Hoorcollege 1 Organisatie & Omgeving week 15
Strategie gaat over beslissingen over de lange termijn, beslissingen over boundaries,
markets, positioning, en de interne organisatie, die gezamenlijk het succes of falen van een
onderneming bepalen.
Wet van de vraag (blz. 4)
Kostenfuncties (blz. 4)
Vaste en variabele kosten (blz. 4)
Gemiddelde en marginale kosten (blz. 5)
Schaalvoordelen en nadelen en minimum efficiënte schaal (blz. 5)
Economische boekhoudkundige kosten (blz. 7)
Verzonken kosten (blz. 7)
Prijselasticiteit (blz. 8)
Overstapkosten (blz. 9)
Vernietigingseffect (blz. 9)
Volkomen concurrentie (blz. 10)
Geschiedenis (blz. 12 – 15)
Het raamwerk;
- Boundaries of the firm; gaat over wat de onderneming doet, we onderscheiden;
horizontaal (werk deel van de markt wordt bediend), verticaal (wat besteed je uit en wat doe
je zelf) en corporate (een set van ondernemingen die verschillende markten bedienen)
- Markets and competitive analysis; het begrijpen (en analyseren) van de markten waar je
actief bent. Bestuderen van wat er allemaal gebeurt.
- Positioning and dynamics; hoe en waarom de onderneming concurreert, en hoe de
onderneming middelen inzet en bekwaamheid krijgt om te kunnen (voort)bestaan.
- Internal organization; de inrichting van de onderneming om de strategie te kunnen
uitvoeren, het toewijzen en gebruiken van middelen.
Hoorcollege 2 Organisatie & Omgeving week 16
Schaalvoordelen (economies of scale) (blz. 17); kunnen bedrijven kostenvoordelen
opleveren ten opzichte van concurrenten. Schaalvoordelen ontstaan wanneer een toename
van de output ervoor zorgt dat de gemiddelde kosten per eenheid afnemen. In dat geval zijn
de marginale kosten per eenheid van de laatst geproduceerde eenheid lager dan de
gemiddelde kosten per eenheid.
U-shaped average cost curve (blz. 17) hele kleine en hele grote bedrijven hebben hogere
kosten dan middelgrote bedrijven. Maar in realiteit is er een L-shaped cost curve op lange
termijn. Grote bedrijven hebben in realiteit bijna nooit een kostennadeel.
Economies of scale and specialization;
- De arbeidsdeling is beperkt tot de omvang van de markt (Adam Smith)
- Naarmate markten groter worden, maken schaalvoordelen specialisatie mogelijk
- Grotere markten ondersteunen een reeks gespecialiseerde activiteiten.
,Why do economies of scale exist?
- Productspecifieke vaste kosten: kosten die op korte termijn niet veranderen en die gemaakt
moeten worden om een bepaald product te leveren of te produceren.
- Naarmate de productie toeneemt, kunnen deze vaste kosten worden gespreid, wat leid tot
een vermindering van de gemiddelde kosten
- Kapitaal intensieve bedrijfstakken hebben aanzienlijke besparingen door schaalvergroting.
Sources van economies of scale: (blz. 19)
- Dichtheidsvoordelen, geografische klantendichtheid.
- Inkoop
- Reclame
- Onderzoek en ontwikkeling (Research & Development)
- Fysieke eigenschappen van productie
- Voorraden
Synergievoordelen (economies of scope) (blz. 18); zijn kostenvoordelen die bereikt
worden wanneer de variëteit aan producten groter wordt. Dit houdt in dat de totale kosten
van het produceren van product X en Y in één fabriek lager zijn dan de totale kosten van het
produceren van product X en Y in twee aparte fabrieken. Dit heeft ermee te maken dat de
opstartkosten voor het produceren van het tweede product lager zijn en dat de kennis die is
opgedaan bij het produceren van product X toegepast kan worden op de productie van
product Y.
Bronnen van economies of scope: (blz. 20)
- Spreiding van vaste kosten over meerdere prodcuten
- Mogelijkheid om unieke middelen in verschillende producten toe te passen.
Leercurve (blz. 21)
Diversificatie (blz. 21)
Growth/share matrix (blz. 22)
Leverage buy-out (blz. 24)
Hoorcollege 3 Organisatie & Omgeving week 17
The verticale keten; (blz. 26)
- Begint met de aankoop van grondstoffen en eindigt met de verkoop van afgewerkte
goederen of diensten.
> Het organiseren van de verticale keten is een belangrijk onderdeel van de bedrijfsstrategie.
,Verticale grenzen van het bedrijf bepalen welke taken binnen het bedrijf moeten worden
uitgevoerd (make) en welke worden uitbesteed (buy);
- De keuze tussen het gebruik van de markt of organisatie is een make-or-buy-beslissing
- Externe specialisten die verticale ketentaken kunnen uitvoeren zijn market firms.
Make or buy continuüm: (blz. 26)
Redenen om te kopen (buy), uit te besteden; (blz. 28)
1. Bedrijven kunnen patenten of vertrouwelijke informatie hebben, dat zorgt voor lage
productiekosten.
2. Bedrijven profiteren maximaal van schaalvoordelen
3. Bedrijven hebben een grotere kennis in de productie omdat ze dat langer op grote schaal
doen.
4. Influence costs en bureaucratie zorgen voor onnodig hoge kosten.
Verticale uitsluiting (blz. 27)
Minimale bureaucratie (blz. 28)
Verticale grenzen van een bedrijf
De verticale keten begint met de aankoop van grondstoffen en eindigt met de verkoop van
afgewerkte producten of goederen.
Wanneer je teruggaat in de verticale keten dan heet dit; backword vertical integration, hier
hoort de term upstream bij, je gaat dan terug richting je grondstoffen. Wanneer je verder gaat
, in de verticale keten dan noem je dit forward vertical integration, hier hoort de term
downstream bij, je gaat dan richting retailers.
De verticale grenzen van het bedrijf bepalen welke taken binnen het bedrijf moeten worden
uitgevoerd en welke worden uitbesteed. De keuze om een taak uit te besteden of om iets
binnen je bedrijf te houden wordt de make-or-buy beslissing genoemd. Make betekent dat je
een taak binnen je bedrijf uitvoert, buy betekent dat je een taak uitbesteed aan een ander
bedrijf. Als bedrijf is het belangrijk dat je je positie in de verticale keten kent, om zo een de
make-or-buy beslissingen te kunnen maken. Externe specialisten die verticale keten taken
kunnen uitvoeren zijn market firms (PostNL).
Make or buy continuum:
Hoe meer naar rechts hoe meer een bedrijf zelf uitvoert. Dus hoe meer ze aan maken doen.
Redenen om te kopen (buy):
- Markt Bedrijven kunnen gebruik maken van economies of scale en learning economies
waardoor zij tegen lage kosten kunnen produceren. Daarnaast kunnen zij goedkoper
produceren door eventuele patenten.
- minimale bureaucracy costs
Minimale bureaucratie:
Bij een bureaucratie loopt alles volgens ingewikkelde regels. Er zijn 2 kosten als gevolg van
bureaucratie die vermeden worden door de kopen:
1. Agency costs: de kosten die gemaakt worden door ontlopen en de beheersing om
ontlopen tegen te gaan. Ontlopen gebeurt wanneer managers en werknemers niet de beste
bedoelingen hebben voor de desbetreffende organisatie en dus niet optimaal handelen voor
het bedrijf.
> Om deze agency costs te verlagen is het van belang dat managers en werknemers worden
beloond voor de winst die zij bijdragen. Maar dit is heel moeilijk te doen omdat grote
bedrijven gezamenlijke kosten hebben die niet direct kunnen worden toegewezen.
2. Influence costs; wanneer er kapitaal moet worden toegewezen aan een bepaalde
afdeling, zullen de managers van het bedrijf proberen deze toewijzing te beïnvloeden, omdat
zij natuurlijk willen dat hun afdeling genoeg krijgt. Door influence activiteiten kunnen
Strategie gaat over beslissingen over de lange termijn, beslissingen over boundaries,
markets, positioning, en de interne organisatie, die gezamenlijk het succes of falen van een
onderneming bepalen.
