KENNISTOETS THEMA 4
Anatomie en pathologie:
Hormonen:
- Regulatie lichaam:
o Neutraal.
o Hormonaal.
- Hypofyse:
o Een klier.
o Ligging in de holte van de schedelbasis.
o Glandotrope hormonen:
Thyroidstimulerend hormoon= TSH, schildklier.
Adrenocorticotroop hormoon= ACTH, bijnierschors.
Gonadotrope hormonen=FSH en LH, geslachtsklieren.
- Neurohypofyse (achterkwab in het zenuwweefsel).
o Antidiuretisch hormoon voor terugresorptie van water in de nieren.
o Oxytocine voor contractie van de baarmoederwand en melkklierspierweefsel.
- Adenohypofyse (voorhoofdkwab in het klierweefsel).
o Direct werkende hormonen.
o Glandotroop hormonen: klieren stimuleren.
- Direct werkende hormonen:
o Somatrotroop hormoon= STH stimuleert eiwitsynthese.
o Prolactine of lactotroop hormoon= LTH, borstklieren.
o Melanocytenstimulerend hormoon= MSH, pigment spelt alleen een rol tijdens
zwangerschap/bij foetus.
- Hormoonklieren:
o Glandula thyroidea/thyroid.
o Ventraal van schildkraakbeen
o 2 hormonen:
o Thyroxine, T3, T4 jodium is bouwsteen.
o Thyroxine stimuleert stofwisseling en eiwitsynthese.
- Hyperthyreoïdie (te snel werkende schildklier):
o Verschijnselen:
Tachycardie.
Struma.
Oogverschijnselen.
o Hypothyreoïdie gevolgen:
Congenitale hypothyroïdie.
Cretinisme.
- Parathyroidea (bijschildklier):
o 4 stuks, achterkant schildklier.
o Hormoon: parathormoon=PTH.
o Calciumgehalte van bloed verhogen= antagonist calcitonine.
o Veel calcium in bloed dan fosfaten.
o Uitscheiden.
o Voor opname calcium ook vitamine D nodig.
- Calcitonine, verlaagt calciumgehalte bloed door:
, o Calcium in botten opslaan.
o Reabsorptie in nieren remmen.
o Resorptie in darmen remmen.
- Adren/glandula suprarenalis (bijnieren).
o Liggen op nieren:
o Bijnierschors = cortex.
o Bijniermerg = medula.
o Werken onafhankelijk.
- Bijnierschors:
o 3 hormonen: heten gezamenlijk corticosteroïden.
o 1. Mineralcorticoiden voor zouthuishouding= aldosteron (RAA-systeem)
o 2. Glucocorticoiden= hydrocortison.
Voor glucose.
Remt ontstekingsreactie.
Stressbestendigheid vergroten.
o 3. Geslachtshormonen: oestrogenen, androgenen
- Hormonen: adrenaline en noradrenaline gevolgen:
o Fright, fight, flight, reactie.
o Noradrenaline geeft bloedvatvernauwing in spieren.
o Zelfde reactie als bij sympatische z.st. duurt alleen langer.
- Gonaden (geslachtsklieren):
o Man: testikels in scrotum maakt testosteron.
o Vrouw: ovarium (-a) maakt progesteron en oestrogeen.
Hartfalen:
- Ook wel decompensatie cordis genoemd.
- Hartinsufficiëntie/hartfalen.
- Te kort aan circulerend bloed.
- Er ontstaan tekorten een stuwingen.
- Forward failure (met de stroom mee).
- Backward failure (tegen de stroom in).
- Links decompensatie:
o Stuwing longader – longoedeem.
o Symptomen: astma cardiale.
- Rechts decompensatie:
o Stuwing holle ader – perifeer oedeem.
o Symptomen: dikke voeten.
- Onderzoek hartfalen:
o Lichamelijk onderzoek.
o ECG.
o Bloedonderzoek.
o X-thorax.
o Angiografie.
- Risicofactoren:
o Roken.
o Hoge cholesterol.
o Hoge bloeddruk.
o Overgewicht.
o Diabetes.
o Erfelijkheid.
, - Oorzaken:
o Myocardischemie (zuurstof tekort hartspier).
o Cardiomyopathie (aandoening hartspier).
o Verhoogde druk in vaatsysteem.
o Hartritmestoornis.
o Hartklepafwijkingen.
o Afwijkingen aan het hartzakje.
- 4 categorieën:
o Klasse 1: kortademigheid alleen bij zware inspanning.
o Klasse 2: kortademigheid bij matige inspanning.
o Klasse 3: kortademigheid bij geringe inspanning.
o Klasse 4: kortademigheid in rust.
- Symptomen:
o Snel moe worden.
o Benauwdheid.
o Moeilijke stoelgang.
o Oedeem (vocht ophoping).
o Verminderde eetlust.
o Toename gewicht.
o Prikkelhoest (longoedeem).
o Onrustig slapen en nocturie (snachts plassen).
- Behandeling:
o Oorzaak behandelen.
o Operatief.
o Medicatie.
o Voldoende beweging.
o Gezond eten.
o Eventueel een vochtbeperking.
o Let op natrium (zout) inname.
- Medicatie:
o Diuretica (plaspil).
o Kalium sparende diuretica.
o Nitraten (verwijden bloedvaten).
o ACE-remmers (verlagen hoge bloeddruk).
o Digitalis (verbetert de pompkracht en zorgt voor een normale hartslag).
o Bètablokkers (ontlasten van het hart).
- Verpleegkundige interventies:
o Hulp bij de ADL ivm vermoeidheid.
o Iedere dag wegen, om vocht vast houden te verkomen.
o Vitale functies controleren, bloeddruk kan laag zijn door de medicijnen.
o Observeer de ademhaling, kortademigheid.
o Je houdt de urine productie in de gaten en je let erop of iemand zich aan zijn
vochtbeperking houdt en aan zijn natriumarm dieet.
o Bij acuut hartfalen gaat iemand snel vocht vasthouden achter de longen, de
verpleegkundige zorg bestaat dan uit het geven van medicijnen, lasix en zuurstof.
Diabetes Mellitus:
- Ook wel suikerziekte genoemd.
- Verhoogde glucose (suiker) waarde in het bloed.
- Veroorzaakt door te weinig of geen aanmaak van het hormoon insuline.
Anatomie en pathologie:
Hormonen:
- Regulatie lichaam:
o Neutraal.
o Hormonaal.
- Hypofyse:
o Een klier.
o Ligging in de holte van de schedelbasis.
o Glandotrope hormonen:
Thyroidstimulerend hormoon= TSH, schildklier.
Adrenocorticotroop hormoon= ACTH, bijnierschors.
Gonadotrope hormonen=FSH en LH, geslachtsklieren.
- Neurohypofyse (achterkwab in het zenuwweefsel).
o Antidiuretisch hormoon voor terugresorptie van water in de nieren.
o Oxytocine voor contractie van de baarmoederwand en melkklierspierweefsel.
- Adenohypofyse (voorhoofdkwab in het klierweefsel).
o Direct werkende hormonen.
o Glandotroop hormonen: klieren stimuleren.
- Direct werkende hormonen:
o Somatrotroop hormoon= STH stimuleert eiwitsynthese.
o Prolactine of lactotroop hormoon= LTH, borstklieren.
o Melanocytenstimulerend hormoon= MSH, pigment spelt alleen een rol tijdens
zwangerschap/bij foetus.
- Hormoonklieren:
o Glandula thyroidea/thyroid.
o Ventraal van schildkraakbeen
o 2 hormonen:
o Thyroxine, T3, T4 jodium is bouwsteen.
o Thyroxine stimuleert stofwisseling en eiwitsynthese.
- Hyperthyreoïdie (te snel werkende schildklier):
o Verschijnselen:
Tachycardie.
Struma.
Oogverschijnselen.
o Hypothyreoïdie gevolgen:
Congenitale hypothyroïdie.
Cretinisme.
- Parathyroidea (bijschildklier):
o 4 stuks, achterkant schildklier.
o Hormoon: parathormoon=PTH.
o Calciumgehalte van bloed verhogen= antagonist calcitonine.
o Veel calcium in bloed dan fosfaten.
o Uitscheiden.
o Voor opname calcium ook vitamine D nodig.
- Calcitonine, verlaagt calciumgehalte bloed door:
, o Calcium in botten opslaan.
o Reabsorptie in nieren remmen.
o Resorptie in darmen remmen.
- Adren/glandula suprarenalis (bijnieren).
o Liggen op nieren:
o Bijnierschors = cortex.
o Bijniermerg = medula.
o Werken onafhankelijk.
- Bijnierschors:
o 3 hormonen: heten gezamenlijk corticosteroïden.
o 1. Mineralcorticoiden voor zouthuishouding= aldosteron (RAA-systeem)
o 2. Glucocorticoiden= hydrocortison.
Voor glucose.
Remt ontstekingsreactie.
Stressbestendigheid vergroten.
o 3. Geslachtshormonen: oestrogenen, androgenen
- Hormonen: adrenaline en noradrenaline gevolgen:
o Fright, fight, flight, reactie.
o Noradrenaline geeft bloedvatvernauwing in spieren.
o Zelfde reactie als bij sympatische z.st. duurt alleen langer.
- Gonaden (geslachtsklieren):
o Man: testikels in scrotum maakt testosteron.
o Vrouw: ovarium (-a) maakt progesteron en oestrogeen.
Hartfalen:
- Ook wel decompensatie cordis genoemd.
- Hartinsufficiëntie/hartfalen.
- Te kort aan circulerend bloed.
- Er ontstaan tekorten een stuwingen.
- Forward failure (met de stroom mee).
- Backward failure (tegen de stroom in).
- Links decompensatie:
o Stuwing longader – longoedeem.
o Symptomen: astma cardiale.
- Rechts decompensatie:
o Stuwing holle ader – perifeer oedeem.
o Symptomen: dikke voeten.
- Onderzoek hartfalen:
o Lichamelijk onderzoek.
o ECG.
o Bloedonderzoek.
o X-thorax.
o Angiografie.
- Risicofactoren:
o Roken.
o Hoge cholesterol.
o Hoge bloeddruk.
o Overgewicht.
o Diabetes.
o Erfelijkheid.
, - Oorzaken:
o Myocardischemie (zuurstof tekort hartspier).
o Cardiomyopathie (aandoening hartspier).
o Verhoogde druk in vaatsysteem.
o Hartritmestoornis.
o Hartklepafwijkingen.
o Afwijkingen aan het hartzakje.
- 4 categorieën:
o Klasse 1: kortademigheid alleen bij zware inspanning.
o Klasse 2: kortademigheid bij matige inspanning.
o Klasse 3: kortademigheid bij geringe inspanning.
o Klasse 4: kortademigheid in rust.
- Symptomen:
o Snel moe worden.
o Benauwdheid.
o Moeilijke stoelgang.
o Oedeem (vocht ophoping).
o Verminderde eetlust.
o Toename gewicht.
o Prikkelhoest (longoedeem).
o Onrustig slapen en nocturie (snachts plassen).
- Behandeling:
o Oorzaak behandelen.
o Operatief.
o Medicatie.
o Voldoende beweging.
o Gezond eten.
o Eventueel een vochtbeperking.
o Let op natrium (zout) inname.
- Medicatie:
o Diuretica (plaspil).
o Kalium sparende diuretica.
o Nitraten (verwijden bloedvaten).
o ACE-remmers (verlagen hoge bloeddruk).
o Digitalis (verbetert de pompkracht en zorgt voor een normale hartslag).
o Bètablokkers (ontlasten van het hart).
- Verpleegkundige interventies:
o Hulp bij de ADL ivm vermoeidheid.
o Iedere dag wegen, om vocht vast houden te verkomen.
o Vitale functies controleren, bloeddruk kan laag zijn door de medicijnen.
o Observeer de ademhaling, kortademigheid.
o Je houdt de urine productie in de gaten en je let erop of iemand zich aan zijn
vochtbeperking houdt en aan zijn natriumarm dieet.
o Bij acuut hartfalen gaat iemand snel vocht vasthouden achter de longen, de
verpleegkundige zorg bestaat dan uit het geven van medicijnen, lasix en zuurstof.
Diabetes Mellitus:
- Ook wel suikerziekte genoemd.
- Verhoogde glucose (suiker) waarde in het bloed.
- Veroorzaakt door te weinig of geen aanmaak van het hormoon insuline.