100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

HBO-Rechten Inleiding Recht Samenvatting + toetsmatrijs

Rating
-
Sold
-
Pages
16
Uploaded on
03-12-2025
Written in
2025/2026

Inhoud van de samenvatting: Week 1: Introductie in het recht Rechtsgebieden, rechtsbronnen, functies van het recht, centrale/decentrale wetgeving, interpretatiemethoden en rechterlijke organisatie. Week 2: Bestuursrecht Bestuursorganen, besluiten, belanghebbenden, bezwaar & beroep, verschillende soorten besluiten en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Week 3: Strafrecht & Strafprocesrecht Legaliteitsbeginsel, fasen van het strafproces, bevoegdheden, opsporing, voorlopige hechtenis, delicten, strafuitsluitingsgronden en doelen van straf. Week 4: Verbintenissenrecht Overeenkomsten, aanbod en aanvaarding, wilsgebreken, nietig/vernietigbaar, wanprestatie, onrechtmatige daad en rechtmatige daden. Week 5: Goederenrecht Verschil tussen verbintenissen en goederen, absolute en relatieve rechten, eigendomsoverdracht, beperkt zakelijke rechten, pand & hypotheek en derdenbescherming. Week 6: Burgerlijk Procesrecht Procesgang, rol van partijen, competentie, verstek, verzet, hoger beroep, cassatie en kort geding.

Show more Read less
Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
December 3, 2025
Number of pages
16
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

INLEIDING RECHT

WEEK 1 - INTRODUCTIE

Het recht wordt gezien als een belangrijk instrument om de samenleving te beïnvloeden. Het doel van het rest is het ordenen van
de samenleving en het geven van regels om conflicten op te lossen zodat orde kan terugkeren. Rechtsgebieden zijn manieren om
het recht in te delen.

Centrale en decentrale wetgeving
Centrale wetten (wetten in formele zin) worden gemaakt door de Staten-Generaal en de regering samen. Decentrale wetgeving
wordt gemaakt door lagere overheidsorganen, zoals de gemeente. Hierbij zijn de volgende regels van belang:
• Centrale wetgeving gaat boven decentrale wetgeving
• Bijzondere wetgeving gaat boven algemene wetgeving
• Jonge wetgeving gaat boven oude wetgeving

Publiekrecht en privaatrecht
Publiekrecht (overheid speelt een rol)
• overheid – burger
Privaatrecht (overheid speelt geen rol). Burgers kunnen ook bedrijven zijn.
• burger – burger

Materieel en formeel recht
Materieel recht bevat rechten en plichten, het beschrijft de inhoud van het recht. Formeel recht bevat procesrecht.
Voorbeeld: Wetboek van Strafrecht is materieel recht, Wetboek van Strafvordering is formeel recht

Objectief en subjectief recht
Objectief recht geldt voor iedereen, het overkoepelende recht. Subjectief recht geldt voor een individu, een soort uitzondering.
Voorbeeld: een gehandicaptenparkeerplaats.

Dwingend en aanvullend recht
Dwingend recht is het recht waar iedereen zich aan moet houden. Aanvullend recht geldt alleen als iets nergens in de wet geregeld
is (additioneel recht).
Voorbeeld: een koopovereenkomst.

Functies van het recht
1. Normatief
Dit zorgt ervoor dat iets niet tegen onze normen in gaat. Denk aan moord.
2. Geschil oplossend
Dit zorgt ervoor dat er over een geschil beslist wordt door een onafhankelijke rechter.
3. Additioneel
Werkt aanvullend. Denk aan een koopovereenkomst.
4. Instrumenteel
Dit zorgt ervoor dat er orde is. Denk aan rechts rijden.

Rechtsbronnen
1. Wet
2. Jurisprudentie
3. Internationaal verdrag
4. Gewoonte

Wet
Wetten in formele zin zijn door de centrale overheid gemaakt.
Door wie?
Wetten in materiële zin zijn voor een onbepaald aantal mensen en doelgroep. Een wet in materiële zin kan ook gemaakt worden
door een lagere overheid
Voor wie?

Jurisprudentie
Jurisprudentie gaat over hoe eerdere rechters hebben besloten.

Internationaal verdrag
Internationale verdragen maken deel uit van ons recht. Internationaal recht gaat ook boven ons nationaal recht.

Gewoonte
Gewoonterecht gaat om gewoonten die ingeburgerd zijn, zelfs als het niet in de wet staat.

Staat
Om iets een staat te kunnen noemen, moet het voldoen aan vier eisen:
• Grondgebied

, • Hoogste gezag
• Gemeenschap van mensen
• (Internationale erkenning)

De rechterlijke indeling
De elf rechtbanken vormen samen het arrondissement
De vier gerechtshoven vormen samen het ressort

Er is één Hoge Raad in Den Haag. De Hoge Raad kijkt alleen of het recht juist is toegepast.

Burgerlijke rechtspraak
Er is sprake van een geschil tussen twee burgers (of bedrijven). De persoon die de zaak aan de rechter voorlegt is de eiser. De
andere persoon is de gedaagde.

Absolute en relatieve competentie
Civiel
Absolute competentie: welke rechter is bevoegd (kantonrechter, civiele rechter, bestuursrechter).
Relatieve competentie: welke rechtbank is bevoegd (plaats).
De woonplaats van de gedaagde is bevoegd: de eiser moet reizen.

Strafrechtspraak
Er is sprake van een geschil tussen een burger en het Openbaar Ministerie.
De plaats waar het strafbare feit is begaan, is de ‘’woonplaats’’ van de verdachte.

Bestuursrechtspraak
Er is sprake van een geschil tussen een burger en een bestuursorgaan.
De plaats waar het bestuursorgaan gevestigd zit, is de ‘’woonplaats’’.

Interpretatiemethoden
1. Grammaticaal
Kijken naar taal
2. Wetshistorisch
Ontstaansgeschiedenis van de wet
3. Anticiperend
Rekening houden met nieuwe (aankomende) wetgeving
4. Systematisch
Systeem van de wet, hoe is de wet opgemaakt
5. Teleologisch
Doel van de wet

, WEEK 2 - BESTUURSRECHT

Bij het bestuursrecht gaat het om het afwegen van belangen.

Bestuursorgaan Artikel 1:1 Awb
Onder bestuursorgaan wordt verstaan:
a. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of
b. een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed.

Rechtspersoon
De rechtspersoon is een instelling die zelfstandig rechten en plichten kan stellen.

Rechtshandeling en feitelijke handeling
Een rechtshandeling is gericht op een rechtsgevolg. Er komen rechten en plichten uit voort.
Publiekrechtelijke rechtshandeling: handeling van een bestuursorgaan ter uitoefening van de publieke taak
Privaatrechtelijke rechtshandeling: aangaan van een privaatrechtelijke verbintenis (overeenkomst).

Een feitelijke handeling is niet gericht op een rechtsgevolg, er komen dus ook geen rechten en plichten uit voort.

Besluit en belanghebbende
Art 1:3 Awb Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke
rechtshandeling.

Is een besluit tot iets of iemand gericht? Dan is die persoon belanghebbende. Alleen een belanghebbende kan tegen een besluit
bezwaar maken (art 8:1 awb jo 7:1 awb). Je moet rechtstreeks geschaad worden om belanghebbende te zijn.
Art 1:2 Awb Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken

Bezwaar en beroep
Als je belanghebbende bent en je wilt een besluit aanvechten dan gelden de volgende regelingen.
Bezwaar bij bestuursorgaan > beroep bij bestuursrechter > hoger beroep (Raad van State).

De beschikking die afgegeven wordt na een bezwaar of beroepschrift wordt een beschikking op bezwaar (bob) genoemd.

Soorten besluiten
• Besluit van algemene strekking
een besluit van een bestuursorgaan die geldt voor een groep, een bepaald gebied of algemene categorie van personen,
zoals een bestemmingsplan of een APV
• Beschikking
een besluit dat niet van algemene strekking gericht is, maar is gericht op een concreet geval, zoals een vergunning.

Algemene beginselen van behoorlijk bestuur (abbb)
Formele beginselen van behoorlijk bestuur
• Zorgvuldigheidsbeginsel (alle belangen moeten worden meegenomen bij het maken van een besluit)
• Motiveringsbeginsel (besluiten moeten altijd gemotiveerd worden
• Fairplaybeginsel (overheid moet eerlijk, onpartijdig en transparant zijn)

Materiële beginselen van behoorlijk bestuur
• Verbod van détournement de pouvoir (je mag bevoegdheden die je hebt als bestuursorgaan alleen gebruiken waar ze
voor bedoeld zijn)
• Verbod van willekeur (overheidsorgaan moet zijn bevoegdheden redelijk en zorgvuldig afwegen
• Gelijkheidsbeginsel (gelijke gevallen moeten gelijk worden behandeld
• Vertrouwensbeginsel (een burger moet kunnen vertrouwen op de verwachtingen die een bestuursorgaan heeft gewekt.
$8.59
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
LawIsabel

Get to know the seller

Seller avatar
LawIsabel Hogeschool Windesheim
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1
Member since
1 year
Number of followers
0
Documents
6
Last sold
3 days ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions