Alle arresten Strafrecht 3 (hoorcollege en werkcolleges)
Herziening ten voordele (257 Sv)
Dronken broer: 1 broer was dronken en eentje had geen rijbewijs, degene zonder rijbewijs
reed, er volgde een ongeluk, ze hadden afgesproken dat ze de dronken broer de schuld
zouden geven (degene die niet reed), later hebben ze de waarheid verteld, dit was een
reden voor herziening ten voordele, hij werd vrijgesproken. De andere broer die dus echt
reed, zijn vorderingen waren verjaard, dus die kon niet meer worden aangesproken.
EVRM; 6 EVRM
Özturk v Duitsland: iemand moest een tolk zelf betalen, hij voerde aan dat dit in strijd zou
zijn met artikel 6 EVRM. Volgens artikel 6 EVRM moest er sprake zijn van een criminal
charge. Staten kunnen de autonome betekenis van artikel 6 EVRM niet uitsluiten door iets
anders te classificeren. Dus ook voor een bestuurlijke boete is artikel 6 EVRM van
toepassing.
Voorwaarden die er toe doen:
- Behoort het feit tot strafrecht?
- Wat is het karakter van de overtreding?
- Aard en zwaarte van de straf?
8 EVRM; telefoontap
Kruslin en Huvig tegen Frankrijk: telefoontap in strijd met 8 EVRM, want is niet forseeable.
Nemo-tenetur
Saunders tegen het Verenigd Koninkrijk.........
Het recht om niet aan diens eigen veroordeling mee te werken slechts geldt voor
(mondeling, dan wel schriftelijk) bewijsmateriaal dat afhankelijk van de wil van verdachte
bestaat. Men denke dan aan de bekentenis van een verdachte dat hij het strafbare feit heeft
gepleegd. Het bewijsmateriaal dat onafhankelijk van de wil van de verdachte bestaat valt
niet onder het verbod om niet aan diens eigen veroordeling mee te werken. Men denke dan
aan de ademanalyse bij de alcoholcontrole of de bankafschriften bij de belastingaangifte.
Deze bewijsmaterialen bestaan; ongeacht of de verdachte dit wel of niet wil. Van de
verdachte wordt slechts verlangd dat hij deze materialen overlegt aan de vervolgende
instantie.
Artikel 3 Politiewet 2012
Zwolsman: Ook bij een beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer is artikel 3
Politiewet 2012 daarvoor een toereikende wettelijke grondslag.
Artikel 3 Politiewet 2012
Warmtebeeldkijker: de opvatting dat elke gebruik van de warmtebeeldkijker in strijd zou zijn
met artikel 3 Politiewet is onjuist.
Artikel 3 Politiewet 2012
Pseudoverkoop: opsporingsambtenaren alleen bevoegd (bij niet specifieke in de wet
geregelde wijze van opsporing) indien zij:
- Geen disproportionele inbreuk maakt op grondrechten van burgers
, - De levering van goederen niet zeer risicovol is voor de integriteit van de opsporing.
Ruis-strategie
Misleiding: er was gelogen tegen verdachte, leugentje om op gang te brengen mag, was in
casu niet meer dan beperkte inbreuk, maar heel casuïstisch.
Verdachte (27 Sv)
Hollende kleurling arrest: Het enkele feit dat een kleurling hard uit de richting van een als
verzamelplaats van handelaren van drugs bekend staand café komt lopen is niet voldoende
om te spreken van een redelijk vermoeden van schuld in de in de zin van artikel 27 Sv. Dat hij
zijn linkerhand in zijn linker jaszak hield doet hier niets aan af.
Verdachte (27 Sv)
Rennende reputatie arrest: De personen in rennende reputatie-arrest waren bekenden van
de politie en werden al achtervolgt door de politie, toen de auto tot stilstand kwam, rende 1
weg, dit werd een redelijk vermoeden van schuld.
Verdachte (27 Sv)
Weigerachtige zwartrijder: De bevoegdheid tot staande houden als bedoeld in artikel 52 Sv
eindigt niet reeds door de enkele omstandigheid dat de verdachte door de
opsporingsambtenaar gestelde vraag naar zijn personalia niet of ontwijkend heeft
beantwoord.
Onpartijdigheid rechter
Hauschildt t. Denemarken: De onpartijdigheid van de rechter moet worden
beoordeeld aan de hand van een subjectieve test, waarbij het gaat om de
persoonlijke overtuiging van een bepaalde rechter in een bepaalde zaak,
en aan de hand van een objectieve test, waarbij moet worden vastgesteld
of de rechter voldoende waarborgen bood om iedere gerechtvaardigde
twijfel te zijnen opzichte uit te sluiten. Het enkele feit dat een rechter in
een strafzaak ook in de fase van het vooronderzoek beslissingen heeft
genomen, rechtvaardigt op zichzelf nog geen vrees ten aanzien van diens
onpartijdigheid. Dit ligt evenwel anders, wanneer die rechter zich daarbij
heeft moeten uitspreken over aspecten van de schuldvraag die weinig
verschillen van de aspecten waarop het te vellen vonnis betrekking heeft.
Buitengerechtelijke afdoening en 6 EVRM
Deweer tegen belgie: een zaak kan buitengerechtelijk worden afgedaan en levert dus geen
strijd op met 6 EVRM, mits de verdachte hiermee instemt zonder dwang. Wanneer een heel
klein bedrag wordt aangeboden om het buitengerechtelijk af te doen is de druk tot stuiting
te hoog om niet te kunnen spreken van dwang.
Vertrouwensbeginsel
Herziening ten voordele (257 Sv)
Dronken broer: 1 broer was dronken en eentje had geen rijbewijs, degene zonder rijbewijs
reed, er volgde een ongeluk, ze hadden afgesproken dat ze de dronken broer de schuld
zouden geven (degene die niet reed), later hebben ze de waarheid verteld, dit was een
reden voor herziening ten voordele, hij werd vrijgesproken. De andere broer die dus echt
reed, zijn vorderingen waren verjaard, dus die kon niet meer worden aangesproken.
EVRM; 6 EVRM
Özturk v Duitsland: iemand moest een tolk zelf betalen, hij voerde aan dat dit in strijd zou
zijn met artikel 6 EVRM. Volgens artikel 6 EVRM moest er sprake zijn van een criminal
charge. Staten kunnen de autonome betekenis van artikel 6 EVRM niet uitsluiten door iets
anders te classificeren. Dus ook voor een bestuurlijke boete is artikel 6 EVRM van
toepassing.
Voorwaarden die er toe doen:
- Behoort het feit tot strafrecht?
- Wat is het karakter van de overtreding?
- Aard en zwaarte van de straf?
8 EVRM; telefoontap
Kruslin en Huvig tegen Frankrijk: telefoontap in strijd met 8 EVRM, want is niet forseeable.
Nemo-tenetur
Saunders tegen het Verenigd Koninkrijk.........
Het recht om niet aan diens eigen veroordeling mee te werken slechts geldt voor
(mondeling, dan wel schriftelijk) bewijsmateriaal dat afhankelijk van de wil van verdachte
bestaat. Men denke dan aan de bekentenis van een verdachte dat hij het strafbare feit heeft
gepleegd. Het bewijsmateriaal dat onafhankelijk van de wil van de verdachte bestaat valt
niet onder het verbod om niet aan diens eigen veroordeling mee te werken. Men denke dan
aan de ademanalyse bij de alcoholcontrole of de bankafschriften bij de belastingaangifte.
Deze bewijsmaterialen bestaan; ongeacht of de verdachte dit wel of niet wil. Van de
verdachte wordt slechts verlangd dat hij deze materialen overlegt aan de vervolgende
instantie.
Artikel 3 Politiewet 2012
Zwolsman: Ook bij een beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer is artikel 3
Politiewet 2012 daarvoor een toereikende wettelijke grondslag.
Artikel 3 Politiewet 2012
Warmtebeeldkijker: de opvatting dat elke gebruik van de warmtebeeldkijker in strijd zou zijn
met artikel 3 Politiewet is onjuist.
Artikel 3 Politiewet 2012
Pseudoverkoop: opsporingsambtenaren alleen bevoegd (bij niet specifieke in de wet
geregelde wijze van opsporing) indien zij:
- Geen disproportionele inbreuk maakt op grondrechten van burgers
, - De levering van goederen niet zeer risicovol is voor de integriteit van de opsporing.
Ruis-strategie
Misleiding: er was gelogen tegen verdachte, leugentje om op gang te brengen mag, was in
casu niet meer dan beperkte inbreuk, maar heel casuïstisch.
Verdachte (27 Sv)
Hollende kleurling arrest: Het enkele feit dat een kleurling hard uit de richting van een als
verzamelplaats van handelaren van drugs bekend staand café komt lopen is niet voldoende
om te spreken van een redelijk vermoeden van schuld in de in de zin van artikel 27 Sv. Dat hij
zijn linkerhand in zijn linker jaszak hield doet hier niets aan af.
Verdachte (27 Sv)
Rennende reputatie arrest: De personen in rennende reputatie-arrest waren bekenden van
de politie en werden al achtervolgt door de politie, toen de auto tot stilstand kwam, rende 1
weg, dit werd een redelijk vermoeden van schuld.
Verdachte (27 Sv)
Weigerachtige zwartrijder: De bevoegdheid tot staande houden als bedoeld in artikel 52 Sv
eindigt niet reeds door de enkele omstandigheid dat de verdachte door de
opsporingsambtenaar gestelde vraag naar zijn personalia niet of ontwijkend heeft
beantwoord.
Onpartijdigheid rechter
Hauschildt t. Denemarken: De onpartijdigheid van de rechter moet worden
beoordeeld aan de hand van een subjectieve test, waarbij het gaat om de
persoonlijke overtuiging van een bepaalde rechter in een bepaalde zaak,
en aan de hand van een objectieve test, waarbij moet worden vastgesteld
of de rechter voldoende waarborgen bood om iedere gerechtvaardigde
twijfel te zijnen opzichte uit te sluiten. Het enkele feit dat een rechter in
een strafzaak ook in de fase van het vooronderzoek beslissingen heeft
genomen, rechtvaardigt op zichzelf nog geen vrees ten aanzien van diens
onpartijdigheid. Dit ligt evenwel anders, wanneer die rechter zich daarbij
heeft moeten uitspreken over aspecten van de schuldvraag die weinig
verschillen van de aspecten waarop het te vellen vonnis betrekking heeft.
Buitengerechtelijke afdoening en 6 EVRM
Deweer tegen belgie: een zaak kan buitengerechtelijk worden afgedaan en levert dus geen
strijd op met 6 EVRM, mits de verdachte hiermee instemt zonder dwang. Wanneer een heel
klein bedrag wordt aangeboden om het buitengerechtelijk af te doen is de druk tot stuiting
te hoog om niet te kunnen spreken van dwang.
Vertrouwensbeginsel
