Gedragsleer samenvatting herkansing
BOEK: Menswetenschappen in de verpleegkundige beroepsuitoefening
Hoofdstuk: Filosofie en antropologie
Filosofie wordt gesplitst in drie grote afdelingen:
(1) De metafysica; de kennis van het meest wezenlijke (niet om wat je ziet, maar om het
allesomvattende weten)
(2) De waardeleer met ethiek als kern.
(3) De Logica; kennisleer en methodologie (hier wordt gekeken of het daadwekelijk
geldig is)
Het gaat in de filosofie dus over het verhelderen, definiëren en verduidelijken van
begrippen.
Antropologie = het wetenschapsgebied dat de herkomst, het wezen en de toekomst van de
mens bestudeert. Hier wordt het ontstaan van de mens, de evolutie, de genetica, de
mutaties, de selectie en de afstamming van de mens ander onderzocht en beschreven
(fysische antropologie).
BOEK: Menswetenschappen in de verpleegkundige beroepsuitoefening
Hoofdstuk: Psychologie ; een inleiding
Psychologie = de wetenschap die zich bezighoudt met menselijk gedrag en de achtergrond
hiervan. Anders gezegd kunnen we stellen dat psychologie zich bezig houdt met wat mensen
doen en waardoor ze dat doen.
Methodeleer =De methode leer houdt zich onder andere bezig met de vraag in hoeverre het
trekken van dergelijke conclusies op basis van de beschikbare gegevens gerechtvaardigd is.
De methode leer vond als ware het fundament waarop het wetenschappelijk werk
gebaseerd is.
De vijf fasen van het wetenschappelijk onderzoek:
- Observatie
- Opstellen van een hypothese
- Afleiden van toetsbare uitspraken
- Toetsen van de hypothese
- evaluatie
BOEK: Menswetenschappen in de verpleegkundige beroepsuitoefening
Hoofdstuk: Ontwikkelingsleer
Ontwikkelingsleer/pedagogiek =De studie van het gedrag van de mens, van geboorte tot
dood, vanuit een gezichtspunt van ontwikkeling. Binnen de ontwikkelingsleer worden de
vraag gesteld als: hoe ontwikkelt het geweten zich in de loop van de tijd bij de mens? Hoe
leert een kind taal? Et cetera.
, BOEK: Menswetenschappen in de verpleegkundige beroepsuitoefening
Hoofdstuk: Sociologie
Sociologie = De sociologie is vooral geïnteresseerd in de invloed van grotere groepen op
gedrag van de mens. Oftewel sociologie het is te omschrijven als mens- en
maatschappijwetenschappen.
Sociologische stromingen:
- Structureel functionalisme; het individu Het is ondergeschikt aan de structuren die
we in de samenleving hebben ontworpen.
- Conflicttheorie; Het individu is weliswaar weinig invloed maar de groep beweegt zich
in een steeds veranderende samenleving.
- Symbolisch interactionisme; het samen handelen van individuen situatie die voor
hem betekenis hebben en het handelen ook sturen staat centraal.
BOEK: Menswetenschappen in de verpleegkundige beroepsuitoefening
Hoofdstuk: Behaviorisme
Behaviorisme is een stroming binnen de wetenschapsfilosofie die zich uitspreekt over het
onderzoek domein en de onderzoeksmethoden van de psychologie. Het behaviorisme kijkt
tegen mensen aan als:
- Tabula rasa, een lege lei, een nog onbeschreven blad dat kan ingevuld worden.
- Ervaringsleren, alles wat een mens leert, leert hij door ervaring. Hoe een mens wordt
is omgeving gestuurd.
- De mens is een ingewikkeld dier, het gedrag van mensen volgt dezelfde leer
theoretische wetten als het gedrag van dieren.
Klassieke conditionering = een mens of dier leert op een bepaalde prikkel te reageren. Dit
leren gaat doormiddel van een koppeling tussen een prikkel (stimulus) en de reactie op die
prikkel (respons). In onderstaande tabel wordt een voorbeeld van Pavlov gegeven:
Bel Niet kwijlen
(neutrale stimulus)
Eten Kwijlen
(ongeconditioneerde stimulus) (ongeconditioneerde respons)
Bel + Eten Kwijlen
(ongeconditioneerde + neutrale stimulus) (ongeconditioneerde respons)
Bel Kwijlen
(Geconditioneerde stimulus) (geconditioneerde respons)
Bij klassieke conditionering kan zich ook generalisatie voordoen, dit houdt in dat de
geconditioneerde respons niet alleen optreedt wanneer de geconditioneerde stimulus
aangeboden wordt maar ook bij iets wat op de stimulus lijkt.
