Inleiding tot de Cultuurtheorie
Introductie 1: Wat is cultuur?
Wat is cultuur?
Vele betekenissen en wijzen van gebruik—erg vaag, maar
Altijd een verwijzing naar een geheel van gebruiken, overtuigingen, instituties,
gedragsvormen, normen, codes, ideeën, handelingen, motivaties
Altijd een verwijzing naar een verschil: er zijn historisch, nationaal, regionaal,
demografisch andere culturen
Altijd zaken die niet inherent of natuurlijk zijn, maar dat wel lijken
• Basisoppositie: natuur versus cultuur
Precieze definities zijn moeilijk, want
Cultuur is historisch contingent ( =samenloop van toevallige
omstandigheden),: modern concept
Cultuur is cultureel contingent: Westers concept
Cultuur is niet enkel theorie, maar ook praktijk
Cultuur is niet enkel observatie, maar ook participatie
Cultuur is een normatief predikaat (het woord cultuur drukt tegelijk een beoordeling
uit over wat als goed of waardevol geldt)
o Extern: er zijn dingen die beantwoorden aan de definitie van cultuur,
maar niet vaak zo genoemd worden
• Wat is religie? Wat is wetenschap? Wat is economie?
• Wordt voorgesteld als beter, mooier, grootser, waardevoller—of net
niet
o Intern: binnen cultuur is er een onderscheid tussen hoge en lage cultuur
Samengevat: er zijn verschillende definities van cultuur die door elkaar lopen
Typisch modern: cultuur is iets wat apart is en te onderscheiden valt (ook al is dat erg
verwarrend)
Cultuur als specifiek gegeven begint in de moderniteit
o Reinhart Koselleck (1923–2006): moderniteit ontstaat tussen 1750 en
1850 (“Sattelzeit”)
• Verlichting (1715–1789) en Romantiek (1789–1848)
• Ontstaan van moderne wetenschappen,
samenlevingsvormen, identiteiten—en moderne definities
van cultuur
• Drie dingen gebeuren tegelijk: cultuur staat tegenover niet-
cultuur; cultuur is tegelijk grootser en minder belangrijk;
cultuur zelf wordt verdeeld in hoog en laag
,Twee culturen (two cultures, C.P. Snow): exacte wetenschap en cultuur, of (tegenwoordig)
economie en cultuur, etc.
Bovenop cultuur vs. natuur komt een tweede onderscheid om cultuur te definiëren:
cultuur vs. niet-cultuur
o Cultuur is menselijk; niet-cultuur is “mechanisch; exact-wetenschappelijk,
economisch
o Afhankelijk van positie: cultuur is grootser en echter, of niet-cultuur is
grootser en echter
Snow zegt dat veel slimme mensen bijna niets van wetenschap begrijpen, net zoals iemand
die niet kan lezen geen literatuur begrijpt.
Hij wil laten zien dat wetenschap en cultuur vaak los van elkaar staan.
“Cultuur” is niet enkel een neutraal begrip, maar heeft een ideologische lading
Wanneer cultuur naar zichzelf kijkt: bron van menselijke waarde; belangrijk omwille
van zichzelf, zonder duidelijke opgave van reden
• https://www.youtube.com/watch?v=yEDze5XRq3c (V for Vendetta,
2005)
“Cultuur” geeft houvast terwijl alles anders lijkt te veranderen
o “To be modern is to be part of a universe in which, as Marx said, ‘all that is
solid melts into air.’” (Berman, 1988) “Cultuur” heeft affectieve associaties
Sommige vormen worden intern als echter, waardevoller gezien
o Zien cultuur als gelijk aan canon (een lijst van toonaangevende werken)
of hoge cultuur (prestigieuze cultuur)
• Hoge cultuur = Literatuur, klassieke muziek
o Pierre Bourdieu (1930–2002): cultureel kapitaal naar analogie met
economisch kapitaal: bepaalde vormen van cultuur geven je prestige,
geloofwaardigheid, “presence”
o
Voorbeelden van vroege definities: Shelley, Arnold, Shklovski
o Shelley bedoelt dat we veel kennis en macht over de wereld hebben, maar
dat ons gebrek aan verbeelding, morele daadkracht en poëtisch inzicht
ons beperkt. Poëten, volgens hem, kunnen juist die innerlijke en morele
wereld verkennen en vormen, en hebben daarom een diepe invloed op de
samenleving, zelfs als mensen zich daar niet bewust van zijn.
o Schklovsky bedoelt dat het dagelijks leven vol gewoonten en automatisme
zit, waardoor we dingen niet echt waarnemen.
o Kunst is er om ons te laten zien hoe dingen écht zijn door ze **onbekend
of opvallend** te maken, zodat we weer bewust ervaren en voelen.
Terwijl definities ontstaan:
Cultuur ontwikkelt haar eigen wetenschap
o Cultuurtheorie, kritische theorie, culturele studies, etc.
• Vaak Engelse termen: criticism, cultural theory, critical theory,
Critical Theory (jaren 20–30), cultural studies (jaren 60); vaak
gewoon: Theory (jaren 80 en daarna)
, o Ontstaat uit kritiek (oordelen, recenseren); ontwikkelt zich tot kritisch
(objectiverend, abstract, conceptueel, onderscheidend) nadenken over
• Vandaar: vaak verwijzingen in termen naar criticism en theory
Binnen deze wetenschap: verschillende domeinen en stromingen
Domeinen: Vertaalwetenschap, discoursanalyse, culturele antropologie, semiotiek,
literatuurwetenschap, musicologie, filmstudies, mediastudies, sociolinguïstiek,
theoretische taalkunde, etc.
Stromingen (volgende slide)
o Belangrijke denkers overstijgen dit kader vaak (daarom zijn ze net
belangrijk!)
o De cruciale breuk eind jaren 60: tussen structuralisme en
poststructuralisme
o Een nieuwe breuk tussen poststructuralisme en post-poststructuralisme?
o Historische evolutie, maar historisch kader belangrijk om te begrijpen wat
nu gedacht wordt
Elke stroming bouwt op vorige: post is na, maar ook
verderbouwend op—geen nieuwe term
Wat is cultuurtheorie?
Structuralisme (S)
Basisstelling: cultuur is een structuur, en alles in een cultuur is ook een structuur
• Omdat een cultuur een structuur is, valt ze ook te analyseren
Introductie 1: Wat is cultuur?
Wat is cultuur?
Vele betekenissen en wijzen van gebruik—erg vaag, maar
Altijd een verwijzing naar een geheel van gebruiken, overtuigingen, instituties,
gedragsvormen, normen, codes, ideeën, handelingen, motivaties
Altijd een verwijzing naar een verschil: er zijn historisch, nationaal, regionaal,
demografisch andere culturen
Altijd zaken die niet inherent of natuurlijk zijn, maar dat wel lijken
• Basisoppositie: natuur versus cultuur
Precieze definities zijn moeilijk, want
Cultuur is historisch contingent ( =samenloop van toevallige
omstandigheden),: modern concept
Cultuur is cultureel contingent: Westers concept
Cultuur is niet enkel theorie, maar ook praktijk
Cultuur is niet enkel observatie, maar ook participatie
Cultuur is een normatief predikaat (het woord cultuur drukt tegelijk een beoordeling
uit over wat als goed of waardevol geldt)
o Extern: er zijn dingen die beantwoorden aan de definitie van cultuur,
maar niet vaak zo genoemd worden
• Wat is religie? Wat is wetenschap? Wat is economie?
• Wordt voorgesteld als beter, mooier, grootser, waardevoller—of net
niet
o Intern: binnen cultuur is er een onderscheid tussen hoge en lage cultuur
Samengevat: er zijn verschillende definities van cultuur die door elkaar lopen
Typisch modern: cultuur is iets wat apart is en te onderscheiden valt (ook al is dat erg
verwarrend)
Cultuur als specifiek gegeven begint in de moderniteit
o Reinhart Koselleck (1923–2006): moderniteit ontstaat tussen 1750 en
1850 (“Sattelzeit”)
• Verlichting (1715–1789) en Romantiek (1789–1848)
• Ontstaan van moderne wetenschappen,
samenlevingsvormen, identiteiten—en moderne definities
van cultuur
• Drie dingen gebeuren tegelijk: cultuur staat tegenover niet-
cultuur; cultuur is tegelijk grootser en minder belangrijk;
cultuur zelf wordt verdeeld in hoog en laag
,Twee culturen (two cultures, C.P. Snow): exacte wetenschap en cultuur, of (tegenwoordig)
economie en cultuur, etc.
