Medische kennis blok 1
,Les 1
Gezondheid en ziekte
Gezondheid: vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren,
in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven.
Gezondheid hangt samen met de handhaving van de homeostase door
het lichaam, het constant blijven van de interne omstandigheden in
veranderende externe omstandigheden.
Ziekte is een afwijking van de normale lichaam structuren en -functies die
resulteert in verstoring van de vitale functies.
Ziek te zijn te herkennen aan bepaalde, typische symptomen. Deze
bestaan uit subjectieve klachten en onmeetbare, observeerbare
verschijnselen.
Asymptomatisch: deze ziekte verlopen zonder ziekteverschijnselen.
Syndroom: een ziekte waarbij altijd sprake is van eenzelfde combinatie
van symptomen.
Draagkracht- en draaglastmodel
Draagkracht: wat je aan kunt (versterken door gezond zijn)
Draaglast: wat je voor de kiezen krijgt (beïnvloeden maar niet volledig
voorkomen)
- Endogeen
Genen, congenitale afwijkingen (in baarmoeder ontwikkeld)
- Exogeen
Fysisch, chemisch, microbiologisch, immunologisch, voeding,
psychosociaal
Het moet in balans zijn, wat kom je tegen en wat kan je hanteren.
Wanneer het uit balans is (grotere draaglast) dan is er sprake van
decompensatie.
Bepaald door:
- Aanleg (constitutie)
- Conditie
- Psychische en sociale factoren
Ziekteoorzaken:
- Endogeen
o Onmiddellijk zichtbaar (downsyndroom)
o Ontwikkelt later, kan je zien bij een hielprik (PKU)
- Exogeen
Fysisch
o Elektrisch (bliksem)
o Straling (zon)
o Mechanisch (object)
, o Thermisch (verbranden)
Chemisch
o Alcohol
o Roken
o Geneesmiddelen
o Drugs
o Chemische middelen
Microbiologisch
o Virus
o Bacterie
o Schimmel
Ben je fit? Dan kan je dat vrij snel aan.
Verzwakt? Behandeling? Dan veel gevaarlijker.
Immunologisch
Immuunsysteem geen reactie, waar je niet op hoef te reageren
o Allergie
o Auto-immuun (reageren op eigen lichaamscellen)
o Eczeem
Voeding
o Te weinig
o Te veel
o Ongebalanceerd
Psychosociaal
o Stress
Van buitenaf soms ook van binnenaf. Dit zijn multifactoriële
aandoeningen.
= Aandoeningen door optelsom van verschillende factoren. =
Bijv: osteoporose, kanker
- Genen
- Voeding
- Leefstijl
- Leeftijd
Factoren die gezondheid verstoren
Etiologie: leer van ziekteoorzaken
Pathogenese: ontstaansmechanisme van een ziekte
Idiopathische ziekte: onbekende oorzaak
- Erfelijkheid
Afwijking genen of chromosoom
- Aangeboren (congenitaal)
Geboorte aanwezig, erfelijk of verworven (tijdens zwangerschap)
- Degeneratie
Structuur of werking aangedane weefsels of organen geleidelijk
achteruit
, - Ontsteking, auto-immuniteit of allergie
Inflammatoire aandoeningen door verhoogde activiteit van
immuunsysteem.
- Neoplasma (kanker)
Abnormale cel- of weefselgroei, ontstaan van tumoren
- Metabool
Gestoorde stofwisseling
- Traumatisch
Fysische of chemische beschadiging
- Voeding gerelateerd
Te veel of weinig
Endogeen: vanaf bevruchting vastgelegd in genen. Gelijk tot uiting of
pas later.
- Autosomaal recessief
Kind wordt alleen ziek dat van beide ouders het afwijkende gen
krijgt. Recessief gen komt alleen tot uiting met een gelijk gen op een
ander chromosoom. De ouders zijn dragers en hebben geen
verschijnselen.
Dit kan gecheckt worden door een hielprik.
- Autosomaal-dominant
Een afwijkend gen veroorzaakt al ziekte.
Kan gecheckt worden met een bloedonderzoek.
- Geslachtsgebonden recessief
o X- gebonden
Afwijkende gen op X-chromosoom
Alleen vrouwen kunnen drager zijn
Jongens krijgen het, bij meisjes ook drager zijn.
- Polygene erfelijkheid
Meer dan 2 genen spelen een rol
Exogeen: omgevingsfactoren
- Micro-organismen en wormen
o Bacteriën
Antibiotica
o Virussen
Virostatica
o Gisten of schimmels
Antimycotica
o Protozoen
Antiprotozoica
o Wormen
Antihelmincta
- Chemische factoren
o Sigaretten
o Uitlaatgassen
o Afvalstoffen
o Bestrijdingsstoffen
o Kleur- en smaakstoffen
,Les 1
Gezondheid en ziekte
Gezondheid: vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren,
in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven.
Gezondheid hangt samen met de handhaving van de homeostase door
het lichaam, het constant blijven van de interne omstandigheden in
veranderende externe omstandigheden.
Ziekte is een afwijking van de normale lichaam structuren en -functies die
resulteert in verstoring van de vitale functies.
Ziek te zijn te herkennen aan bepaalde, typische symptomen. Deze
bestaan uit subjectieve klachten en onmeetbare, observeerbare
verschijnselen.
Asymptomatisch: deze ziekte verlopen zonder ziekteverschijnselen.
Syndroom: een ziekte waarbij altijd sprake is van eenzelfde combinatie
van symptomen.
Draagkracht- en draaglastmodel
Draagkracht: wat je aan kunt (versterken door gezond zijn)
Draaglast: wat je voor de kiezen krijgt (beïnvloeden maar niet volledig
voorkomen)
- Endogeen
Genen, congenitale afwijkingen (in baarmoeder ontwikkeld)
- Exogeen
Fysisch, chemisch, microbiologisch, immunologisch, voeding,
psychosociaal
Het moet in balans zijn, wat kom je tegen en wat kan je hanteren.
Wanneer het uit balans is (grotere draaglast) dan is er sprake van
decompensatie.
Bepaald door:
- Aanleg (constitutie)
- Conditie
- Psychische en sociale factoren
Ziekteoorzaken:
- Endogeen
o Onmiddellijk zichtbaar (downsyndroom)
o Ontwikkelt later, kan je zien bij een hielprik (PKU)
- Exogeen
Fysisch
o Elektrisch (bliksem)
o Straling (zon)
o Mechanisch (object)
, o Thermisch (verbranden)
Chemisch
o Alcohol
o Roken
o Geneesmiddelen
o Drugs
o Chemische middelen
Microbiologisch
o Virus
o Bacterie
o Schimmel
Ben je fit? Dan kan je dat vrij snel aan.
Verzwakt? Behandeling? Dan veel gevaarlijker.
Immunologisch
Immuunsysteem geen reactie, waar je niet op hoef te reageren
o Allergie
o Auto-immuun (reageren op eigen lichaamscellen)
o Eczeem
Voeding
o Te weinig
o Te veel
o Ongebalanceerd
Psychosociaal
o Stress
Van buitenaf soms ook van binnenaf. Dit zijn multifactoriële
aandoeningen.
= Aandoeningen door optelsom van verschillende factoren. =
Bijv: osteoporose, kanker
- Genen
- Voeding
- Leefstijl
- Leeftijd
Factoren die gezondheid verstoren
Etiologie: leer van ziekteoorzaken
Pathogenese: ontstaansmechanisme van een ziekte
Idiopathische ziekte: onbekende oorzaak
- Erfelijkheid
Afwijking genen of chromosoom
- Aangeboren (congenitaal)
Geboorte aanwezig, erfelijk of verworven (tijdens zwangerschap)
- Degeneratie
Structuur of werking aangedane weefsels of organen geleidelijk
achteruit
, - Ontsteking, auto-immuniteit of allergie
Inflammatoire aandoeningen door verhoogde activiteit van
immuunsysteem.
- Neoplasma (kanker)
Abnormale cel- of weefselgroei, ontstaan van tumoren
- Metabool
Gestoorde stofwisseling
- Traumatisch
Fysische of chemische beschadiging
- Voeding gerelateerd
Te veel of weinig
Endogeen: vanaf bevruchting vastgelegd in genen. Gelijk tot uiting of
pas later.
- Autosomaal recessief
Kind wordt alleen ziek dat van beide ouders het afwijkende gen
krijgt. Recessief gen komt alleen tot uiting met een gelijk gen op een
ander chromosoom. De ouders zijn dragers en hebben geen
verschijnselen.
Dit kan gecheckt worden door een hielprik.
- Autosomaal-dominant
Een afwijkend gen veroorzaakt al ziekte.
Kan gecheckt worden met een bloedonderzoek.
- Geslachtsgebonden recessief
o X- gebonden
Afwijkende gen op X-chromosoom
Alleen vrouwen kunnen drager zijn
Jongens krijgen het, bij meisjes ook drager zijn.
- Polygene erfelijkheid
Meer dan 2 genen spelen een rol
Exogeen: omgevingsfactoren
- Micro-organismen en wormen
o Bacteriën
Antibiotica
o Virussen
Virostatica
o Gisten of schimmels
Antimycotica
o Protozoen
Antiprotozoica
o Wormen
Antihelmincta
- Chemische factoren
o Sigaretten
o Uitlaatgassen
o Afvalstoffen
o Bestrijdingsstoffen
o Kleur- en smaakstoffen