Het burgerlijk wetboek bevat de belangrijkste regels van privaat regels over 9 boeken.
Materieel recht: regels waarin het recht bepaalde gedragingen voorschrijft of verbiedt.
Formele recht: helpt de naleving van het materiële recht te verzekeren.
Objectieve recht: geheel van rechtsregels in NL → jurisprudentie: geheel van rechterlijke
uitspraken.
Subjectief recht: Juridische bevoegdheden die een persoon kan hebben op basis van het
objectief recht
Aanvullend recht: Vult afspraken van partijen aan als ze op bepaald gebied niks geregeld
hebben. Meestal mag je je dus volgens de regels gedragen, niet verplicht →
contractsvrijheid/ partijautonomie wordt beperkt door regels van het dwingend recht.
Rechtsbronnen:
1. De wet
2. De jurisprudentie
3. Het gewoonterecht, staat niet op papier en gaat gepaard met rechtsonzekerheid en
rechtsongelijkheid.
4. Het verdrag: overeenkomsten tussen staten of staten en internationale organisaties.
Taken van de staat: Wetten maken, besturen, rechtspraak
Staten generaal en de regering zijn formele wetgevers
Ambtenaren maken wetsvoorstel, ministerraad keurt het goed, de raad van state adviseert,
2e kamer neemt aan, 1e kamer geeft goedkeuring, koning bekrachtigt, bewindspersonen
contrasigneren, aankondiging, in werking treden.
Burgerlijk Wetboek →
1. personenen- en familierecht
2. Rechtspersonen
3. Vermogensrecht algemeen
4. Erfrecht
5. Zakelijke rechten
6. Verbintenissenrecht algemeen
7. Bijzondere overeenkomsten
7a. Bijzondere overeenkomsten gevolg
8. Verkeersmiddelen en vervoer
9. Intellectueel eigendom
10.Internationaal privaatrecht
H2
Verbintenis: vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen 2 of meer personen op
grond waarvan de ene persoon een recht heeft op een prestatie die door de andere persoon
verricht moet worden. De persoon die verplicht is een prestatie te leveren wordt aangeduid
als schuldenaar of debiteur, de ander is de schuldeiser of crediteur. Het verbintenissenrecht
regelt de rechten en plichten van de bij de verbintenissen betrokken personen.
Verbintenissen ontstaan uit de rechtshandeling, bijvoorbeeld een overeenkomst. En de wet.
Verbintenissen uit de wet ontstaan zonder dat partijen dit gewild hebben. Een persoon doet
iets waarna volgens de wet een verbintenis ontstaat.
, H3
Een rechtshandeling is een handeling met de bedoeling om een rechtsgevolg te verrichten.
Voor het ontstaan van een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling nodig.
De eenzijdige rechtshandeling komt tot stand wanneer je jouw wil kenbaar maakt en jou
verklaring degene bereikt tot wie deze gericht is. Voor een meerzijdige rechtshandeling zijn
de wilsverklaringen van 2 of meer personen vereist.
Nietig: De rechter erkend niet, mag nooit hebben bestaan
→ wilsontbreken/ wil defect: Verklaar je iets wat je niet wilt verklaren
Voor een geldige rechtshandeling moet er sprake zijn van een wil bij iemand die door een
verklaring wordt bekendgemaakt. Wanneer de wil van iemand niet overeenkomt met zijn
verklaring dan is er sprake van discrepantie tussen wil en verklaring.
Uitzondering: Als je kunt aantonen dat de uitzondering op de hoofdregel op jou van
toepassing is, is er een overeenkomst ontstaan 3:35. → gerechtvaardigd vertrouwen:
Wanneer je erop mocht vertrouwen dat de verklaring van de andere partij overeenkwam met
zijn wil, dan is er sprake van een geldige rechtshandeling van zijn kant.
→ rechtshandeling verricht in strijd met de wet, openbare orde of goede zeden
Een overeenkomst kan ook door strekking in strijd zijn met de wet, openbare orde of goede
zeden. De bedoeling dus
→ rechtshandeling niet verricht in de voorgeschreven vorm
In beginsel is de verklaring vormvrij tenzij er een vormvoorschrift geldt.
Vernietigbaar: Geldig maar met terugwerkende kracht kan hij teruggetrokken worden. Als je
het niet vernietigd is de rechtshandeling geldig.
→ handelingsonbekwaamheid
Wanneer een minderjarige of curatele gestelde een rechtshandeling verricht of een
overeenkomst aangaat bijv
→ wilsgebreken: bedreiging, bedrog, misbruik van omstandigheden, dwaling
Verklaart datgene wat je wil verklaren op een onjuiste wijze.
→ geestelijke stoornis
Wanneer je erop kunt vertrouwen dat de verklaring van de andere partij overeenkomt met
zijn wil, dan is er sprake van een geldige rechtshandeling.
Rechtsfeiten
Blote rechtsfeiten: geboorte, overlijden, 18 worden
Menselijk handelen → feitelijk: onrechtmatige daad, rechtshandeling: gewild rechtsgevolg
Rechtmatige daad: onverschuldigde betaling, zaakwaarneming, ongerechtvaardigde
verrijking