100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Inleiding Orthopedagogiek

Rating
-
Sold
-
Pages
45
Uploaded on
11-12-2025
Written in
2024/2025

Samenvatting van het vak inleiding orthopedagogiek; alle hoorcollege aantekeningen + literatuur van het boek (Handboek jeugdhulpverlening) verwerkt.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
December 11, 2025
Number of pages
45
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Hoorcollege 1: introductie
Opvoeden: vorm van socialisatie; ‘inlijven’ van nieuwkomers in een
groepsverband en iemand vertrouwd maken met de cultuur van een groep.
Iedere invloed die mensen, bedoeld of onbedoeld, uitoefenen op de ontwikkeling
van het kind.
- Langeveld: opvoeden is een wezenlijk voor menswording. Een mens is een
animal educandum: wezen dat opgevoed moet worden met als doel
’zelfverantwoordelijke zelfbepaling’.
- Volgens Sprang (volger van Langeveld) is alleen het bedoeld uitoefenen van
invloed opvoeden. Er zijn wel medeopvoeders/secundaire opvoeders:
hulpjes bij de socialisatie.
- Proces waarin een persoon wordt gevormd naar de normen en waarden van
diens opvoeders en daarmee meestal naar de voornaamste normen en
waarden van de samenleving.
- Opvoeden is het in relatie staan van opvoeder en opvoedeling, waarin de
opvoeder zich als persoon, als zijn wijze van menszijn presenteert, een
klimaat creëert dat persoonlijkheidsgroei bevordert en leefsituaties zo
hanteert dat deze optimale kansen bieden op zelfontplooiing (Kok, 1984).




Volgens Ter Horst (1980) zijn er drie bronnen van opvoeding:
1. Traditie
2. Intuïtie (open staan, empathie, lezen van je kind, responsief zijn)
3. Gezond verstand

Wie moet/kan opgevoed worden?
- Het kind; in de moderne pedagogiek: iemand in een afhankelijkheidsrelatie.

Opvoeder:
- Ouder
- Iemand met een ouderlijke rol
- Professional (groepsleiding, leerkracht, etc.)

Doel opvoeden: functioneel proces, waarbij geen sprake is van einddoelen in
intentionele zin. Er zijn wel tussen doelen, zoals fietsen, diploma halen, etc. Het is
cultuur- en tijdgebonden  eindpunt opvoeden ligt in de toekomst

Eerstegraadsstrategie: gericht op voorlichting en educatie om individueel
gedrag te veranderen.
Tweedegraadsstrategie: simpele interventies
Derdegraadsstrategie: zwaardere, intensievere interventies

Pedagogiek – orthopedagogiek
Pedagogiek: wetenschap die het opvoeden als object heeft.

,Orthopedagogiek: wetenschappelijke studie van het handelen in als
problematisch omschreven opvoedingssituaties. Orthopedagogiek richt zich op
de beschrijving van de aard en de achtergronden van problemen bij het
opvoeden met het oog op onderkenning, behandeling en preventie. Onderdeel
van pedagogiek.

Problematische OpvoedingsSituatie (POS): opvoedingssituatie die door
betrokkenen als perspectiefloos wordt ervaren en die alleen met deskundige hulp
weer perspectief biedend wordt.
- Intern gedefinieerd: door personen in het systeem
- Extern gedefinieerd: door personen buiten het systeem
- Primair opvoedingsprobleem: lukt opvoeder niet om pedagogische vraag
van kind goed in te schatten of de benodigde opvoeding te realiseren.
- Secundair opvoedingsprobleem: handelingsverlegenheid van opvoeder is
(mede) het gevolg van kenmerken van het kind, de opvoeder of de context.
- Vastgelopen opvoeding kan tot crisis (= verwarring in keuzeprobleem) leiden.

Opvoedingsimpasse (Sleutel, 1986): situatie waarin het opvoedingsproces
stagneert.
- Opvoeders proberen er intuïtief en met gewone middelen iets aan te doen 
na enige tijd blijkt rendement onvoldoende te zijn

Normaal – abnormaal
Norm, normaal en abnormaal worden bepaald door een cultuur in een bepaald
tijdperk, normen zijn tijdgebonden.
- Norm als einddoel, modus en gemiddelde

Handelen
- Intentioneel handelen: reflectie aanwezig
- Functioneel handelen: reflectie afwezig, maar wordt het ‘gewoon’ gedaan
(= gedrag)
- Denken = mentaal handelen, ook betekenis geven, interpreteren
- Verlichting: mens is handelend wezen. Ideeën over autonomie, mondigheid,
emancipatie en vrijheid vinden hier hun oorsprong
- Het juiste handelen moet geleerd worden.
- Opvoedingsproblemen: plaats, tijd- en cultuurgebonden.
- Protoprofessionalisering: leek leert de taal van de hulpverlener kennen en
gaat deze spreken. Dit hangt samen met een toenemend algemeen
ontwikkelingsniveau van de samenleving.

Handelen in de context van een ‘verhaal’
- Verhaal: metafoor voor een complex van zingevingen waarin mensen hun
belevenissen plaatsen. Ze proberen te duiden waarom ze iets doen en waar
dit vandaan komt.
- Collectieve verhalen: gedeelde overtuigingen  neemt vragen/twijfel weg
en bindt groepen, mensen ontlenen hier steun aan.
- ‘’ideale’’ cliënt voor hulpverlening: YAVIS (young, attractive, verbal,
intelligent, successful) en WEIRD (western, educated, industrialized, rich,
democratic)

Kritische kanttekening bij begrip handelen
De mens als biologisch bepaald vs. de mens als rationeel handelend wezen

,- Biologisch: omschrijft wat mensen doen, denken en voelen als een complex
systeem van biologisch bepaald en geconditioneerd gedrag, waarbij de
marges van individuele vrijheid beperkt zijn.
- Rationeel: keuzes kunnen maken en in een verhaal leven. Principes van de
humanistische psychologie en relaties met geesteswetenschappelijke en
pedagogische uitgangspunten herkenbaar,
- We vatten de mens op als rationeel handelend individu, zonder kracht van
biologische wetmatigheden en sociale invloeden te onderschatten.

Orthopedagogiek vs. kinderpsychiatrie
- Orthopedagogiek maakt veel gebruik van kennis uit de disciplines
ontwikkelingspsychologie en kinderpsychiatrie.
- Parelellen:
o Medische oorsprong orthopedagogiek
o Vereniging O&A: Orthopedagogiek: Onderzoek en Praktijk
o Heilpedagogiek
o Beroepsopleiding: GZ-psycholoog/orthopedagoog generalist NVO

Hoorcollege 2: evidence based werken
Uitgangspunten voor orthopedagoog: theoretische modellen over hoe
problematiek te behandelen en de factoren die van invloed zijn.

Verantwoord handelen: gestandaardiseerd handelen bij goed omschreven
problemen bij goed omschreven cliënten.
- Geprotocolleerde behandelingen geven een goede theoretische onderbouwing
voor ontstaan van de problematiek, houvast, voorkomen moeilijke keuzes en
toename effectiviteit.
- Geprotocolleerd handelen kent ook beperkingen: niet ieder persoon is
hetzelfde, elke interventie heeft een uniek effect, maar wel veel overlap in
interventies (op zoek gaan naar specifiek werkzame elementen), belang
opbouwen relatie, gemiddelde cliënt met ‘gemiddelde’ klachten, weinig
aandacht voor culturele en comorbide problemen.
- Specifiek werkzame factoren: factoren die alleen van belang zijn bij een
bepaalde doelgroep of typen interventies.
- Algemeen werkzame factoren: factoren die van invloed zijn op de geboden
hulpverlening, ongeacht de doelgroep of type hulpverlening.

Kortom: verantwoorde en effectieve hulp door:
- Goede modellen: geven verklaringen over ontstaan problematiek en hoe te
behandelen
- Op basis daarvan: protocollair behandelen
- In werkelijkheid: afwijken indien nodig
- Orthopedagogiek  weinig geprotocolleerd handelen

Effectladder NJI
Vijf niveaus van effectiviteit (voortbouwend op elkaar):
1. Voorwaardelijk: werkwijze is te begrijpen en door anderen na te doen
2. Veelbelovend: goed onderbouwd, theoretisch effectief.
3. Doeltreffend: effectieve interventie volgens eerste aanwijzing, voorlopige
bewijskracht.
- Wanneer is een behandeling effectief? Weinig uitval van cliënten,
tevredenheid cliënt, afname van klachten, toename van vaardigheden, soms
zelfs: stabilisatie, verslechtering voorkomen

, 4. Plausibel: sterk wetenschappelijk bewijs, maar vaak gebaseerd op onderzoek
in specifieke situaties of met een beperkte groep.
5. Werkzaam: bewezen effectief: er is sprake van een theoretisch onderbouwde
en in de praktijk getoetste aanpak. Vergelijking met controlegroep is nodig.
Evidence based interventies.
- Je kan op dit niveau zitten, ondanks dat je geen verklaring hebt en de
interventie wel effectief is (bijv. EMDR).

Effectiviteit jeugdzorg Nederland
- 1000-2500 interventies (modules)  230 in databank
o Bij 33% enige theoretische fundering (niveau 2)
o Bij 5% enige empirische indicatie (niveau 3, 4)
o Slechts 1-2% van alle interventies in de jeugdzorg is bewezen effectief
(niveau 5)
- Dus nadruk op evidence based werken (RCT onderzoek)
o Realistisch om praktijk als uitgangspunt te nemen d.m.v. vragenlijsten
onder cliënten

Practice based evidence: neem de praktijk als uitgangspunt, meet tijdens de
therapie of interventie d.m.v. Routine Outcome Monitoring. Voor- en nameting,
het liefst ook tijdens de behandeling.

Verschillende typen hulpverleners
- Intuïtieve hulpverlener: laten zich leiden door kennis uit opleiding,
ervaring, supervisie en het lezen van casuïstiek.
- Klinische wetenschapper: wetenschappelijk onderzoeker; geeft kennis door
aan de praktijk, maar verricht zelf geen klinische werkzaamheden.
- Reflectieve hulpverlener: impliciete kennis van intuïtieve hulpverlener
bewust maken en meer aandacht voor resultaten van interventie.
o Reflection on action: wat heb ik gedaan en waarom heb ik dat gedaan?
- Evidence-based hulpverlener: interventies baseren op wetenschappelijke
kennis.
- Scientist-practitioner: bevindt zich tussen de reflective practitioner en de
evidence based practitioner en combineert hun werkwijzen

Hoorcollege 3: jeugddelinquentie
Overtreding: lichte strafbare feiten
Misdrijven: ernstige strafbare feiten
Delinquentie: continuüm van gedragingen waarbij een inbreuk wordt gepleegd
op regels, normen en wetten en/of schade wordt berokkend aan individuen of de
maatschappij. Ook antisociaal gedrag.

Jeugddelinquentie: als strafbare feiten gepleegd worden door minderjarigen. In
Nederland geldt van 16 tot 23 jaar het adolescentenstrafrecht. Kinderen tot 12
jaar kunnen niet strafrechtelijk vervolgd worden.
- Doel: herstellen van de rechtsorde, verhogen van veiligheid en opvoeding van
de jeugdige.
- Uitgangspunt: er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het gepleegde
feit en de persoonlijke omstandigheden en ontwikkeling van een jongere.

Veel gebruikte categorieën om delinquent gedrag in onder te verdelen:
- Gewelds- en zedendelicten: zoals mishandeling en aanranding
- Vermogensdelicten: zoals diefstal, oplichten en fraude

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
linnrietjens Fontys Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
180
Member since
7 year
Number of followers
133
Documents
14
Last sold
1 day ago

3.9

44 reviews

5
11
4
21
3
9
2
1
1
2

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions