1; Bespreekt haar aanpak van de dagelijkse activiteit.
Vraag aan de cliënten wat ze willen eten voor de avondmaaltijd. En dit zetten
we op het boodschappenbriefje.
2; bereidt groepsactiviteit voor.
IK laat cliënte boodschappenbriefje maken van wat er nodig en welke
producten we verder nog nodig zijn voor de komende dagen. Gaan samen even
bij de voorraad kast lang en cliënte schrijft op het briefje wat we nodig zijn
3; schat de benodigde tijd voor de activiteit realistische
in.
Bekijken even de tijd hoe laat we terug moeten zijn en hebben hier ongeveer
een uurtje voor nodig. We gaan samen met de auto naar de winkel.
4; Zet de juiste materialen en middelen in voor de
activiteit die zij organiseert.
We verzamelen de lege flessen, potten en de boodschappentas zetten we klaar.
Wij kijken hoeveel boodschappen geld we nodig zijn, en nemen de
huishoudgeld portemonnee mee. Bij de winkel helpt de cliënte mee om eerst
de lege flessen in de flessenautomaat te doen. De bon van de flessen doen we
voor in de portemonnee, zodat we dit niet vergeten in te leveren.
Dan gaan we rustig per winkelgang bekijken wat we nodig zijn, en ik laat cliënte
dit zo veel mogelijk zelf doen. We bekijken als er ook eigen merkproducten zijn
of voordeel verpakkingen en aanbiedingen. Dit gaat heel goed en we bespreken
onder tussen als we alles hebben, wat we nodig zijn. Als we alles hebben gaan
we naar de kassa. En cliënte helpt mee om alles op de band te leggen en ook
weer in te pakken in de tassen. Ik adviseer om de zware producten onder in de
tas te doen en de kwetsbare producten boven op te leggen.
De winkelbediende verteld ons hoeveel we moeten betalen, en ik laat cliënte
de flessen bon inleveren, en ik geef het geld aan de cliënte zodat hij kan leren
hoe het werkt om te betalen. En ik let erop dat hij goed kijkt als hij het juiste
wisselgeld terugkrijgt. Ik laat hem om een bon vragen dan kunnen we samen
zien als de bedragen kloppen met de producten die we hebben gekocht.
Vraag aan de cliënten wat ze willen eten voor de avondmaaltijd. En dit zetten
we op het boodschappenbriefje.
2; bereidt groepsactiviteit voor.
IK laat cliënte boodschappenbriefje maken van wat er nodig en welke
producten we verder nog nodig zijn voor de komende dagen. Gaan samen even
bij de voorraad kast lang en cliënte schrijft op het briefje wat we nodig zijn
3; schat de benodigde tijd voor de activiteit realistische
in.
Bekijken even de tijd hoe laat we terug moeten zijn en hebben hier ongeveer
een uurtje voor nodig. We gaan samen met de auto naar de winkel.
4; Zet de juiste materialen en middelen in voor de
activiteit die zij organiseert.
We verzamelen de lege flessen, potten en de boodschappentas zetten we klaar.
Wij kijken hoeveel boodschappen geld we nodig zijn, en nemen de
huishoudgeld portemonnee mee. Bij de winkel helpt de cliënte mee om eerst
de lege flessen in de flessenautomaat te doen. De bon van de flessen doen we
voor in de portemonnee, zodat we dit niet vergeten in te leveren.
Dan gaan we rustig per winkelgang bekijken wat we nodig zijn, en ik laat cliënte
dit zo veel mogelijk zelf doen. We bekijken als er ook eigen merkproducten zijn
of voordeel verpakkingen en aanbiedingen. Dit gaat heel goed en we bespreken
onder tussen als we alles hebben, wat we nodig zijn. Als we alles hebben gaan
we naar de kassa. En cliënte helpt mee om alles op de band te leggen en ook
weer in te pakken in de tassen. Ik adviseer om de zware producten onder in de
tas te doen en de kwetsbare producten boven op te leggen.
De winkelbediende verteld ons hoeveel we moeten betalen, en ik laat cliënte
de flessen bon inleveren, en ik geef het geld aan de cliënte zodat hij kan leren
hoe het werkt om te betalen. En ik let erop dat hij goed kijkt als hij het juiste
wisselgeld terugkrijgt. Ik laat hem om een bon vragen dan kunnen we samen
zien als de bedragen kloppen met de producten die we hebben gekocht.