NEUROLOGIE – DE HERDT
HOOFDSTUK 1: DE DEMENTIES
Definitie:
- Verworven stoornis van de hogere cognitieve functies (niets te maken met
ontwikkelingsproblematiek) op basis van een organisch cerebrale aandoening bij personen met een
INTACT bewustzijn
o Impact op dagelijks functioneren (anders diagnose niet mogelijk)
o Uitval van meerdere cognitieve functies
o Gedragsveranderingen
o Andere neurologische symptomen: bvb autonome dysfunctie, EP symptomen, frontal release
signs, decorumverlies, hallucinaties…
Oorzaken:
- Idiopathisch/genetisch: Alzheimer (50%), LBD (20%), andere bvb frontotemporale dementie, ziekte v
Huntington
- Verworven: multi-infarct dementie (15-20%), hersenschade (posttraumatisch, alcoholisch (5%)),
andere bvb HIV, prionziekten
- Milde cognitieve stoornissen (MCI): geen dementie selectieve uitval geheugen, 40% binnen 5 jaar
diagnose van dementie (niet iedereen evolueert dus naar deze diagnose)
ZIEKTE VAN ALZHEIMER
= meest voorkomende oorzaak v dementie (50%), 125/100 000 incidentie, prevalentie stijgt exponentieel met
de leeftijd, 1% bij 65j, 15-20% bij 85j
Leeftijd: ziekte van ouderen maar geen noodzakelijke samenhang met ouderdom, 5% van de gevallen zijn
jonger dan 65 jaar (jongdementie blijft vaak onder de radar), komt zelden voor bij leeftijd jonger dan 40j, soms
wel bij bvb syndroom van Down
M/V =
Pathofysiologie ( histopatho nodig voor diagnose)
- Macroscopisch: atrofie
- Microscopisch: seniele plaques (beta-amyloïd), neurofibrillaire tangles
(intracellulaire inclusies – hyperphosphorilatie tau-proteïne), verlies van
neocorticale neuronen
- Biochemisch: cholinerg deficiet, naarst noradrenerg en dopaminerg
- Alzheimer brein: hippocapus sterk afgenomen (normaal beperkt bij ouderdom),
gekrompen hersenschors, hippocampus en vergroting van de ventrikels
Etiologie
- Betrokkenheid multipele genen (men weet niet welke allemaal)
, - Non-genetische en omgevingsfactoren vermoedelijk ook een rol
- Sporadisch (meest frequent)
o Negatieve familiale anamnese (50-75%)
o Positieve familiale anamnese (25-50%) – ApoE 4 allel
- Familiale variant (zz)
o AD overerving (3 genen gekend)
o Vroegere beginleeftijd (40-60j)
Risicofactoren
- Met zekerheid
o Oudere leeftijd, positieve familiale anamnese van dementie, ApoE 4 allel, syndroom van
Down
- Misschien
o Etniciteit (blanke ras), hoofdtrauma, herpes simplex type 1, lager opleidingsniveau
Klinische symptomen
- Insidieus begin, dan: vergeetachtigheid/geheugenproblemen
o Onthouden nieuwe info
o Tekort in het ophalen v info (episodisch of autobiografisch)
- Desoriëntatie in tijd en ruimte
- Initiatiefverlies/verlies belangstelling voor de omgeving
- Corticale neurologische uitval
o Fatische stoornissen
o Apraxie
o Visuele agnosie
- Verlies van decorum, zelfverwaarlozing
- Seksuele ontremming
- Apathie
- Incontinentie
- Mutisme, akinesie
- Volledige zorgafhankelijkheid bedlegerigheid in het eindstadium
Bij vermoeden cognitief deficiet mini-mental state examination (MMSE) => <26/30 is niet goed
Diagnose
- Waarschijnlijk
o Deficiet in minstens 2 cognitieve gebieden (typisch: vroege amnesie gevolgd door apraxie,
nadien afasie), progressieve achteruitgang, verstoring dagdagelijkse activiteiten, geen
aanwijzingen voor andere vorm van dementie
- Zekerheid
o Histologische diagnose tesamen met klinische symptomen
Klinische diagnose ondersteund door beeldvorming en biomarkers
Hippocampale-pariëtale atrofie op MRI, verlaagd metabolisme op FDG-PET,
verhoogde amyloid op PIB-PET
Laag amyloid-beta 42 en verhoogd Tau/Ptau in CSF (voral betrouwbaar bij
jonge mensen, bij ouderen vaker reeds gestoord)
, Behandeling
- Acetylcholinesterase remmers (donezepil, rivastigmine, galantamine)
