 2 kanten heeft baby geen mogelijkheid om door neus te ademen
(!! Babys zijn obligate neusademhalers)
o Urgentie!! R/intuberen
o Unilateraal veel later geopereerd: niet zozeer AH symptoom op voorgrond maar continue neusloop aan 1 kant
want normaal afgevoerd via nasofarynx
3. OROFARYNX
- 2 tonsilbogen (farynxpijlers):
o Arcus palatoglossus
o Arcus palatofaryngeus
- Loge tussen bogen: TONSIL- of AMANDELloge
o Bij volwassenen keelamandelen meestal niet te zien
3.1 Ring van WALDEYER
- Tonsillen:
o 1 tonsilla pharyngea (adenoid, neusamandel)
o 2 tonsilla palatina (keelamandel)
o 2 tonsilla lingualis (tongamandel)
- Deel van MALT (mucosa-associated lymphoid tissue): eerstelijnsdefensie tegen
antigenen (inhalatie/ingestie), via activatie B-cellen en productie IgM en IgA
o Bij geboorte kleine tonsilstructuren, vergroten in volume gedurende 1e
levensjaren (wss door contact met infecties)
o Grootst op leeftijd 6j, vanaf dan stilletjes aan verkleinen (bij volwassenen grotendeels geinvolueerd)
2
,3.2 PATHOLOGIE
1. Aangeboren afwijkingen: PALATOSCHISIS
- Deel van overkoepelende term schisis: spleten in lip, kaak, verhemelte,… of combinaties
- Relatief zz, wel incidentie 1/800 geboortes bij alle subtypes samentellen (1 v meest voorkomende
aangeboren aandoeningen na aangeboren hartaandoeningen)
- Eerste manifestatie: melk naar neus bij drinken, geen sterk vacuum zuigen in mond door lek naar neus
- Aanpassingen voeding nodig (voor borstvoeding veel zuigkracht nodig): aanpassingen aan fles en speen
gebruik
o bv type flesje waar je melk zelf bijduwt: melk onder positief druk in mond komen op ritme zuigreflex
- ingreep VOOR start spraakontwikkeling (10m)
- PIERRE-ROBIN sequentie (=speciale vorm):
o Gevolg van andere misvorming: kind met kleine mandibula
o Geisoleerde vorm verhemeltespleet met mandibulaire hypoplasie en naar achter vallen tong (wisselend van
ernst – soms ook interventie nodig)
o Normaal: 2 gehemelteplaten die vroeg met elkaar versmelten <-> P-R sequentie: kleine onderkaak à tong heeft
veel plaats en versmelting niet goed plaatsvinden
o Terugliggende onderkaak: na geboorte weinig plaats in mond: tong valt naar achter in farynx = AH- &
luchtwegproblemen
2. Patiënt met ACUTE KEELPIJN
1. ACUTE (RHINO)FARYNGITIS
- Banale pathologie: geen behandeling nodig (indien nodig wel pijnstilling)
- Virale ontsteking (<virussen die verkoudheden veroorzaken)
- Farynx zichtbaar wat roder door vasculaire dilatatie
o Hydrateren door bv regelmatig te slikken (kan helpen door op keelpastille te zuigen)
2. ACUTE TONSILLITIS (ANGINA TONSILLARIS)
- Onderzoek van farynx: tonsillen gezwollen, rood/witte punten, halsklieren gezwollen
- Beslag in crypten tonsillen: kan manifesteren als witte stippen of lijnen
- Kiemen: viraal/bacterieel, β-hemolytische streptococcen A/andere bact (gezonde dragers van
pathogene kiemen/normale flora)
o Geen reden om AB voor te schrijven aan iedereen
- Complicaties (0,03%):
o Acuut gewrichtsreuma: atritis grote gewrichten na symptoomloze periode à soort immuunreactie tov
streptococcen reactie (kan ook tot endocarditis leiden)
o Glomerulonefritis (kan specifiek na β-hemolyt strep A)
- Diagnose: kliniek
- Wanneer AB: aanslepende klachten/erg ziekte patiënten, verminderde algemene weerstand, recidiverende
streptococcenangina, verhoogd risico op endocardititis (acuut rheuma in VG, hartlijden,…)
- Mononucleosis infectiosa = klierkoorts
o EBV
o Als kind of jonge volw geinfecteerd: op volwassen lft iedereen AS
o Volledig wit beslag op tonsillen
o vaak niet alleen halsklieren maar veralgemeende lymfeklierzwelling, hepatosplenomegalie
o jonge patiënten met vermoeden: bloedname (verhoogde #lymfocyten à indicatie dat niet
bacterieel maar EBV)
§ EBV serologie
o Niet met AB behandelen à kruisreactie obv hoge aantal lymfocyten (uitslag) typisch bij
patiënten met actieve EBV infectie (uitslag geven)
- Angina van Plaut-Vincent: unilaterale tonsillitis
o Presenteren met soort ulcus in 1 tonsil
o Kiemen: spirocheten & fusiforme bacillen mengeling
o Geen algemeen ziektegevoel, pijn aan 1 kant, uitstralend naar oor, vaak 1-zijdig
o Ronde doen in gesloten gemeenschappen (kazernes, internaten)
3. PERITONSILLAIR ABCES
- Frequente complicatie: uitbreiding infectie tot buiten kapsel tonsil
- Begin: acute tonsillitis met (ernstige) pijn aan 1 kant
- Zwelling aan 1 kant, uvula naar andere kant geduwd
3
, - Puscollectie langs peritonsillair abces
- R/: Indicatie voor AB (zelfs IV), zo mogelijk ettercollectie draineren (als patiënt het verdraagt)
- + vaak amandel wegnemen tijdens korte ingreep, abces gedraineerd en oorzaak weggenomen
- Hot potato voice, trismus
Indicaties TONSILLECTOMIE
Recidiverende - Aantal episodes: 3-5/j, 4/j gedurende 2j
acute tonsillitis - Onderscheid tonsillitis vs faryngitis moeilijk voor patiënten
o Rol huisarts: verwijsbrief met documentatie episodes
- Voorkomen complicaties (acuut gewrichtsreuma, glomerulonefritis)
- Incidentie 0.03%: op zich geen reden tonsillectomie
Peritonsillair abces Zie boven
Hypertrofie - Vooral jonge kinderen hierdoor in problemen komen
tonsillen - Obstructieve ademhaling: slaapapnee
o Bij kinderen van wie slaap onderbroken: bijna altijd oorzaak bij
tonsillen/groot adenoid (goede indicatie chirurgie)
- Bijna raken op middellijn = kissing tonsils
Voedselretentie in - Witte bolletjes zichtbaar in crypten = tonsilloiden
crypten o Loskomen in mond (storend)
- Bij patiënten die erover klagen: tonsil masseren om ze leeg te maken
o Wegdoen voor ze lang aanwezig kunnen zijn en geur kunnen ontwikkelen
- Als blijvend aanhouden: tonsillectomie
Techniek:
- Keelamandelen = omkapselde organen à uit loge disseceren
1. Klassieke tonsillectomie (extracapsullaire dissectie)
2. Intracapsulaire tonsillectomie (coblatie)
o Ablatietechniek: probe creeert plasmaveld met fysiologisch water
o Weefsel lost op wanneer geraakt: tonsil volledig wegnemen
o Stoppen net voor kapsel: bv en zenuwen pericapsulair: laten zitten dus minder pijn en
bloedingsrisico
o Kapsel laten zitten: klein recidief op tonsilgroei (terugkomen problemen)
Indicaties ADENOTOMIE
Hypertrofie - Obstructieve ademhaling Techniek: nasofarynx
adenoid - Chronische neusobstructie en open mondademhaling achterwand
- Chronische otitis media serosa (+trommelvliesbuisjes): kans weggeschraapt
vergroten dat als buisjes wegvallen er goede doorgang blijft
NAZORG (adeno)tonsillectomie
- Observatie op bloeding
o Kinderen mogen na 4u naar huis (onder narcose in daghospitaal)
o Volwassene blijven nacht
- Wondes zijn niet gehecht: wit beeld op plek waar amandelen zaten
- Pijnstilling: pijn heel variabel
- Vochtinname, voeding: eerste 10d zachte voeding voor pijn en om bloedingsrisico te verminderen
NADELEN (adeno)tonsillectomie
- Ingreep zelf
o Anesthesie
o Bloeding: T>A
§ Tot 2 weken na ingreep optreden, bij fel bloeden soms patiënt in slaap om bloedvat te sluiten
o Functiestoornissen: na adenectomie tijdelijk open neusspraak (verhemelte < groot adenoid nooit moeten heffen à
tijdje wennen om verhemelte spieren meer te gebruiken)
§ !! onderliggend gemaskerd probleem velofaryngeale insufficientie kan blijvend zijn
- Immunologische gevolgen:
o Rol structuren grootst in 1e levensjaren: ingrepen vermijden voor leeftijd 2-3j
o Op latere leeftijd geen infecties meer na ingrepen
- Recidief
o Adenotomie: adenoid niet omkapseld: nooit totale excisie (kans op recidief)
o Tonsillectomie: kleine kans bij intracapsulaire resectie
4