Bovenop cultuur vs. natuur komt een tweede onderscheid om cultuur te definiëren:
cultuur vs. niet-cultuur
o Cultuur is menselijk; niet-cultuur is “mechanisch; exact-wetenschappelijk,
economisch
o Afhankelijk van positie: cultuur is grootser en echter, of niet-cultuur is
grootser en echter
Snow zegt dat veel slimme mensen bijna niets van wetenschap begrijpen, net zoals iemand
die niet kan lezen geen literatuur begrijpt.
Hij wil laten zien dat wetenschap en cultuur vaak los van elkaar staan.
“Cultuur” is niet enkel een neutraal begrip, maar heeft een ideologische lading
Wanneer cultuur naar zichzelf kijkt: bron van menselijke waarde; belangrijk omwille
van zichzelf, zonder duidelijke opgave van reden
• https://www.youtube.com/watch?v=yEDze5XRq3c (V for Vendetta,
2005)
“Cultuur” geeft houvast terwijl alles anders lijkt te veranderen
o “To be modern is to be part of a universe in which, as Marx said, ‘all that is
solid melts into air.’” (Berman, 1988) “Cultuur” heeft affectieve associaties
Sommige vormen worden intern als echter, waardevoller gezien
o Zien cultuur als gelijk aan canon (een lijst van toonaangevende werken)
of hoge cultuur (prestigieuze cultuur)
• Hoge cultuur = Literatuur, klassieke muziek
o Pierre Bourdieu (1930–2002): cultureel kapitaal naar analogie met
economisch kapitaal: bepaalde vormen van cultuur geven je prestige,
geloofwaardigheid, “presence”
o
Voorbeelden van vroege definities: Shelley, Arnold, Shklovski
o Shelley bedoelt dat we veel kennis en macht over de wereld hebben, maar
dat ons gebrek aan verbeelding, morele daadkracht en poëtisch inzicht
ons beperkt. Poëten, volgens hem, kunnen juist die innerlijke en morele
wereld verkennen en vormen, en hebben daarom een diepe invloed op de
samenleving, zelfs als mensen zich daar niet bewust van zijn.
o Schklovsky bedoelt dat het dagelijks leven vol gewoonten en automatisme
zit, waardoor we dingen niet echt waarnemen.
o Kunst is er om ons te laten zien hoe dingen écht zijn door ze **onbekend
of opvallend** te maken, zodat we weer bewust ervaren en voelen.
Terwijl definities ontstaan:
Cultuur ontwikkelt haar eigen wetenschap
o Cultuurtheorie, kritische theorie, culturele studies, etc.
• Vaak Engelse termen: criticism, cultural theory, critical theory,
Critical Theory (jaren 20–30), cultural studies (jaren 60); vaak
gewoon: Theory (jaren 80 en daarna)
, o Ontstaat uit kritiek (oordelen, recenseren); ontwikkelt zich tot kritisch
(objectiverend, abstract, conceptueel, onderscheidend) nadenken over
• Vandaar: vaak verwijzingen in termen naar criticism en theory
Binnen deze wetenschap: verschillende domeinen en stromingen
Domeinen: Vertaalwetenschap, discoursanalyse, culturele antropologie, semiotiek,
literatuurwetenschap, musicologie, filmstudies, mediastudies, sociolinguïstiek,
theoretische taalkunde, etc.
Stromingen (volgende slide)
o Belangrijke denkers overstijgen dit kader vaak (daarom zijn ze net
belangrijk!)
o De cruciale breuk eind jaren 60: tussen structuralisme en
poststructuralisme
o Een nieuwe breuk tussen poststructuralisme en post-poststructuralisme?
o Historische evolutie, maar historisch kader belangrijk om te begrijpen wat
nu gedacht wordt
Elke stroming bouwt op vorige: post is na, maar ook
verderbouwend op—geen nieuwe term
Wat is cultuurtheorie?
Structuralisme (S)
Basisstelling: cultuur is een structuur, en alles in een cultuur is ook een structuur
• Omdat een cultuur een structuur is, valt ze ook te analyseren