100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Rechtsfilosofie I Samenvatting 25/26 Universiteit Leiden

Rating
-
Sold
-
Pages
21
Uploaded on
27-11-2025
Written in
2025/2026

Deze samenvatting bevat alle relevante voorgeschreven litteratuur. Met deze samenvatting die alle stof bevat, haal je gegarandeerd het tentamen!

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
November 27, 2025
Number of pages
21
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

Rechtsfilosofie I Samenvatting
Week 1: Boek I en II ‘Plato – Politeia’
Onderwerp 1: Definities van rechtvaardigheid
In dit boek wordt er geopend in de Piraios. Dit is een plek waar Socrates samen met
Glaukoon een religieus festival heeft bezocht. Nadat Socrates en Glaukoon terug naar huis
keren, worden zij benaderd door Polemarchos. Polemarchos nodigde hen uit om mee te
gaan naar zijn huis. In dit huis ontstaat een kringgesprek met allerlei filosofen. Bij dit
kringgesprek zijn onder andere Kephalos, Polemarchos en Trasymachos aanwezig. Dit
kringgesprek zal het uitgangspunt vormen voor alle boeken; een kritische ondervraging van
de verschillende definities van een maatschappelijk begrip.

Voor Plato is deze setting typisch, omdat het gaat om een ogenschijnlijke toevallige
ontmoeting die het vertrekpunt voor een filosofische analyse van een maatschappelijk begrip
vormt. Hierbij gaat het om het begrip rechtvaardigheid. In dit boek wordt er nog geen
definitieve definitie gegeven.

De eerste definitie van rechtvaardigheid die in het kringgesprek centraal komt te staan is de
waarheid spreken en teruggeven wat men aan iemand verschuldigd is. Het gaat hier om
een discussie tussen Socrates en Kephalos. Socrates vraagt aan Kephalos wat volgens hem de
waarde van rijkdom is op een hoge leeftijd. Hierbij geeft Kephalos aan dat rijkdom vooral
gaat om het vinden van rust. Volgens Kephalos wordt een mens bang en gaat zich zorgen
maken over dingen als hij aan voelt komen dat hij gaat sterven. Als een mens in zijn leven
weinig bezit heeft, zal hij zich schuldig gaan maken aan verkeerde feiten. Een mens zal gaan
liegen, bedriegen of zelfs stelen. Volgens Kephalos zorgt dit ervoor dat een mens onzeker
wordt over zijn toekomst in het hiernamaals. Daarom is bezit van geld volgens Kephalos van
het grootste belang voor iemand met aanpassingsvermogen. Kortom, een verstandig mens
kan het grootste nut van rijkdom ondergaan.

Deze definitie wordt door Socrates weerlegd aan de hand van een tegenvoorbeeld. Volgens
Socrates is rechtvaardigheid niet het altijd spreken van de waarheid en het zonder meer
teruggeven van dingen die je ooit van iemand hebt geleend. Als voorbeeld wordt hier door
Socrates gegeven dat als een vriend zijn wapens in een normale toestand aan jou geeft, maar
deze later in een staat van waanzin terugvraagt, dan is het onrechtvaardig om deze wapens
terug te geven. Kortom, deze eerste definitie is te simpel en kan tot moreel onaanvaardbare
gevolgen leiden.

De tweede definitie van rechtvaardigheid die in het kringgesprek centraal komt te staan is
dat het eenieder geven wat hem toekomt. Deze discussie wordt gevoerd door Socrates en
Polemarchos. Polemarchos baseert zich bij zijn redenering op Simonides. Volgens Simonides
is het rechtvaardig om aan iedereen te geven wat men hem verschuldigd is. Socrates geeft
hierbij aan dat deze definitie niet past in het eerder gegeven voorbeeld over de wapens. Het
is waar dat een mens in bewaring gegeven spullen aan de rechtmatige eigenaar moet
teruggeven, maar niet als de rechtmatige eigenaar niet goed bij zijn verstand is. Volgens
Socrates bedoeld Simonides daarom iets anders; men geeft ieder wat voor hem bestemd is,
en niet wat hem schuldig is.

,Socrates stelt vervolgens de vraag aan wie rechtvaardig gedrag ten goede moet komen en
wat het doel ervan is. Volgens Polemarchos moet rechtvaardig gedrag in het voordeel zijn
van vrienden en in het nadeel voor vijanden. Aan de hand van verschillende voorbeelden
toont Socrates echter aan dat rechtvaardigheid alleen maar nuttig is voor dingen die geen
nut hebben. Volgens Socrates is het niet rechtvaardig als een mens zijn vijand kwaad doet en
zijn vrienden goed doet. Iemand schade toedoen maakt een mens slechter. Volgens Socrates
kan het niet de taak van een rechtvaardig persoon zijn om iemand moreel slechter te maken.
Kortom, ook dit is geen goede definitie van rechtvaardigheid, omdat er een onderscheid
gemaakt wordt tussen vrienden en vijanden.

De derde definitie van rechtvaardigheid die in het kringgesprek centraal komt te staan is het
belang van de sterkste. Deze discussie wordt gevoerd door Trasymachos en Socrates.
Volgens Trasymachos is het rechtvaardige niets anders dan wat in het voordeel van de
sterkste (de heersende macht) is. Elke staatsvorm maakt wetten die het eigen belang idenen.
De mensen die deze wetten naleven, zijn volgens Trasymachus rechtvaardig.

Socrates geeft op twee punten een weerlegging op deze argumentatie:
- De fout van de heerser: volgens Socrates kunnen heersers zich vergissen over hun
eigen oordeel en wetten opstellen die in hun nadeel zijn. Als heersers wetten
opstellen kunnen dat de ene keer daarom rechtvaardige en de andere keer
onrechtvaardige wetten zijn. Als onderdanen deze onrechtvaardige wetten volgen,
dan doen zij wel wat rechtmatig is, maar niet wat in het voordeel van de sterkste is.
Naar aanleiding hiervan past Trasymachos zijn definitie van rechtvaardigheid aan: een
heerser is heerser voor zover hij onfeilbaar vakmanschap bezit. Daarom is een
heerser die fouten maakt, in dat moment, geen echte heerser.
- Het vakmanschap: Socrates voert zijn bekende analogie van de kunde (techne) aan.
Elk vak zoekt het belang van het object. Daarom moet ook de staatskunst het belang
van de onderdanen dienen. Een ware heerser is daarom per definitie gericht op het
welzijn van zijn onderdanen en niet op zichzelf. Het doet er daarom niet toe of een
heerser zich vergist in zijn eigen oordeel; hij moet altijd oordelen ten gunste van zijn
onderdanen.
Hierop radicaliseert Trasymachos zijn positie. Volgens hem is onrechtvaardigheid efficiënter,
machtiger en gelukkiger dan rechtvaardigheid. Daarom is rechtvaardigheid iets voor de
zwakken en alleen slimme mensen kiezen voor onrecht. Socrates weerlegt deze stelling door
aan te tonen dat een onrechtvaardige gemeenschap niet kan samenwerken, omdat er door
onrecht wantrouwen wordt veroorzaakt. Bij rechtvaardigheid is samenwerking juist vereist,
omdat deze de effectiviteit bevordert. Daarom is rechtvaardigheid altijd beter dan
onrechtvaardigheid.

Voorbeeld:
Een minister stelt een nieuwe regeling vast die grote technologiebedrijven belastingvoordeel
geeft, omdat zij belangrijk zouden zijn voor de economie. Kleine ondernemers protesteren
omdat de maatregel hen benadeelt en vooral het belang van de machtige bedrijven dient.
Volgens Trasymachos is de regeling rechtvaardig, omdat het de sterkste dient. Volgens
Socrates is de regeling onrechtvaardig, omdat een goede bestuurder moet kiezen voor het
algemeen belang. Daarom kan rechtvaardigheid niet gelijk worden gesteld aan het belang
van de sterkste.