BOEK: Menswetenschappen in de verpleegkundige beroepsuitoefening
Hoofdstuk: Filosofie en antropologie
Filosofie wordt gesplitst in drie grote afdelingen:
(1) De metafysica; de kennis van het meest wezenlijke (niet om wat je ziet, maar om het
allesomvattende weten)
(2) De waardeleer met ethiek als kern.
(3) De Logica; kennisleer en methodologie (hier wordt gekeken of het daadwekelijk
geldig is)
Het gaat in de filosofie dus over het verhelderen, definiëren en verduidelijken van
begrippen.
Antropologie = het wetenschapsgebied dat de herkomst, het wezen en de toekomst van de
mens bestudeert. Hier wordt het ontstaan van de mens, de evolutie, de genetica, de
mutaties, de selectie en de afstamming van de mens ander onderzocht en beschreven
(fysische antropologie).
BOEK: Menswetenschappen in de verpleegkundige beroepsuitoefening
Hoofdstuk: Psychologie ; een inleiding
Psychologie = de wetenschap die zich bezighoudt met menselijk gedrag en de achtergrond
hiervan. Anders gezegd kunnen we stellen dat psychologie zich bezig houdt met wat mensen
doen en waardoor ze dat doen.
Methodeleer =De methode leer houdt zich onder andere bezig met de vraag in hoeverre het
trekken van dergelijke conclusies op basis van de beschikbare gegevens gerechtvaardigd is.
De methode leer vond als ware het fundament waarop het wetenschappelijk werk
gebaseerd is.
De vijf fasen van het wetenschappelijk onderzoek:
- Observatie
- Opstellen van een hypothese
- Afleiden van toetsbare uitspraken
- Toetsen van de hypothese
- evaluatie
BOEK: Menswetenschappen in de verpleegkundige beroepsuitoefening
Hoofdstuk: Ontwikkelingsleer
Ontwikkelingsleer/pedagogiek =De studie van het gedrag van de mens, van geboorte tot
dood, vanuit een gezichtspunt van ontwikkeling. Binnen de ontwikkelingsleer worden de
vraag gesteld als: hoe ontwikkelt het geweten zich in de loop van de tijd bij de mens? Hoe
leert een kind taal? Et cetera.
, BOEK: Menswetenschappen in de verpleegkundige beroepsuitoefening
Hoofdstuk: Sociologie
Sociologie = De sociologie is vooral geïnteresseerd in de invloed van grotere groepen op
gedrag van de mens. Oftewel sociologie het is te omschrijven als mens- en
maatschappijwetenschappen.
Sociologische stromingen:
- Structureel functionalisme; het individu Het is ondergeschikt aan de structuren die
we in de samenleving hebben ontworpen.
- Conflicttheorie; Het individu is weliswaar weinig invloed maar de groep beweegt zich
in een steeds veranderende samenleving.
- Symbolisch interactionisme; het samen handelen van individuen situatie die voor
hem betekenis hebben en het handelen ook sturen staat centraal.
BOEK: Menswetenschappen in de verpleegkundige beroepsuitoefening
Hoofdstuk: Behaviorisme
Behaviorisme is een stroming binnen de wetenschapsfilosofie die zich uitspreekt over het
onderzoek domein en de onderzoeksmethoden van de psychologie. Het behaviorisme kijkt
tegen mensen aan als:
- Tabula rasa, een lege lei, een nog onbeschreven blad dat kan ingevuld worden.
- Ervaringsleren, alles wat een mens leert, leert hij door ervaring. Hoe een mens wordt
is omgeving gestuurd.
- De mens is een ingewikkeld dier, het gedrag van mensen volgt dezelfde leer
theoretische wetten als het gedrag van dieren.
Klassieke conditionering = een mens of dier leert op een bepaalde prikkel te reageren. Dit
leren gaat doormiddel van een koppeling tussen een prikkel (stimulus) en de reactie op die
prikkel (respons). In onderstaande tabel wordt een voorbeeld van Pavlov gegeven:
Bel Niet kwijlen
(neutrale stimulus)
Eten Kwijlen
(ongeconditioneerde stimulus) (ongeconditioneerde respons)
Bel + Eten Kwijlen
(ongeconditioneerde + neutrale stimulus) (ongeconditioneerde respons)
Bel Kwijlen
(Geconditioneerde stimulus) (geconditioneerde respons)
Bij klassieke conditionering kan zich ook generalisatie voordoen, dit houdt in dat de
geconditioneerde respons niet alleen optreedt wanneer de geconditioneerde stimulus
aangeboden wordt maar ook bij iets wat op de stimulus lijkt.
