100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

VOLLEDIGE samenvatting communicatiewetenschap

Rating
-
Sold
4
Pages
170
Uploaded on
12-12-2025
Written in
2025/2026

uitgebreide samenvatting van zowel lessen, eigen notities als het boek!!

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
December 12, 2025
Number of pages
170
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

dvCommunicatiewetenschappen

Introductie en inleiding

1. Mediatisering van de
samenleving

Dagelijks leven: media = belangrijk bv. crisissituaties: behoefte aan informatie &
communicatie is hoog
 Het is een toenemende factor waar we ons ook niet altijd van bewust zijn

Gevolg groeiend gebruik van media? Communicatiewetenschappen als academische
discipline breidt uit

Mediatisering = processen van sociale veranderingen in de maatschappij op zowel
het macro- als het microniveau, die gelinkt kunnen worden aan de toenemende impact
op en de verwevenheid van media in deze maatschappij

Mediacommunicatie = communicatieprocessen via een technologisch medium

Kernidee?
Wat is communicatiewetenschappen?
 = Wetenschappelijke studie van relatie tussen media of
communicatieprocessen en de samenleving
 Jong veld  Zie hfst 2 maar ook 3-6
 Jong maar heel breed en divers veld (‘fragmentation’?)
+ interdisciplinaire invloeden
+ taalaspect (!)

2. Rode draden

Rode draden...
1) Overzicht van oorsprong & ontwikkeling van communicatiewetenschappelijke
discipline
 Relatief jong
 Na WOII geïnstitutionaliseerd
 Snel ontwikkeld door snelle technologische veranderingen in mediasfeer
2) Klemtoon op mediacommunicatie  opletten voor...
 Mediacentralisme = het te centraal plaatsen van media en communicatie in de
samenleving, door ze af te scheiden en af te zonderen van de sociaal-
economische context waarin ze opereren ( maatschappelijke problemen
wijten aan media bv. Trump: ‘schietpartijen door media)
 Technologisch determinisme
 Maatschappijcentrisme
3) Multidisciplinariteit: communicatiewetenschappen
 Media & communicatie = verbonden met andere maatschappelijke processen,
actoren, instellingen of gebeurtenissen
 Essentieel = inzichten andere wetenschappen: verschillende
perspectieven op media- en communicatieproblematieken (daarom
wetenschappen
 bv. kennis uit consumentenpsychologie versterkt bestuderen van
reclame


1

, dvCommunicatiewetenschappen

4) belang van historische en maatschappelijke context
 kan verklaren waarom iets op bepaald moment in tijd wordt gezegd of gedacht
 bv. rol van reportages over Vietnamoorlog in metaliteitswijziging bij
Amerikaanse bevolking
5) wetenschappelijke en kritische benadering
 wetenschappelijk: brengt structuur in het nadenken over complexiteit (=
kenmerk van media en communicatie)
 kritisch: het is moeilijk om waardevrij over media te spreken of onderzoek te
doen
 resultaten onderzoek afhankelijk van achterliggende mens- en
wereldbeeld van onderzoekers
 wetenschappelijk & kritische benadering = eigen vooronderstellingen erkennen
& expliciteren & overige literatuur kritisch af te wegen  kritiek & zelfkritiek

actua nog eens bekijken

Hoofdstuk 1: Bouwstenen van een discipline en een praktijk

1.1. Inleiding: communicatie is meer dan communiceren
Kernvraag: wat is communicatie?

Volgens Marsen & Danesi is communicatie een complex samengaan van
verschillende sociale, culturele, gedragsmatige en cognitieve aspecten

1.2. Het teken als basis voor betekenisvol
communiceren
Kernvraag: hoe ontstaat betekenis?

1.2.1. semiotiek
 Bestudeert de wijze waarop tekens functioneren en hoe ze betekenis doen
ontstaan
 = overkoepelend veld rond teken, betekenis en taal

Subdomeinen:
 Fonologie: studie van klanken en kleinste eenheden (letters)
 Syntaxis: linguïstische studie van taalconventies en betekenisvolle patronen
van tekens
 Semantiek: relatie tussen teken en de betekenis die aan een teken wordt
toegekend
 pragmatiek: relatie tussen betekenis en gebruiker van het teken

intensie van een woord: geheel van criteria of kenmerken dat bepaalt of een term wel
kan worden toegepast

extensie van een woord: klasse van zaken waarop de term correct is toegepast
 bv. ‘horrorfilm’: eigenschappen genre = spanning, moordenaar, aanwezigheid
griezelelementen => vormen samen intensie / extensie = concrete films

1.2.2. teken, tekensysteem en tekenindeling



2

, dvCommunicatiewetenschappen

teken = allerkleinste eenheid van communicatie
 2 kernelementen:
1) Betekenaar = signifiant = Sa => materiële tekenvorm of (fysieke)
verschijningsvorm van een teken bv. beeld, klank of neergeschreven woord
2) Betekende = signifié = Se => (mentale) concept, begrip, beeld of idee waar
de materiële tekenvorm naar verwijst

