Klinisch redeneren toets
, Diagnose
De NANDA-classificatie maakt gebruikt van een soortgelijke structuur als
de PES-structuur. De meeste verpleegkundigen zijn al bekend met de PES-
structuur, waardoor de overgang naar het NANDA-systeem geen grote
stap is. Met de PES-structuur kan de verpleegkundige alle verkregen
informatie in drie gebieden indelen:
Probleem;
Etiologie;
Symptomen.
Bij het onderdeel “probleem” zal de verpleegkundige alle informatie zetten
die gaat over de klachten of gezondheidsproblemen van de zorgvrager.
Bij de etiologie worden alle factoren gezet die de klachten kunnen
veroorzaken of met de klachten samenhangen. In feite wordt hier naar
onderliggende problemen gezocht.
Bij de symptomen worden alle aanwijzingen en symptomen gezet die
kunnen wijzen op een bepaalde aandoening. In dit gebied wordt
geprobeerd een diagnose te bevestigen of uit te sluiten.
Voorbeeld: toepassing van de PES-structuur bij het probleem ‘suikerziekte’
Stel dat we als probleem suikerziekte (diabetes mellitus) nemen. Bij
etiologie kunnen we dan factoren zetten zoals het dieet,
lichaamsbeweging en erfelijke aanleg. Onder de symptomen vallen dan de
symptomen die op diabetes mellitus kunnen wijzen, zoals dorst, veel
drinken, moeheid, oogklachten en seksuele problemen.
De PES-structuur:
- Probleem
Geeft de gezondheidstoestand duidelijk en precies weer. Het is het
diagnostische label.
- Ethiologie
Beschrijft de factoren die het gezondheidsprobleem veroorzaken of
eraan bijdragen. Stellen je in staat om de verpleegkundige zorg op
de individuele zorgvrager af te stemmen. De term gerelateerd aan
wordt vaak gebruikt. Meestal zijn er diverse factoren die een
probleem veroorzaken.
- Verschijnselen
Je kunt een gezondheidsproblelem alleen vaststellen als je daarvoor
voldoende aanwijzingen of ‘bewijs’ hebt. Je noteert ze als
gekenmerkt door.
2 soorten verschijnselen:
o Signs: objectief te maken.
o Symptoms: zorgvrager geeft ervaring weer.
Diagnose moet persoonlijk worden, zien dat het over de patient gaat.
, Diagnose
De NANDA-classificatie maakt gebruikt van een soortgelijke structuur als
de PES-structuur. De meeste verpleegkundigen zijn al bekend met de PES-
structuur, waardoor de overgang naar het NANDA-systeem geen grote
stap is. Met de PES-structuur kan de verpleegkundige alle verkregen
informatie in drie gebieden indelen:
Probleem;
Etiologie;
Symptomen.
Bij het onderdeel “probleem” zal de verpleegkundige alle informatie zetten
die gaat over de klachten of gezondheidsproblemen van de zorgvrager.
Bij de etiologie worden alle factoren gezet die de klachten kunnen
veroorzaken of met de klachten samenhangen. In feite wordt hier naar
onderliggende problemen gezocht.
Bij de symptomen worden alle aanwijzingen en symptomen gezet die
kunnen wijzen op een bepaalde aandoening. In dit gebied wordt
geprobeerd een diagnose te bevestigen of uit te sluiten.
Voorbeeld: toepassing van de PES-structuur bij het probleem ‘suikerziekte’
Stel dat we als probleem suikerziekte (diabetes mellitus) nemen. Bij
etiologie kunnen we dan factoren zetten zoals het dieet,
lichaamsbeweging en erfelijke aanleg. Onder de symptomen vallen dan de
symptomen die op diabetes mellitus kunnen wijzen, zoals dorst, veel
drinken, moeheid, oogklachten en seksuele problemen.
De PES-structuur:
- Probleem
Geeft de gezondheidstoestand duidelijk en precies weer. Het is het
diagnostische label.
- Ethiologie
Beschrijft de factoren die het gezondheidsprobleem veroorzaken of
eraan bijdragen. Stellen je in staat om de verpleegkundige zorg op
de individuele zorgvrager af te stemmen. De term gerelateerd aan
wordt vaak gebruikt. Meestal zijn er diverse factoren die een
probleem veroorzaken.
- Verschijnselen
Je kunt een gezondheidsproblelem alleen vaststellen als je daarvoor
voldoende aanwijzingen of ‘bewijs’ hebt. Je noteert ze als
gekenmerkt door.
2 soorten verschijnselen:
o Signs: objectief te maken.
o Symptoms: zorgvrager geeft ervaring weer.
Diagnose moet persoonlijk worden, zien dat het over de patient gaat.