, Onderwerp 2: Rechtvaardigheid en de ideale staat
In Boek I werd geëindigd met de conclusie dat er nog geen definitie van rechtvaardigheid kan
worden gegeven. Daarom wordt de discussie weer geopend door Glaukoon en Adeimantos.
Zij zijn beide niet overtuigd van de weerlegging van Socrates onder de derde definitie van
rechtvaardigheid en vragen daarom om een positieve verdediging van rechtvaardigheid.
Hierbij kiest Glaukoon bewust de rol van de ‘advocaat van de duivel’. Glaukoon wil namelijk
dat rechtvaardigheid niet alleen wordt aangeprezen, maar filosofisch ook wordt bewezen als
waardevol op zichzelf en niet alleen haar gevolgen. Hier wordt in Boek II op in gegaan.

Volgens Glaukoon kan er een onderscheid worden gemaakt tussen drie verschillende
goederen. Deze indeling vormt de basis voor dit boek. Hierbij gaat het om:
- Goederen die we alleen om zichzelf kiezen (bijv. vreugde of plezier)
- Goederen die we alleen om hun gevolgen kiezen (bijv. werk of sporten)
- Goederen die we zowel om zichzelf als om de gevolgen kiezen (bijv. gezondheid of
kennis)

Glaukoon stelt hierbij aan Socrates de vraag in welke categorie rechtvaardigheid precies valt.
Volgens Socrates dient rechtvaardigheid in de derde groep te vallen; dus zowel om zichzelf
als om de gevolgen. Dit is volgens Glaukoon echter nog niet bewezen.

Glaukoon vervolgt de discussie aan de hand van de eerdergenoemde definitie van
Trasymachos. Hierbij wil hij de definitie van rechtvaardigheid geven aan de hand van haar
oorsprong, dat iedereen uit dwang zich rechtvaardig moet gedragen end at die houding
begrijpelijk is. Deze houding zou begrijpelijk moeten zijn omdat het leven van een
onrechtvaardig mens veel voordeliger is dan het leven van een rechtvaardig mens. Dit gelooft
Glaukoon echter niet.

Volgens Glaukoon willen mensen aan anderen onrecht doen, maar willen zij niet dat anderen
hun onrecht aandoen. Mensen zijn egocentrische personen die alleen aan zichzelf denken.
Rechtvaardigheid ontstaat daarom uit een sociaal contract waarin iedereen afspreekt om
elkaar geen onrecht te doen om zo de veiligheid te waarborgen. Dit contract is de basis van
alle wetgeving en van alle verbintenissen tussen mensen. De verplichting die de wet oplegt is
daarbij het rechtvaardige. Dit wordt daarom als de oorsprong van rechtvaardigheid gezien.

De definitie van rechtvaardigheid is daarom volgens Glaukoon het midden tussen het
gunstige, het straffeloos onterecht begaan, en het ongunstige, het straffeloos onterecht
ondergaan. Rechtvaardigheid is een compromis tussen deze twee (vierde definitie van
rechtvaardigheid).

Volgens Glaukoon proberen mensen vanuit dwang en rechtvaardig leven te leiden. Van
nature willen mensen namelijk onrecht begaan. Om aan te tonen dat mensen rechtvaardig
handelen uit dwang, introduceerde Glaukoon het gedachte-experiment van Gyges’ ring. Deze
houdt het volgende in:

‘Na een splitsing van de aarde vindt een herder een ring die hem onzichtbaar maakt.
Door die onzichtbaarheid kan zij zonder consequenties onrecht plegen. Hij vermoorde
de koning en nam het koninkrijk in bezit.’

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
dylanmfs Universiteit Leiden
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
19
Member since
2 year
Number of followers
7
Documents
19
Last sold
1 week ago

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions