Gebouwen:
Cedric Price: Fun Palace, 1960-1961
Renzo Piano, Richard Rogers, Su Rogers, Centre Pompidou, 1971-1976
Aldo Van Eyck, Burgerweeshuis, Amsterdam, 1955-1960
Herman Hertzberger, Centraal Beheer Apeldoorn, 1968-1972
Adolf Nivelle, Universitaire Campus Diepenbeek –Architectuur, 1987
Guy Debord, The Naked City, 1957
Superstudio, The Continuous Monument, 1969-1970
OMA, Exodus, 1971
Robert Venturi, Vanna Venturi House, Philadelphia, Pennsylvania, 1962 X (plan niet kunnen tekenen)
Pruit Igoe, Saint Louis, 1950-1972 vs. Pruit Igoe Myth
Moore, Lyndon, Turnbull & Whitaker; SeaRanch, California, 1964-65
Charles Moore, Piazza d’Italia, New Orleans, 1975-80
Stirling and Wilford, New State Gallery, Stuttgart, Germany, 1977–84
Aldo Rossi, begraafplaats San Cataldo, Modena, 1971
Frank Gehry, Gehry House, Californië, 1978
Maya Lin, Vietnam Veterans Memorial, Washington DC, 1981-1982
Terminologie:
Crisis van het modernisme
Pluralisme
High-tech architectuur
Humanistisch structuralisme
Neo avant-garde
Psychogeografie (dérive en détournement)
Postmodernisme
Robert Venturi, Complexity and Contradiction in Architecture, 1966
Venturi / Denise Scott Brown, Learning from Las Vegas, 1972 (incl. Duck en Decorated Shed)
Radicaal eclecticisme (Charles Jencks)
Bricolage, ironie, pastische, publieke betrokkenheid
Neo-rationalisme
Aldo Rossi, Architettura della città, 1966
Deconstructie
Catharsis
Week 8 (deel 2) Lezing Studio CHAr, Yutaro Muraji A Repairing Process, STUK, Leuven
Kunnen reflecteren over CHAr’s ‘Commons Approach’
Moku Chin typologie
Tatami Mat Systeem
‘Design recipe’
Bottum-up approach
‘Mindshift’ van de ‘partners’ - projectontwikkelaars
1
, Week 8 - Reacties op het modernisme
1. De crisis van het modernisme: 1960-1975
AMBITIES VAN HET MODERNISME (herhaling)
● Sociale hervorming gekoppeld aan esthetische revolutie
● Architectuur voor de massa
● Functionaliteit, rationaliteit
● Principes van het modernisme zijn universeel toepasbaar
→ universeel toepasbare manier van bouwen
CRISIS VAN HET MODERNISME
● Dood van de charismatische ‘leiders’ → pioniers modernisme
○ Le Corbusier (+1965), Mies (+1968), Gropius (+1969), Kahn (+1974)
● Groeiende reactie tegen het modernistische denken
○ Onverschilligheid t.a.v. de bestaande, historische stad
○ Sociale, culturele relevantie v/d oorspronkelijke principes vs. verschraalde,
economische toepassing
○ Universaliteitsaanspraak versus nood aan identificatie, lokale principes, tradities
● Vanaf 1970: algemeen ‘pluralisme’; geen uniforme tendensen meer
Cedric Price: Fun Palace, 1960-1961
++
2