VWO Samenvattingsvragen bij Laagland 8 middeleeuwen Pagina 1 van 3
MIDDELEEUWEN LAAGLAND 8 SAMENVATTING
1.1
- Middeleeuwen: periode in geschiedenis van 500-1500.
- 400-650 overgang van Romeinen naar middeleeuwen ---> 476 val
Romeinse rijk.
- Latijn was lang spreektaal, maar na val werd het alleen de taal van
geleerden en kerk.
- Kerstening: Christendom overbrengen (in middeleeuwen alleen
rooms-katholieke kerk).
- 632 Mohammed overlijdt ---> kruistochten verspreiden islam.
1.2 + 1.3 + 1.4
- Nederland heette Nederlanden/Lage Landen (werd Middelnederlands
gesproken).
- Holland geregeerd door graaf, welvarend geworden door Hanze.
- Adalbero (bisschop van Laon) deelde de maatschappij in drie groepen:
geestelijkheid moest bidden, ridders moesten strijden en boeren en vissers
werken (standentheorie).
- Reguliere geestelijkheid (monniken en nonnen) en seculiere geestelijkheid
(paus, bisschop, pastoors).
1.5
- Ridders kern van middeleeuwen en legers.
- 8e tot 11e eeuw feodale maatschappij (leenstelsel = feodaliteit (komt uit
Latijns voor feodum: leen)).
- Ridders vormden groep: ridderschap. Moed, trouw, morele zuiverheid,
dienstbaarheid en kameraadschap stonden bij de ridderopleiding centraal.
- Feodale adel en ridders leefden volgens eercultuur: norm van individueel
aanzien (eer = roem).
- Hofdag: dag waarop vorst zijn heren bijeen roept om zaken af te
handelen/recht te spreken.
1.6
- Economische basis was handelen & produceren van goederen in 10e eeuw.
- Kenmerken aan stad was dat stedelingen zich hechtten aan niet-feodaal
recht (kwam door verstedelijking).
- Ontstond burgelijke mentaliteit, afwijkend van riddermentaliteit:
compromis sluiten voor vrede was belangrijker dan vechten.
- Vlijt, leergierigheid, redelijkheid, individualiteit, slimheid, nuttigheid en
spaarzaamheid stonden centraal.
1.7
- Tot twaalfde eeuw werd geschreven door monniken in het klooster, totdat
vorsten en opkomende steden steeds meer op schrijfcultuur werden
aangewezen voor administratie.
- 15e eeuw boekdrukkunst in EU.
- Kopiisten schreven teksten over als je kopie wilde hebben (manuscripten).
MIDDELEEUWEN LAAGLAND 8 SAMENVATTING
1.1
- Middeleeuwen: periode in geschiedenis van 500-1500.
- 400-650 overgang van Romeinen naar middeleeuwen ---> 476 val
Romeinse rijk.
- Latijn was lang spreektaal, maar na val werd het alleen de taal van
geleerden en kerk.
- Kerstening: Christendom overbrengen (in middeleeuwen alleen
rooms-katholieke kerk).
- 632 Mohammed overlijdt ---> kruistochten verspreiden islam.
1.2 + 1.3 + 1.4
- Nederland heette Nederlanden/Lage Landen (werd Middelnederlands
gesproken).
- Holland geregeerd door graaf, welvarend geworden door Hanze.
- Adalbero (bisschop van Laon) deelde de maatschappij in drie groepen:
geestelijkheid moest bidden, ridders moesten strijden en boeren en vissers
werken (standentheorie).
- Reguliere geestelijkheid (monniken en nonnen) en seculiere geestelijkheid
(paus, bisschop, pastoors).
1.5
- Ridders kern van middeleeuwen en legers.
- 8e tot 11e eeuw feodale maatschappij (leenstelsel = feodaliteit (komt uit
Latijns voor feodum: leen)).
- Ridders vormden groep: ridderschap. Moed, trouw, morele zuiverheid,
dienstbaarheid en kameraadschap stonden bij de ridderopleiding centraal.
- Feodale adel en ridders leefden volgens eercultuur: norm van individueel
aanzien (eer = roem).
- Hofdag: dag waarop vorst zijn heren bijeen roept om zaken af te
handelen/recht te spreken.
1.6
- Economische basis was handelen & produceren van goederen in 10e eeuw.
- Kenmerken aan stad was dat stedelingen zich hechtten aan niet-feodaal
recht (kwam door verstedelijking).
- Ontstond burgelijke mentaliteit, afwijkend van riddermentaliteit:
compromis sluiten voor vrede was belangrijker dan vechten.
- Vlijt, leergierigheid, redelijkheid, individualiteit, slimheid, nuttigheid en
spaarzaamheid stonden centraal.
1.7
- Tot twaalfde eeuw werd geschreven door monniken in het klooster, totdat
vorsten en opkomende steden steeds meer op schrijfcultuur werden
aangewezen voor administratie.
- 15e eeuw boekdrukkunst in EU.
- Kopiisten schreven teksten over als je kopie wilde hebben (manuscripten).