Wet van de vraag (blz. 4)
Kostenfuncties (blz. 4)
Vaste en variabele kosten (blz. 4)
Gemiddelde en marginale kosten (blz. 5)
Schaalvoordelen en nadelen en minimum efficiënte schaal (blz. 5)
Economische boekhoudkundige kosten (blz. 7)
Verzonken kosten (blz. 7)
Prijselasticiteit (blz. 8)
Overstapkosten (blz. 9)
Vernietigingseffect (blz. 9)
Volkomen concurrentie (blz. 10)
Geschiedenis (blz. 12 – 15)
Het raamwerk;
- Boundaries of the firm; gaat over wat de onderneming doet, we onderscheiden;
horizontaal (werk deel van de markt wordt bediend), verticaal (wat besteed je uit en wat doe
je zelf) en corporate (een set van ondernemingen die verschillende markten bedienen)
- Markets and competitive analysis; het begrijpen (en analyseren) van de markten waar je
actief bent. Bestuderen van wat er allemaal gebeurt.
- Positioning and dynamics; hoe en waarom de onderneming concurreert, en hoe de
onderneming middelen inzet en bekwaamheid krijgt om te kunnen (voort)bestaan.
- Internal organization; de inrichting van de onderneming om de strategie te kunnen
uitvoeren, het toewijzen en gebruiken van middelen.
Hoorcollege 2 Organisatie & Omgeving week 16
Schaalvoordelen (economies of scale) (blz. 17); kunnen bedrijven kostenvoordelen
opleveren ten opzichte van concurrenten. Schaalvoordelen ontstaan wanneer een toename
van de output ervoor zorgt dat de gemiddelde kosten per eenheid afnemen. In dat geval zijn
de marginale kosten per eenheid van de laatst geproduceerde eenheid lager dan de
gemiddelde kosten per eenheid.
U-shaped average cost curve (blz. 17) hele kleine en hele grote bedrijven hebben hogere
kosten dan middelgrote bedrijven. Maar in realiteit is er een L-shaped cost curve op lange
termijn. Grote bedrijven hebben in realiteit bijna nooit een kostennadeel.
Economies of scale and specialization;
- De arbeidsdeling is beperkt tot de omvang van de markt (Adam Smith)
- Naarmate markten groter worden, maken schaalvoordelen specialisatie mogelijk
- Grotere markten ondersteunen een reeks gespecialiseerde activiteiten.
,Why do economies of scale exist?
- Productspecifieke vaste kosten: kosten die op korte termijn niet veranderen en die gemaakt
moeten worden om een bepaald product te leveren of te produceren.
- Naarmate de productie toeneemt, kunnen deze vaste kosten worden gespreid, wat leid tot
een vermindering van de gemiddelde kosten
- Kapitaal intensieve bedrijfstakken hebben aanzienlijke besparingen door schaalvergroting.
Sources van economies of scale: (blz. 19)
- Dichtheidsvoordelen, geografische klantendichtheid.
- Inkoop
- Reclame
- Onderzoek en ontwikkeling (Research & Development)
- Fysieke eigenschappen van productie
- Voorraden
Synergievoordelen (economies of scope) (blz. 18); zijn kostenvoordelen die bereikt
worden wanneer de variëteit aan producten groter wordt. Dit houdt in dat de totale kosten
van het produceren van product X en Y in één fabriek lager zijn dan de totale kosten van het
produceren van product X en Y in twee aparte fabrieken. Dit heeft ermee te maken dat de
opstartkosten voor het produceren van het tweede product lager zijn en dat de kennis die is
opgedaan bij het produceren van product X toegepast kan worden op de productie van
product Y.
Bronnen van economies of scope: (blz. 20)
- Spreiding van vaste kosten over meerdere prodcuten
- Mogelijkheid om unieke middelen in verschillende producten toe te passen.
Leercurve (blz. 21)
Diversificatie (blz. 21)
Growth/share matrix (blz. 22)
Leverage buy-out (blz. 24)
Hoorcollege 3 Organisatie & Omgeving week 17
The verticale keten; (blz. 26)
- Begint met de aankoop van grondstoffen en eindigt met de verkoop van afgewerkte
goederen of diensten.
> Het organiseren van de verticale keten is een belangrijk onderdeel van de bedrijfsstrategie.
,Verticale grenzen van het bedrijf bepalen welke taken binnen het bedrijf moeten worden
uitgevoerd (make) en welke worden uitbesteed (buy);
- De keuze tussen het gebruik van de markt of organisatie is een make-or-buy-beslissing
- Externe specialisten die verticale ketentaken kunnen uitvoeren zijn market firms.
Make or buy continuüm: (blz. 26)
Redenen om te kopen (buy), uit te besteden; (blz. 28)
1. Bedrijven kunnen patenten of vertrouwelijke informatie hebben, dat zorgt voor lage
productiekosten.
2. Bedrijven profiteren maximaal van schaalvoordelen
3. Bedrijven hebben een grotere kennis in de productie omdat ze dat langer op grote schaal
doen.
4. Influence costs en bureaucratie zorgen voor onnodig hoge kosten.
Verticale uitsluiting (blz. 27)
Minimale bureaucratie (blz. 28)
Verticale grenzen van een bedrijf
De verticale keten begint met de aankoop van grondstoffen en eindigt met de verkoop van
afgewerkte producten of goederen.
Wanneer je teruggaat in de verticale keten dan heet dit; backword vertical integration, hier
hoort de term upstream bij, je gaat dan terug richting je grondstoffen. Wanneer je verder gaat
, in de verticale keten dan noem je dit forward vertical integration, hier hoort de term
downstream bij, je gaat dan richting retailers.
De verticale grenzen van het bedrijf bepalen welke taken binnen het bedrijf moeten worden
uitgevoerd en welke worden uitbesteed. De keuze om een taak uit te besteden of om iets
binnen je bedrijf te houden wordt de make-or-buy beslissing genoemd. Make betekent dat je
een taak binnen je bedrijf uitvoert, buy betekent dat je een taak uitbesteed aan een ander
bedrijf. Als bedrijf is het belangrijk dat je je positie in de verticale keten kent, om zo een de
make-or-buy beslissingen te kunnen maken. Externe specialisten die verticale keten taken
kunnen uitvoeren zijn market firms (PostNL).
Make or buy continuum:
Hoe meer naar rechts hoe meer een bedrijf zelf uitvoert. Dus hoe meer ze aan maken doen.
Redenen om te kopen (buy):
- Markt Bedrijven kunnen gebruik maken van economies of scale en learning economies
waardoor zij tegen lage kosten kunnen produceren. Daarnaast kunnen zij goedkoper
produceren door eventuele patenten.
- minimale bureaucracy costs
Minimale bureaucratie:
Bij een bureaucratie loopt alles volgens ingewikkelde regels. Er zijn 2 kosten als gevolg van
bureaucratie die vermeden worden door de kopen:
1. Agency costs: de kosten die gemaakt worden door ontlopen en de beheersing om
ontlopen tegen te gaan. Ontlopen gebeurt wanneer managers en werknemers niet de beste
bedoelingen hebben voor de desbetreffende organisatie en dus niet optimaal handelen voor
het bedrijf.
> Om deze agency costs te verlagen is het van belang dat managers en werknemers worden
beloond voor de winst die zij bijdragen. Maar dit is heel moeilijk te doen omdat grote
bedrijven gezamenlijke kosten hebben die niet direct kunnen worden toegewezen.
2. Influence costs; wanneer er kapitaal moet worden toegewezen aan een bepaalde
afdeling, zullen de managers van het bedrijf proberen deze toewijzing te beïnvloeden, omdat
zij natuurlijk willen dat hun afdeling genoeg krijgt. Door influence activiteiten kunnen