Bv. ‘hond’ = betekenaar dus tekening of foto v/e hond MAAR idee/concept van dier
met 4 poten dat het woord, tekening of foto oproept bij elk van ons = betekende
 !!!: betekenaars kunnen verschillende betekenden oproepen (bv. poedel vs.
Jachthond)

Verband tss betekenaar & betekende? Arbitrair & op een afspraak gebaseerd
 Bv. geen logische reden waarom we dier met 4 poten & staart als ‘hond’
bestempelen en niet als ‘hund’

Relatie tss betekenaar & betekende? Toeval & we hebben code, conventies nodig om
tekens hun betekenis te verlenen

Referent = fysieke object waar het teken naar verwijst
 Hoeft niet altijd aanwezig te zijn want door functie betekende kan een teken al
beteknisvol zijn bv. je kan over stoel praten zonder dat deze aanwezig is
 Ook tekens zoals ‘liefde’, ‘waarheid’, ‘vrijheid’ die geen concrete referenten
hebben

Bv. muzieknoot: lijnen of ‘la’  Sa // ‘muzieknoot la’  Se // relatie tussen 2 =
code/afspraak, als sommigen dit als sol definiëren is het chaos & krijg je betekenisloze
interactie

hoe volledige betekenis of significantie van teken bepalen volgens Roland Barthes?
 Primair betekenisniveau: denotatie = letterlijke betekenis van een teken
 Voor elke tekengebruiker hetzelfde
 Sociale consensus
 Bv. vuur: denotatie = rood, heet natuurelement dat rook en hitte uitstoot
 Secundair betekenisniveau: connotatie = subjectieve betekenis van een
woord
 Hangt samen met specifieke (fysieke) verschijningsvorm van betekenaar
1) Evaluatieve lading: connotatie kan verwijzen naar iets wat goed,
slecht of neutraal is
2) Referentiële lading: naast standaardbetekenis kunnen woorden ook
variabele betekenis of verwijzing hebben
 Hangt af van context tot context & persoon tot persoon
 Bv. joodse ster: connotaties veranderen bij verandering van context bv.
joodse ster in nazi tijd & joods ster op blauw witte achtergrond dus
afhankelijk van hoe het zich materieel presenteert
 Bv. plantaardig: + connotatie dan vegan // wordt connotatie hier correct
gebruikt? Ja, omdat je duidelijk ziet dat je op 2 de niveau zit van
bijbetekenissen, er is geen standaard definitie van vegetarisch aanwezig,
wel een bijbetekenis want die is afhankelijk van persoon tot persoon 
standaard def gebruikt geen woorden als hippie & zwak


3

, dvCommunicatiewetenschappen


 Tertiair betekenisniveau: ideologie (door Beck et al. toegevoegd) 
verschillende manieren waarop samenleving de betekenis van
communicatieboodschappen en media stuurt & organiseert

1.2.2.1. tekensystemen

1) tekensysteem van Charles Pierce
3 componenten:
Representamen (1)



Interpretant (3) object (2)

1 = tekenvorm
2 = waar teken naar verwijst
3 = betekenis die aan teken wordt gegeven

 Relatie tss 1 & 2  heeft betekeniseffect in geest tekengebruiker
 3  mentale conept dat bij gebruiker wordt opgeroepen door de relatie
 Bepaald door persoonlijke ervaringen
 Bv. goede herinneringen aan school: + interpretant bij teken ‘school’

2) Tekensysteem van Saussure
 vooral geïntresseerd in onderlinge relaties tss tekens
 fysieke object = irrelevant (<-> P) omdat betekenis gecreëert wordt door
onderlinge relaties tss tekens & niet uit verhouding met object
 betekenis woord/teken ligt voornamelijk in zijn tegengestelde(n)
Bv. we weten wat ‘koud’ is als we weten wat ‘warm’ betekent
 Onderscheid tss betekenaar (= drager van betekenis) & betekende (= alles dat
betekenis draagt)
 Betekende van bepaald teken wordt betekenaar voor ander teken




 Betekenis teken bepaald door
wijze waarop het zich onderscheidt van andere tekens bv. ‘peuter’: betekenis uit
feit dat het andere betekenis heeft dan andere tekens waar het mee in relatie
staat zoals ‘tiener’, ‘volwassene’
 Betekenden worden gehanteerd als mentale concepten doordat wij
werkelijkheid om ons heen kunnen indelen & categoriseren  grenzen worden
door mens zelf gemaakt
Conclusie: betekenis ontstaat niet uit relatie tss teken & object, maar wel uit arbitraire
relatie tss tekens onderling

Onderscheidt 2 soorten relaties tss tekens




4
$18.96
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
nenavertongen

Get to know the seller

Seller avatar
nenavertongen Universiteit Gent
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
4
Member since
2 months
Number of followers
0
Documents
3
Last sold
3 days ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions