Samenvatting geschiedenis Pabo toelatingstoets:
Tijdvak 1: Tijd van de jagers en boeren (tot 3000 v.C.)
01: van jagers tot landbouw:
De prehistorie betekent voor de geschiedenis. Het is dus de tijd voordat mensen
geschreven bronnen nalieten.
De prehistorie is een periode van ongeveer 2.5 miljoen jaar.
Door het ontbreken van de geschreven bronnen is het moeilijk om de geschiedenis te
vertellen. Archeologen onderzoeken de overblijfselen en de skeletten van de mensen
uit de oertijd. J
De eerste mensen kwamen uit Afrika. Vanuit Afrika trokken er enkele mensensoorten
over de rest van de aarde. De homo sapiens was de meest succesvolle mensensoort.
De homo sapiens trokken vanuit afrika de hele wereld over en veroverde de gehele
wereld.
Naam: Homo Habilis: handige mens
Vindplaats: Afrika: Kenia, Tanzania
Wanneer: 2,4 miljoen jaar geleden.
Naam: Homo Erectus: rechtopstaande mens
Vindplaats: Afrika, Zuid-Europa, Midden-Oosten, Zuidoost Azië
Wanneer: 1,9 miljoen jaar geleden.
Naam: Neanderthaler
Vindplaats: Zuid en midden Europa en Midden-Ooosten
Wanneer: 230.000 jaar geleden.
Naam: Homo Sapiens: verstandige mens
Vindplaats: Afrika, Azië, Europa, Noord- en Zuid-Amerika
Wanneer: 137.000 geleden.
Jagers en verzamelaars:
Jagers-Verzamelaars dit waren de eerste mensen. Deze mensen leefde van de jacht en
van alles wat zij onderweg aan eetbaars vonden. De jagers-verzamelaars leefden nooit
lang op dezelfde plekken. De dieren, één van de meest belangrijke voedselbronnen
trokken, namelijk per seizoen naar andere voedselrijke gebieden. De jagers-
verzamelaars trokken achter deze dieren aan. De jagers-verzamelaars waren nomaden.
Door de nomadische levenswijze moesten de jagers-verzamelaars makkelijke
verplaatsbare hutten, gereedschap en wapens hebben. Dit maakten ze vooral van o.a.
dierenhuiden, vuursteen, beenderen en hout.
,Jagers en verzamelaars – gereedschap en vuur:
De eerste mensachtige leefden waarschijnlijk zo’n 4 tot 6 miljoen jaar geleden in Oost-
Afrika. De oudste stenen werktuigen zin ongeveer 2,4 miljoen jaar oud. Vanaf die tijd
gebruikten mensen de stenen om gereedschap mee te maken om bijvoorbeeld vlees te
snijden en eenvoudige wapens te maken.
De homo erectus was waarschijnlijk de eerste mensensoort die een half miljoen jaar
geleden vuur wist te maken. Hierdoor waren ze minder afhankelijk van het klimaat en
gingen ze zich meer over Europa en Azië verspreidden. Door het maken van vuur konden
ze gevaarlijke dieren op afstand houden en het rauwe vlees braden of koken, zodat het
beter verteerbaar was.
Jagers en verzamelaars – voedsel:
De mensen waren voornamelijk alleen maar bezig met eten zoeken. Zo werd er gejaagd
op rendieren en mammoeten, er werd gevist en er werden eetbare planten en vruchten
verzameld. De mensen jaagde op de rendieren en mammoeten voor het vlees en de
huid. De dieren werden door samenwerking van de mensen een bepaalde kant op
gedreven, waardoor ze van een rotswand vielen of vast bleven zitten in een moeras.
Daarna werden ze aangevallen door de rendierjagers en gedood. Aan het einde van de
ijstijd was West-Europa een uitgestrekte toendra. Toendra is een gebied zonder bomen,
waar begroeiing bestond uit grassen, mossen en bergstruiken. Het toendraklimaat was
zeer ongunstig voor de groei van hogere planten, omdat de bodem gedurende minstens
zes maanden per jaar bevroren of met sneeuw bedekt was. Tijdens de zomer ontdooide
alleen de bovenste laag. Het water kon hierdoor niet wegzinken. De bodem van de
toendra was daardoor moerassig. Op deze toendra's trokken grote kuddes rendieren
rond
Jagers en verzamelaars – rendierjagers:
In onze streken, de lage landen, leefde aan het einde van de ijstijd een volk
van rendierjagers. Nederland en het gebied van de huidige Noordzee was een toendra
met grote kuddes rendieren. Rendierjagers volgden de kuddes en jaagden in kleine
groepen. Omdat deze mensen altijd onderweg waren leefden ze in tenten van
rendierhuiden.
Vanaf 8000 jaar geleden werd het warmer en geraakte het gebied dat we nu Nederland
noemen, bedekt met bossen. Door het smeltende ijs ontstond de Noordzee. Rendieren
trokken weg en nieuwe dieren bevolkten ons land zoals de eland, het everzwijn, beren
en herten.
Ook deze dieren werden door mensen bejaagd. Er werden lichte wapens gebruikt,
gemaakt van hout en been. Mensen leefden in basiskampen die bestonden uit enkele
ronde hutten. Voor de jacht waren mannen vaak meerdere dagen van huis.
,Jagers en verzamelaars – grotschilderingen:
De jagers en verzamelaars woonden in tenten of in grotten en hadden weinig
bezittingen. In grotten zijn vaak grotschilderingen gevonden.
Waarschijnlijk was het schilderen van deze tekeningen een ritueel voor de jacht of een
bewijs voor de jacht. Een andere reden kan zijn om de goden gunstig te stemmen voor
een succesvolle jacht of tot bescherming van de jagers die op jacht gingen. De
onderwerpen die geschilderd werden op de wanden van de grotten waren meestal
dieren, soms mensen.
Naast deze grotschilderingen sneden ze ook kleine beeldjes uit bot of ivoor. Deze
beeldjes moesten geluk brengen bij de jacht.
Landbouw en landbouwsamenlevingen:
De ontwikkeling van landbouw is pas ongeveer 11.000 jaar geleden op gang gekomen.
De landbouwers leefden niet nomadisch en vestigden zich voor een langere tijd op
dezelfde grond. Toen ze zelf voedsel gingen verbouwen, zoals graan was er geen
noodzaak meer om al rondtrekken voedsel te verzamelen.
Landbouw en landbouwsamenlevingen – eerste landbouwers in het Midden-Oosten:
In Midden-Oosten leefden de eerste landbouwers. De oevers van de rivieren Eufraat, de
Nijl en de Tigris boden vruchtbare grond. De overgang van de jagers-verzamelaars naar
de landbouwsamenleving wordt ook wel de agrarische of neolithische revolutie
genoemd. Toen de wereldbevolking meer ging groeien, moesten er meer mensen
telkens op zoek naar nieuwe landbouwgroepen. Rond 5000 v.C. bereikte de agrarische
revolutie West-Europa.
1. De 2.
eerste
agrarische nederzettingen werden gesticht Agrarische nederzettingen gesticht tussen
tussen 11000 en 9500 v. Chr. 9500 en 8000 v. Chr.
, 3. 4.
Nederzettingen gesticht tussen 8000 en 6400 v. Agrarische nederzettingen gesticht tussen
Chr. 6400 en 5000 v. Chr.
5.
Nederzettingen gesticht tussen 5000 en 3500 v.
Chr.
Landbouw en landbouwsamenlevingen – een nieuwe levensstijl:
Bij de landbouw was er een andere leefstijl dan bij de jagers en verzamelaars. Een boer
was gebonden aan zijn stuk grond en bouwde daar een huis op waar hij kon gaan wonen
met zijn gezin. De huizen moesten voldoende beschutting geven en flinke
opslagplaatsen bieden voor de opbrengsten van het land. Dit aangezien er niet meer
werd rondgetrokken en de boeren alle seizoenen mee op dezelfde plek waren.
Landbouw en landbouwsamenlevingen – het houden van dieren:
Het houden van dieren hoorden ook bij het boerenbedrijf, veeteelt. De eerste dieren die
door de mensen werd gehouden waren de wolf, schapen, geiten en varkens. Vanaf
ongeveer 4000 v.C. was het dankzij het wiel en de ploeg mogelijk om met runderen grote
stukken grond om te ploegen.
Landbouw en landbouwsamenlevingen – boeren in Nederland:
Vanaf ongeveer 5500 jaar v.C. vindt er ook in Nederland een omslag plaats. Er werden
bekers gemaakt van klei en daarna werden ze gebakken in het open vuur. De mensen die
in Noord-Nederland deze cultuur ontwikkelden waren de voorlopers van de eerste
boeren. Ze worden ook wel de Trechterbekervolk genoemd. Deze trechterbekers
werden opgegraven uit de grafmonumenten, de hunebedden.
Tijdvak 1: Tijd van de jagers en boeren (tot 3000 v.C.)
01: van jagers tot landbouw:
De prehistorie betekent voor de geschiedenis. Het is dus de tijd voordat mensen
geschreven bronnen nalieten.
De prehistorie is een periode van ongeveer 2.5 miljoen jaar.
Door het ontbreken van de geschreven bronnen is het moeilijk om de geschiedenis te
vertellen. Archeologen onderzoeken de overblijfselen en de skeletten van de mensen
uit de oertijd. J
De eerste mensen kwamen uit Afrika. Vanuit Afrika trokken er enkele mensensoorten
over de rest van de aarde. De homo sapiens was de meest succesvolle mensensoort.
De homo sapiens trokken vanuit afrika de hele wereld over en veroverde de gehele
wereld.
Naam: Homo Habilis: handige mens
Vindplaats: Afrika: Kenia, Tanzania
Wanneer: 2,4 miljoen jaar geleden.
Naam: Homo Erectus: rechtopstaande mens
Vindplaats: Afrika, Zuid-Europa, Midden-Oosten, Zuidoost Azië
Wanneer: 1,9 miljoen jaar geleden.
Naam: Neanderthaler
Vindplaats: Zuid en midden Europa en Midden-Ooosten
Wanneer: 230.000 jaar geleden.
Naam: Homo Sapiens: verstandige mens
Vindplaats: Afrika, Azië, Europa, Noord- en Zuid-Amerika
Wanneer: 137.000 geleden.
Jagers en verzamelaars:
Jagers-Verzamelaars dit waren de eerste mensen. Deze mensen leefde van de jacht en
van alles wat zij onderweg aan eetbaars vonden. De jagers-verzamelaars leefden nooit
lang op dezelfde plekken. De dieren, één van de meest belangrijke voedselbronnen
trokken, namelijk per seizoen naar andere voedselrijke gebieden. De jagers-
verzamelaars trokken achter deze dieren aan. De jagers-verzamelaars waren nomaden.
Door de nomadische levenswijze moesten de jagers-verzamelaars makkelijke
verplaatsbare hutten, gereedschap en wapens hebben. Dit maakten ze vooral van o.a.
dierenhuiden, vuursteen, beenderen en hout.
,Jagers en verzamelaars – gereedschap en vuur:
De eerste mensachtige leefden waarschijnlijk zo’n 4 tot 6 miljoen jaar geleden in Oost-
Afrika. De oudste stenen werktuigen zin ongeveer 2,4 miljoen jaar oud. Vanaf die tijd
gebruikten mensen de stenen om gereedschap mee te maken om bijvoorbeeld vlees te
snijden en eenvoudige wapens te maken.
De homo erectus was waarschijnlijk de eerste mensensoort die een half miljoen jaar
geleden vuur wist te maken. Hierdoor waren ze minder afhankelijk van het klimaat en
gingen ze zich meer over Europa en Azië verspreidden. Door het maken van vuur konden
ze gevaarlijke dieren op afstand houden en het rauwe vlees braden of koken, zodat het
beter verteerbaar was.
Jagers en verzamelaars – voedsel:
De mensen waren voornamelijk alleen maar bezig met eten zoeken. Zo werd er gejaagd
op rendieren en mammoeten, er werd gevist en er werden eetbare planten en vruchten
verzameld. De mensen jaagde op de rendieren en mammoeten voor het vlees en de
huid. De dieren werden door samenwerking van de mensen een bepaalde kant op
gedreven, waardoor ze van een rotswand vielen of vast bleven zitten in een moeras.
Daarna werden ze aangevallen door de rendierjagers en gedood. Aan het einde van de
ijstijd was West-Europa een uitgestrekte toendra. Toendra is een gebied zonder bomen,
waar begroeiing bestond uit grassen, mossen en bergstruiken. Het toendraklimaat was
zeer ongunstig voor de groei van hogere planten, omdat de bodem gedurende minstens
zes maanden per jaar bevroren of met sneeuw bedekt was. Tijdens de zomer ontdooide
alleen de bovenste laag. Het water kon hierdoor niet wegzinken. De bodem van de
toendra was daardoor moerassig. Op deze toendra's trokken grote kuddes rendieren
rond
Jagers en verzamelaars – rendierjagers:
In onze streken, de lage landen, leefde aan het einde van de ijstijd een volk
van rendierjagers. Nederland en het gebied van de huidige Noordzee was een toendra
met grote kuddes rendieren. Rendierjagers volgden de kuddes en jaagden in kleine
groepen. Omdat deze mensen altijd onderweg waren leefden ze in tenten van
rendierhuiden.
Vanaf 8000 jaar geleden werd het warmer en geraakte het gebied dat we nu Nederland
noemen, bedekt met bossen. Door het smeltende ijs ontstond de Noordzee. Rendieren
trokken weg en nieuwe dieren bevolkten ons land zoals de eland, het everzwijn, beren
en herten.
Ook deze dieren werden door mensen bejaagd. Er werden lichte wapens gebruikt,
gemaakt van hout en been. Mensen leefden in basiskampen die bestonden uit enkele
ronde hutten. Voor de jacht waren mannen vaak meerdere dagen van huis.
,Jagers en verzamelaars – grotschilderingen:
De jagers en verzamelaars woonden in tenten of in grotten en hadden weinig
bezittingen. In grotten zijn vaak grotschilderingen gevonden.
Waarschijnlijk was het schilderen van deze tekeningen een ritueel voor de jacht of een
bewijs voor de jacht. Een andere reden kan zijn om de goden gunstig te stemmen voor
een succesvolle jacht of tot bescherming van de jagers die op jacht gingen. De
onderwerpen die geschilderd werden op de wanden van de grotten waren meestal
dieren, soms mensen.
Naast deze grotschilderingen sneden ze ook kleine beeldjes uit bot of ivoor. Deze
beeldjes moesten geluk brengen bij de jacht.
Landbouw en landbouwsamenlevingen:
De ontwikkeling van landbouw is pas ongeveer 11.000 jaar geleden op gang gekomen.
De landbouwers leefden niet nomadisch en vestigden zich voor een langere tijd op
dezelfde grond. Toen ze zelf voedsel gingen verbouwen, zoals graan was er geen
noodzaak meer om al rondtrekken voedsel te verzamelen.
Landbouw en landbouwsamenlevingen – eerste landbouwers in het Midden-Oosten:
In Midden-Oosten leefden de eerste landbouwers. De oevers van de rivieren Eufraat, de
Nijl en de Tigris boden vruchtbare grond. De overgang van de jagers-verzamelaars naar
de landbouwsamenleving wordt ook wel de agrarische of neolithische revolutie
genoemd. Toen de wereldbevolking meer ging groeien, moesten er meer mensen
telkens op zoek naar nieuwe landbouwgroepen. Rond 5000 v.C. bereikte de agrarische
revolutie West-Europa.
1. De 2.
eerste
agrarische nederzettingen werden gesticht Agrarische nederzettingen gesticht tussen
tussen 11000 en 9500 v. Chr. 9500 en 8000 v. Chr.
, 3. 4.
Nederzettingen gesticht tussen 8000 en 6400 v. Agrarische nederzettingen gesticht tussen
Chr. 6400 en 5000 v. Chr.
5.
Nederzettingen gesticht tussen 5000 en 3500 v.
Chr.
Landbouw en landbouwsamenlevingen – een nieuwe levensstijl:
Bij de landbouw was er een andere leefstijl dan bij de jagers en verzamelaars. Een boer
was gebonden aan zijn stuk grond en bouwde daar een huis op waar hij kon gaan wonen
met zijn gezin. De huizen moesten voldoende beschutting geven en flinke
opslagplaatsen bieden voor de opbrengsten van het land. Dit aangezien er niet meer
werd rondgetrokken en de boeren alle seizoenen mee op dezelfde plek waren.
Landbouw en landbouwsamenlevingen – het houden van dieren:
Het houden van dieren hoorden ook bij het boerenbedrijf, veeteelt. De eerste dieren die
door de mensen werd gehouden waren de wolf, schapen, geiten en varkens. Vanaf
ongeveer 4000 v.C. was het dankzij het wiel en de ploeg mogelijk om met runderen grote
stukken grond om te ploegen.
Landbouw en landbouwsamenlevingen – boeren in Nederland:
Vanaf ongeveer 5500 jaar v.C. vindt er ook in Nederland een omslag plaats. Er werden
bekers gemaakt van klei en daarna werden ze gebakken in het open vuur. De mensen die
in Noord-Nederland deze cultuur ontwikkelden waren de voorlopers van de eerste
boeren. Ze worden ook wel de Trechterbekervolk genoemd. Deze trechterbekers
werden opgegraven uit de grafmonumenten, de hunebedden.