100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Aardrijkskunde Wonen in Nederland HFD 2

Rating
-
Sold
-
Pages
5
Uploaded on
09-02-2021
Written in
2018/2019

Aantekeningen voor het vak Aardrijkskunde, thema Wonen in Nederland HFD 2, VWO 5.

Level
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Secondary school
Level
Course
School year
5

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Hoofdstuk 1 t/m 3
Uploaded on
February 9, 2021
Number of pages
5
Written in
2018/2019
Type
Summary

Subjects

Content preview

Wonen in Nederland, hoofdstuk 2

2.1
● Rijn, Maas, Overijsselse Vecht en Eems stromen vanuit buurlanden binnen.
- Eems + Westerschelde = estuarium.

● Rijn is bij oorsprong een gletsjerrivier, maar wordt snel een gemengde rivier (twee
derde stroomgebied = Duitsland).
- Rijn is deels verantwoordelijk voor de Nederlandse vervuiling → stroomt
door Ruhrgebied.

● Een profiellijn bevat de bovenloop, de middenloop en de benedenloop.
- Bovenloop → kalk- en zandsteenlagen, hoog verval (dus hoge
stroomsnelheid) en meer erosie.
- Middenloop → ondoorlatende leisteenafzettingen en basaltrotsen
(versmallingen vormen obstakel voor scheepvaart en waterafvoer).
- Benedenloop → gering verhang, lage stroomsnelheid, toename
sedimentatie.

● Maas: Frans deel door de Ardennen (weinig verhang, laag reliëf, goed doorlaatbaar),
Belgische deel heeft harde gesteenten (slecht doorlaatbaar), klein stroomgebied en
kans op veel gelijke weersomstandigheden.
- Nederlandse deel is bochtig en onbevaarbaar in de zomer (kleiafzettingen en goed
doorlaatbaar grof zand).
- In het winterbed liggen uiterwaarden voor landbouw, campings en woningen.
- Is geschikt voor delfstofwinning, recreatie en waterberging.

● Meander = natuurlijke bocht in een rivier.
- Ontstaat door sedimentatie in de binnenbocht en erosie in de buitenbocht
door verschillen in stroomsnelheid → hoefijzervormig meer in waardevolle
natuurgebieden.

● Kenmerkende dwarsprofiel van een laaglandrivier →

● Waterafvoer van rivier versnellen door:
- Kanalisatie en bochtafsnijding.
- Aanleg van kribben.
- Aanbrengen van steenbestorting.
● Kribben versmallen het zomerbed →
toename stroomsnelheid → diepere
vaargeul → daling rivierbodem.
- Stuw reguleert de waterstand.
- Dijkverzwaring tast landschap en
leefomgeving aan, dus worden er
doorbraakvrije dijken geplaatst, waardoor
er wateroverlast voor de bewoners
ontstaat.

, 2.2
● Stroomgebied van de Rijn is 6x zo groot, en de waterafvoer 12x zo groot als die van
de Maas.
- Debiet = het aantal kubieke meters water dat per seconde een bepaald punt in de
rivier passeert.
- Regiem = de schommeling in waterafvoer in de loop van een jaar.

● Gemengde rivieren als de Rijn voeren water gelijkmatiger af dan regenrivieren zoals
de Maas. Dat is logisch, want neerslag valt niet gelijk, en door verdamping komt niet
alle regenwater in de rivier terecht.
- Maatgevende afvoer = maximum afvoer in extreme situaties.
- Afvoergegevens zeggen weinig over de overstromingsveiligheid. Hiervoor wordt gelet
op piekafvoer (tijdsduur, waterhoogte en frequentie).
- Hoe extremer de waterafvoer, hoe minder vaak dat extreme voorkomt.

● De pieken van de hoge waterafvoer in 1994 en 1995 leidden tot evacuatie van
mensen en vee uit het rivierengebied (Tiel, Zaltbommel).
- Piekafvoer ontstond door hoogwater → ontstond door lange periode met
veel neerslag in het stroomgebied.

● Bijstellen van de maatgevende afvoer is nodig, want door intensivering van het
grondgebruik is er een snellere afstroming, en door toename van neerslag ontstaat
er klimaatverandering.
- Het stroomgebied van de Rijn is verstedelijkt en versteend → infiltratie van
neerslag in de bodem neemt af, afvoer van het overtollige water neemt in
een kortere tijd toe.
- De intensieve landbouw vraagt om een laag watergrondpeil (behalve gras)
→ bodem inzakt door weghalen van grondwater. Hiervoor moet de
neerslag dus sneller worden afgevoerd.

● Absolute zeespiegelstijging = het gemiddelde peil van eb en vloed ten opzichte van
een vast punt dat omhoog gaat in de loop van de tijd.
● Relatieve zeespiegelstijging → zeespiegel en de daling van het land
samen.

● Inklinking door een betere ontwatering → bodemdaling.
- Lage gebieden zijn gevoelig voor overstromingen en bodemdalingen
(veenweidegebieden).
- Krachtige gemalen zijn nodig om tegen wateroverlast te beschermen.

● Dus de grootste waterproblemen in Nederland zijn:
- Veel variatie in neerslag.
- Watervervuiling.
- Lage ligging van ons land.
- Afvoer van het water in de rivieren neemt toe.
- Zeespiegelstijging → meer water en thermische expansie.
$4.22
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
emmakrijger

Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
emmakrijger Universiteit Leiden
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
0
Member since
4 year
Number of followers
0
Documents
38
Last sold
-

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions