INFORMATIE OVER HET EXAMEN
- NKO behoort tot het OPO zintuigen 2: Neus-keel-oorziekten en MKA
o NKO = 2,8 studiepunten: prof. Van Gerven, prof. Hens
o MKA = 1,8 studiepunten: prof. Willaert, prof. Wyatt, dr. Ezeldeen
o Radiologische beeldvorming hoofd- en hals = 0,4 studiepunten: prof. Hermans
- Te kennen leerstof
o Zie leerstofoverzicht in Toledo per orgaansysteem → enkel leerbronnen uit dit leerstofoverzicht
worden bevraagd!
▪ Slides + bijhorende lesnotities = leerstof
▪ Keel-, neus- en oorheelkunde voor de basisarts = naslagwerk
▪ Interactieve cursus met modules en oefeningen op Sofia = leerstof
- Deze samenvatting bevat…
o Slides + bijhorende lesnotities
o Interactieve modules op Sofia
o De samenvatting volgt het leerstofoverzicht op Toledo, in volgorde van de lessen
- Examen
o Schriftelijk examen met meerkeuzevragen met giscorrectie
o Weging: 60% NKO, 40% MKA
o Studenten moeten zowel slagen op het onderdeel NKO als MKA om te kunnen slagen voor het
volledige OPO
o Er wordt een deeloverdracht toegestaan binnen het academiejaar
- Voorbeeldexamenvragen komen op Toledo
,FARYNX
ANATOMIE VAN DE FARYNX
Farynx = buisvormige structuur die de neus en mondholte verbindt met de larynx en
slokdarm. Ter hoogte van de farynx kruist kruist de luchtweg met het spijsverteringsstelsel.
De farynx is opgedeeld in 3 delen:
- Nasofarynx: neusholte – zacht verhemelte
- Orofarynx: zacht verhemelte – bovenrand epiglottis
- Hypofarynx: epiglottis - slokdarmingang
ONDERZOEK VAN DE FARYNX
- Onderzoek van de nasofarynx
o Neusendoscopie tot in nasofarynx
o (achterste rhinoscopie)
- Onderzoek van de orofarynx: tongspatel
- Onderzoek van de hypofarynx
o Indirecte laryngoscopie
NASOFARYNX
ANATOMIE
- Meest craniaal gelegen
- Verbindt neusholte met de rest van de faryn
- Nasofarynx bevat:
o Choanae: vormen de begrenzing tussen neusholte en nasofarynx
o Tuba: buis van Eustachius
o Adnoid
▪ Kinderen: adenoïd vult de nasofarynx voor een groot deel op
▪ Voor de puberteit neemt het volume van het adenoïd af
o Velum: vormt de begrenzing tussen nasofarynx en de orofarynx
▪ Slikken en spreken: afsluiting van de nasofarynx door het velum
▪ = velofaryngeaal sluitingsmechanisme
FYSIOLOGIE
Functies van de nasofarynx
- Ademhaling
- Slikken
- Spreken
o Gesloten neusspraak
o Open neusspraak
- Tuba
,Velofaryngeaal sluitingsmechanisme
Velofaryngeaal sluitingsmechanisme = gecoördineerde beweging waarbij het velum naar achter en boven wordt
getrokken en daarnaast komen de posterieure farynxwanden naar voor en de laterale farynxwanden naar mediaal.
- Velum: naar achter en boven
o M. levator veli palatini
o (M. tensor veli palatini)
o M. uvulae
- Posterieure farynxwand: naar voor
- Laterale farynxwand: naar mediaal
o M. constrictor faryngis superior
o M. palatofaryngeus (horizontale vezels)
Openen van velum: ontspanning van de spieren, zwaartekracht, activiteit van m. palatoglossus
Functie van velofaryngeaal sluitingsmechanisme
De functie van het velofaryngeaal sluitingsmechanisme is het afsluiten van de neusholten zodat voedsel niet kan
terugvloeien tijdens spreken en slikken, daarnaast ook mogelijk maken van duidelijke spraak.
- Openen:
o Neusademhaling
o Spraak nasale medeklinkers: n,m,ng
- Sluiten:
o Slikken
o Spraak: alle andere spraakklanken
o Openen van buis van Eustachius
o Krachtig blazen, bv. ballon, blaasinstrument
Velofaryngeale insufficiëntie
- Symptomen
o Nasale regurgitatie
o Open neusspraak
o Middenoorproblemen (otitiden)
- Oorzaken van velofaryngeale insufficiëntie
o Structureel
▪ Verhemeltespleet
▪ Disproportie lengte zacht verhemelte – diepte nasofarynx
• Na adenotomie: groot adenoid kan velofaryngeale insufficiëntie maskeren, na
wegname van adenoid kan dit dan insufficiëntie induceren
• Genetische aandoeningen: kort zacht verhemelte tov nasofarynx
▪ Oncologie met wegname van een deel van het verhemelte
o Functioneel: neuromusculaire aandoeningen (ALS, neurofibromatose)
- Behandeling:
o Structureel → chirurgische correctie + logopedie
o Functioneel → logopedie
PATHOLOGIE
Juveniel angiofibroom, nasofarynxcarincoom, adenoidhypertrofie, choanaalatresie → zie deel neusobstructie
, OROFARYNX
ANATOMIE
Orofarynx
- Loopt vanaf weke verhemelte tot bovenrand epiglottis
- Thv orofarynx: twee tonsilpijlers gevormd door spieren
o Voorste tonsilpijler = m.palatoglossus
o Achterste tonsilpijler = m.palatopharyngeus
o Tussen voorste en achterste tonsilpijler = tonsilloge met keelamandelen
(tonsillae palatinae)
- Thv tongbasis: tonsilla lingualis = tongamandel
Ring van Waldeyer
- Tong en keelamandelen vormen samen met het adenoid de ring van Waldeyer
o 4 amandelachtige structuren:
▪ 1 Tonsilla pharyngea (adenoid, neusamandel)
▪ 2 Tonsilla palatina (keelamandel)
▪ 1 Tonsilla lingualis (tongamandel)
- De ring van Waldeyer maakt deel uit van het MALT (mucosa-associated lymphoid tissue)
o = eerstelijnsdefentie tegen antigenen (inhalatie/ingestie)
o Imuunrespons via activatie van B-cellen en productie van IgM en IgA
- Bouw van tonsillen
o Lijkt op histologische bouw van een lymfeklier: follikels met B-cellen en daarron T-cellen
o Tonsil is bedekt met epitheel met crypten → contactoppervlak met omgeving vergroten
- Volume van tonsillen
o Geboorte: tonsillen zijn klein
o Kinderen: tonsillen worden groter door infecties die ze doormaken,
piek massa = 5-6jaar, daarna krimping
o volwassen leeftijd: tonsillen zijn bijna niet meer zichtbaar
AANGEBOREN AFWIJKINGEN: PALATOSCHISIS
= verhemeltespeelt
- Incidentie: 1/800 geboortes
- Symptomen: symptomen van velofaryngeale insufficiëntie
o Nasale regurgitatie (melk komt via neus naar buiten)
o Open neusspraak
o Middenoorproblemen (otitiden)
o Minder zuigkracht, borstvoeding verloopt moeizaam
- Pierre Robin sequentie
o Hypoplasie mandibula → tong van foetus neemt veel plaats in → versmelting van 2
verhemelteplaten verloopt niet optimaal → tong valt naar achter in de farynx
o S/ geïsoleerde palatoschisis met mandibuloplasie en glossoptosis met luchtwegproblemen
- Behandeling: chirurgisch
o Meestal rond leeftijd van 10 maanden → correcte ontwikkeling van spraak en slikken
o Multidisciplinair! Logopedisten, genetica, chirurgen, sociaal assistenten, …
o Noden veranderen met de leeftijd: patiënten worden gedurende lange tijd opgevolgd