Samenvatting milieubeleid
Inleiding
- Beleidswetenschappen
Disciplines die kennis ontwikkelen over de inhoud (discours), de organisatie en processen van
beleid, zowel vanuit een politiek/bestuurlijk als maatschappelijk perspectief, met doel die
kennis te laten doorwerken in het beleid.
- Kenmerken:
o Contextuele kennis (in maatschappelijke en politieke processen)
o Probleemgericht (oplossingen bewerken voor problemen op de beleidsagenda)
o Multidisciplinair gevoed (sociologie, politicologie, sociaal-economische -, bestuurs-,
pedagogische-, communicatiewetenschappen, gedragswetenschappen, recht, economie,
sociale geografie, …)
1. Milieuproblemen als maatschappelijke vraagstukken
- We beschouwen milieuproblemen als maatschappelijke problemen/vraagstukken
De mens, maatschappij, speelt een belangrijke rol daarin
A) Start: 50 jaar evolutie in de benadering van milieuproblemen
- Milieuproblemen zijn al heel oud
Probleem van afval is er sinds mensen zich begonnen settelen in een dorp
Mens heeft al heel lang een invloed gehad, ingrepen gedaan in het leefmilieu (bv. ontbossing)
Milieubeleid in de moderne betekenis is iets van de laatste 50 jaar
1) Benadering 1: Compartimenteel begrippenkader (jaren ’70)
Verdeelde milieuproblemen in compartimenten (klassieke elementen: lucht, water,
bodem en afval) in en men ging dan ook kijken naar oplossingen vanuit het concept
van dat compartiment
- Milieuproblemen benoemd naar het milieu-compartiment waarin verstoring optreedt:
o Luchtvervuiling (miv. ozonlaag = de atmosfeer)
Zaken waarbij je over de
o Waterverontreiniging (oppervlaktewater + waterbodems)
kwaliteit kan spreken
o Bodemverontreiniging (miv. Grondwater)
o Afval
o Verstoring van fauna en flora
o Verstoring van het landschap (en van ecosystemen)
- Compartimenteel kader was de eerste stappen/wet in het kader van milieubeleid
Jaren 70: (federale) wet op luchtverontreiniging
In die tijd waren alle bevoegdheden in dit land centraal op het federaal niveau georganiseerd
- Compartimenteel kader: sterktes
o Naast emissieregels ook immissie- en kwaliteitsdoelstellingen voor het compartiment
Hiervoor waren geen kwaliteitsdoelstellingen → sterkte: er is nu wel beleid
Had gezondheidsimpact op mensen, vooral luchtkwaliteit
o Specialisatie van experten en overheden
Zaten samen in een afdeling en konden hun kennis op elkaar overbrengen, overleggen en
van daaruit oplossingen suggereren
, 2
- Compartimenteel kader: zwaktes
o Versnippering bevoegdheden en beleid
Er werd altijd naar 1 compartiment afzonderlijk gekeken, geen geïntegreerde bril
o Risico op afwenteling milieuproblemen van het ene op het ander compartiment
Bv. Waterzuivering → vervuild slib → bodemvervuiling of: Roetfilters → afval
Bv. Afvalprobleem → verbrandingsovens → luchtverontreiniging
Bv. Bomenkap voor natuurherstel niet coherent met klimaatmitigatie
o Problemen moeilijk aan te pakken bij de bron, bv. in een regio of hele keten van processen
2) Benadering 2: Hoofdtypes ingrepen/effecten als begrippenkader (begin jaren ’80)
- Onderscheid tussen 3 types van milieuproblemen: additions, withdrawals en modification
- Verontreiniging door toevoeging van iets of emissie (polluenten), zodanig dat schade wordt
aangebracht
Milieuhygiënische problemen en normen
- Uitputting door verwijdering van iets (onttrekking) met een zodanige snelheid of omvang, dat
deze vorm van exploitatie zichzelf in gevaar brengt
Bv. extractie van hulpbronnen
- Aantasting, een kwaliteitsvermindering, anders dan door verontreiniging of aantasting door
verandering van iets
Bv. door stikstof niet minder planten en dieren, maar wel minder biodiversiteit omdat we
andere planten hebben (verschraling)
3) Benadering 3: Thematisch/procesmatig begrippenkader (half jaren ’80)
- Milieuproblemen benoemd als Centrale thema’s in milieubeleid → procesmatig (thematisch)
begrippenkader:
‘VER-’ = problematisch effectproces of samenhangend geheel van effectprocessen in milieu
- Voorbeelden centrale thema’s
o Verandering van het klimaat
o Verspilling van eindige grondstoffen (van fossiele grondstoffen, van ertsen maar ook van
vruchtbare grond en genetisch materiaal)
o Verspreiding van milieugevaarlijke stoffen (in bodem, water en lucht in concentraties die
negatief inwerken op plant, dier of mens)
o Verzuring van industriële regio's of continenten (zwavel- en stikstofoxides (fossiele
brandstoffen) en ammoniak (uit landbouw) verzuren lucht en bodem
o Vermesting van stroombekkens, grondwater en natuurgebieden (overmatige verrijking van
ecosystemen met voedingsstoffen, vooral stikstof- en fosforverbindingen)
o Verwijdering van afval (hoofdzakelijk via storten en verbranding)
o Verdroging : door de ontginning van het grondwater voor allerlei doeleinden, door de
verharding van het oppervlak en de versnelde afvoer daalt grondwatertafel. Ook rooien en
ontginning.
o Versnippering van natuurgebieden : isolement en niet alleen de inkrimping
o Verstoring op lokaal niveau : hinderlijke effecten, welzijnsverlagende verschijnselen als
geluidshinder, geurhinder, visuele verstoring.
o Verzilting, verschraling, …
, 3
- Thema’s die erop wijzen dat iets verandert, toeneemt of afneemt → wordt een milieuprobleem
Bv. verandering van het klimaat
Er is sprake van een evolutie omdat er meer gekeken wordt naar het proces
- Procesmatig begrippenkader: sterktes
o Overstijgen klassieke bronnenindelingen en compartimentering
o Integrale benadering en integrale aanpak
o Kernachtige, scherpe diagnose en monitoring (indicatoren, zoals MIRA- en EEA-rapporten)
- Procesmatig begrippenkader: nadelen
o Sommige van die ‘VER-begrippen’ zijn redelijk moeilijk en abstract
o ‘VER-woorden’ zijn niet coherent: effect-processen + ingreep-processen?
Varianten: thema’s geschrapt / toegevoegd
o Bestuurlijke organisatie? → Minder duidelijk dan compartimenten
- Toch oude en recente voorbeelden:
o EU 2010: nieuwe DG CLIMA naast DG ENVI (Directoraat Generaal Klimaat)
o VL 2020: nieuw Energie- en Klimaatagentschap
4) Benadering 4: Geïntegreerd perspectief, 21ste eeuw (“environmental issues)
- Besef dat de nadelen van die vorige modellen, dat er nog altijd te weinig geïntegreerd werd
nagedacht en dat er nog altijd effecten waren van het ene op het andere milieuprobleem omdat
er te weinig rekening mee werd gehouden
- Besef dat alles met alles samenhangt: integratie (cf. les 2)
Zie discours Duurzame Ontwikkeling: goede milieukwaliteit hangt samen met een goede
ruimtelijke ordening, een integraal waterbeleid, een verstandig georganiseerde mobiliteit,
met een duurzame land- en tuinbouw, …
- Gevolg: milieudoelstellingen worden holistischer (breder, minder eng geformuleerd)
o Ambitieuzer
o Bril op systeemniveau (bv. hoe water wordt gebruikt in heel het maatschappelijk systeem)
o Maar lastige operationalisering → is DO krachtig genoeg als concept van maatschappelijke
verandering?
- Integrale benadering heeft geleid tot een aantal bestuurlijke aanpassingen
Bestuurlijke hervorming: ‘milieubeleid’ en ‘Ruimtelijke ordeningsbeleid’ vloeien samen tot
‘Omgevingbeleid’(door link tussen milieuproblematiek en ruimtelijke ordening) in NL, VL
(2015-2018)
o Positief: Geïntegreerde blik op milieuvraagstukken
o Negatief: Verwatering van (politieke) aandacht?