o Bescheiden sympt effect, MMSE 24-10 (mild tot matige Alzheimer), CAVE: cholinerge
bijwerkingen
- Anti-amyloïd behandeling (indien nog niet vergevorderd) (lecanemab, donanemab)
o Mogelijks DMT?, milde vertraging cognitieve achteruitgang, CAVE ernstige bijwerkingen:
ARIA-E en ARIA-H (amyloid related imaging abnormalities: edemateus, hemorrages)
Prognose
- Presentatie met welomlijnd cognitief deficiet
- Evolueert naar een gegeneraliseerde cognitieve dysfunctie
- Gemiddelde overleving na diagnose 5-10j
- Pt overlijdt bedlegerig aan infecties
DEMENTIE MET LEWY BODIES
Symptomen
- Fluctuerend dementieel beeld (meer uitgesproken dan bij alzheimer)
- Visuele hallucinaties (begin v ziekteproces, moeilijke diagnose)
- Parkinsonisme: extrapyramidale symptomen, rigiditeit
- Omkering dag/nachtritme (vaak gerapporteerd door familie)
- Intolerantie voor neuroleptica (opgestart obv verdenking psychiatrische stoornis met psychoses)
Aanwezigheid van intracellulaire corticale inclusies (alfa-synucleïne) ‘’lewy bodies’’
Etiologie = ongekend
DD met Alzheimer, Parkinson, vasculaire dementie
FRONTOTEMPORALE DEMENTIE
- FTD gedragsvariant
o Frontaal dysexecutief syndroom met stoornissen in het sociale gedrag en desinhibitie
Apathie, onaangepast gedrag, persoonlijkheidsveranderingen, inattentie, gebrek aan
ziekte-inzicht, gestoorde planning, verminderde spontane spraak
- FTD primair progressieve afasie
o Progressieve fluente afasie en stoornissen in het semantische verbale geheugen
o Progressieve non-fluente afasie
MULTI-INFARCT DEMENTIE (VASCULAIRE DEMENTIE)
- Verworven vorm van dementie
- Door cerebrale vasculaire pathologie: ischemie, bloedingen, diffus arteriosclerotisch witte stoflijden
- Stapsgewijze achteruitgang vd cognitieve problemen + neurologische sequellen van stroke +
emotionele labiliteit
Vaak pyramidaal beeld, ook extrapyramidaal als de basale ganglia betrokken zijn
HOOFDSTUK 1: DE DEMENTIES
Definitie:
- Verworven stoornis van de hogere cognitieve functies (niets te maken met
ontwikkelingsproblematiek) op basis van een organisch cerebrale aandoening bij personen met een
INTACT bewustzijn
o Impact op dagelijks functioneren (anders diagnose niet mogelijk)
o Uitval van meerdere cognitieve functies
o Gedragsveranderingen
o Andere neurologische symptomen: bvb autonome dysfunctie, EP symptomen, frontal release
signs, decorumverlies, hallucinaties…
Oorzaken:
- Idiopathisch/genetisch: Alzheimer (50%), LBD (20%), andere bvb frontotemporale dementie, ziekte v
Huntington
- Verworven: multi-infarct dementie (15-20%), hersenschade (posttraumatisch, alcoholisch (5%)),
andere bvb HIV, prionziekten
- Milde cognitieve stoornissen (MCI): geen dementie selectieve uitval geheugen, 40% binnen 5 jaar
diagnose van dementie (niet iedereen evolueert dus naar deze diagnose)
ZIEKTE VAN ALZHEIMER
= meest voorkomende oorzaak v dementie (50%), 125/100 000 incidentie, prevalentie stijgt exponentieel met
de leeftijd, 1% bij 65j, 15-20% bij 85j
Leeftijd: ziekte van ouderen maar geen noodzakelijke samenhang met ouderdom, 5% van de gevallen zijn
jonger dan 65 jaar (jongdementie blijft vaak onder de radar), komt zelden voor bij leeftijd jonger dan 40j, soms
wel bij bvb syndroom van Down
M/V =
Pathofysiologie ( histopatho nodig voor diagnose)
- Macroscopisch: atrofie
- Microscopisch: seniele plaques (beta-amyloïd), neurofibrillaire tangles
(intracellulaire inclusies – hyperphosphorilatie tau-proteïne), verlies van
neocorticale neuronen
- Biochemisch: cholinerg deficiet, naarst noradrenerg en dopaminerg
- Alzheimer brein: hippocapus sterk afgenomen (normaal beperkt bij ouderdom),
gekrompen hersenschors, hippocampus en vergroting van de ventrikels
Etiologie
- Betrokkenheid multipele genen (men weet niet welke allemaal)
, - Non-genetische en omgevingsfactoren vermoedelijk ook een rol
- Sporadisch (meest frequent)
o Negatieve familiale anamnese (50-75%)
o Positieve familiale anamnese (25-50%) – ApoE 4 allel
- Familiale variant (zz)
o AD overerving (3 genen gekend)
o Vroegere beginleeftijd (40-60j)
Risicofactoren
- Met zekerheid
o Oudere leeftijd, positieve familiale anamnese van dementie, ApoE 4 allel, syndroom van
Down
- Misschien
o Etniciteit (blanke ras), hoofdtrauma, herpes simplex type 1, lager opleidingsniveau
Klinische symptomen
- Insidieus begin, dan: vergeetachtigheid/geheugenproblemen
o Onthouden nieuwe info
o Tekort in het ophalen v info (episodisch of autobiografisch)
- Desoriëntatie in tijd en ruimte
- Initiatiefverlies/verlies belangstelling voor de omgeving
- Corticale neurologische uitval
o Fatische stoornissen
o Apraxie
o Visuele agnosie
- Verlies van decorum, zelfverwaarlozing
- Seksuele ontremming
- Apathie
- Incontinentie
- Mutisme, akinesie
- Volledige zorgafhankelijkheid bedlegerigheid in het eindstadium
Bij vermoeden cognitief deficiet mini-mental state examination (MMSE) => <26/30 is niet goed
Diagnose
- Waarschijnlijk
o Deficiet in minstens 2 cognitieve gebieden (typisch: vroege amnesie gevolgd door apraxie,
nadien afasie), progressieve achteruitgang, verstoring dagdagelijkse activiteiten, geen
aanwijzingen voor andere vorm van dementie
- Zekerheid
o Histologische diagnose tesamen met klinische symptomen
Klinische diagnose ondersteund door beeldvorming en biomarkers
Hippocampale-pariëtale atrofie op MRI, verlaagd metabolisme op FDG-PET,
verhoogde amyloid op PIB-PET
Laag amyloid-beta 42 en verhoogd Tau/Ptau in CSF (voral betrouwbaar bij
jonge mensen, bij ouderen vaker reeds gestoord)
, Behandeling
- Acetylcholinesterase remmers (donezepil, rivastigmine, galantamine)
o Bescheiden sympt effect, MMSE 24-10 (mild tot matige Alzheimer), CAVE: cholinerge
bijwerkingen
- Anti-amyloïd behandeling (indien nog niet vergevorderd) (lecanemab, donanemab)
o Mogelijks DMT?, milde vertraging cognitieve achteruitgang, CAVE ernstige bijwerkingen:
ARIA-E en ARIA-H (amyloid related imaging abnormalities: edemateus, hemorrages)
Prognose
- Presentatie met welomlijnd cognitief deficiet
- Evolueert naar een gegeneraliseerde cognitieve dysfunctie
- Gemiddelde overleving na diagnose 5-10j
- Pt overlijdt bedlegerig aan infecties
DEMENTIE MET LEWY BODIES
Symptomen
- Fluctuerend dementieel beeld (meer uitgesproken dan bij alzheimer)
- Visuele hallucinaties (begin v ziekteproces, moeilijke diagnose)
- Parkinsonisme: extrapyramidale symptomen, rigiditeit
- Omkering dag/nachtritme (vaak gerapporteerd door familie)
- Intolerantie voor neuroleptica (opgestart obv verdenking psychiatrische stoornis met psychoses)
Aanwezigheid van intracellulaire corticale inclusies (alfa-synucleïne) ‘’lewy bodies’’
Etiologie = ongekend
DD met Alzheimer, Parkinson, vasculaire dementie
FRONTOTEMPORALE DEMENTIE
- FTD gedragsvariant
o Frontaal dysexecutief syndroom met stoornissen in het sociale gedrag en desinhibitie
Apathie, onaangepast gedrag, persoonlijkheidsveranderingen, inattentie, gebrek aan
ziekte-inzicht, gestoorde planning, verminderde spontane spraak
- FTD primair progressieve afasie
o Progressieve fluente afasie en stoornissen in het semantische verbale geheugen
o Progressieve non-fluente afasie
MULTI-INFARCT DEMENTIE (VASCULAIRE DEMENTIE)
- Verworven vorm van dementie
- Door cerebrale vasculaire pathologie: ischemie, bloedingen, diffus arteriosclerotisch witte stoflijden
- Stapsgewijze achteruitgang vd cognitieve problemen + neurologische sequellen van stroke +
emotionele labiliteit
Vaak pyramidaal beeld, ook extrapyramidaal als de basale ganglia betrokken zijn