EPIDEMIOLOGIE
Inleiding
1e systematische epidemiologische studie: Cholera in Londen
Scope: studie van frequentie van ziekten in een populatie, en de determinanten van de
frequentie om de gezondheid/economische rendement van de populatie te verbeteren
- Frequentie:
o # ziekten, frequentie, eventueel patroon
o # zieken/populatie
- Populatie
o We hebben het collectief welzijn voor ogen, niet het individu
- Determinanten van de frequentie:
o Niet noodzakelijk de oorzaak
o Men wil wel de risicofactoren kennen die de frequentie doen toenemen
- Gezondheid/economisch rendement verbeteren:
o Volksgezondheid
o DGK: economisch rendement is belangrijk
- Studie/wetenschap:
o Epidemiologie is een wetenschap
o Raakpunt met statistiek, biologie, geneeskunde, economie
Subdomeinen:
- Beschrijvende epidemiologie: frequenties van ziekten in kaart brengen
- Analytische epidemiologie: vergelijken met controlegroep
Frequentiematen
= PDF: measures of risk. Leerstof: slides + getalvoorbeelden grijze kaders PDF + oefeningen
Ziektefrequentie:
- Onderzoeksvragen:
o Verschilt de frequentie tussen populaties?
o Is frequentie geassocieerd met aanwezigheid of blootstelling van risicofactor?
- Meestal per 100
- Absolute en relatieve maten van frequentie
- 3 groepen:
o Proportie: breuk: teller is deel van de noemer
§ Aantal personen met bepaald kenmerk gedeeld door het totaal aantal
personen
o Ratio: verhouding tussen aantallen van 2 categorieën
§ Vb.: geslachtsratio: aantal mannen / aantal vrouwen
o Rate (-cijfer)
§ Frequentie binnen bepaalde tijdsperiode
§ Per persoon per tijdseenheid
1
,Prevalentie: proportie personen met ziekte op een bepaald moment:
= (totaal # ziektegevallen / totaal # personen in de populatie) * 10n
- Ongeacht of ziekte in periode begon: prevalentie is een momentopname/snapshpt
- Combinatie van # nieuwe + bestaande gevallen
- Op 1 tijdspunt (point prevalence) of over periode (period prevalence)
Incidentie: aantal nieuwe gevallen binnen bepaalde tijdsperiode in een populatie.
! In rekening houden wie de ziekte nog kan krijgen. Bv.: als je deze al hebt gehad en niet
meer kan krijgen, moet je buiten beschouwing worden gelaten
- Weergegeven als:
o Proportie (incidence proportion / cumulatieve incidentie)
o Rate (incidence rate / incidentiecijfer)
1) Incidentieproportie/risisco/cumulatieve incidentie
= (# nieuwe ziektegevallen binnen tijdsinterval / # personen at risk bij begin interval) *
10n
- Teller is deel van de noemer
2
, - Noemer is de populatie at risk (= dus gezond)
2) Incidentiecijfer/ -rate:
= (# aantal nieuwe ziektegevallen binnen tijdsinterval / som van tijdsperioden waarin
elke persoon risico liep) * 10n
- Opvolging van personen tot eindpunt
- Tijd zit dus mee in de noemer: persoon*jaar
- Hoe snel een ziekte in populatie wordt verspreid
- In praktijk:
o Noemer is de totale mid-jaar populatie (at risk + niet at risk)
o ‘nn nieuwe gevallen per 1000 personen per jaar’
Prevalentie/incidentie:
N totaal = 20 pers, er werden 10 mensen ziek (pijltjes naar beneden)
Vb. incidentiecijfer tussen 1 Oct en 30 Sept: () * 1 jaar = 0,22
à 18 is de totale populatie aan mid-point: dus de totale populatie – de sterfgevallen
à wordt anders uitgedrukt: () * 1 jaar * 100: 22 nieuwe gevallen per 100 personen
per jaar
à overledenen tellen niet mee omdat ze er op het midpoint niet meer waren
Vb. puntprevalentie op 1 april: () * 100 = 39 cases per honderd
à zijn op dat moment namelijk al 2 mensen overleden: maken niet meer deel uit van de
berekening. De 7 mensen zijn de 7 mensen die op 1 april ziek waren.
Vb. periodeprevalentie 1 Oct tot 30 Sept: () = 0,5
à hier tellen wel de mensen mee die reeds ziek waren voor 1 Oct want we maken geen
onderscheid tussen oude en nieuwe gevallen. Ze waren allemaal ziek tussen 1 Oct en 30
Sept dus worden meegerekend.
Incidentie:
3
Inleiding
1e systematische epidemiologische studie: Cholera in Londen
Scope: studie van frequentie van ziekten in een populatie, en de determinanten van de
frequentie om de gezondheid/economische rendement van de populatie te verbeteren
- Frequentie:
o # ziekten, frequentie, eventueel patroon
o # zieken/populatie
- Populatie
o We hebben het collectief welzijn voor ogen, niet het individu
- Determinanten van de frequentie:
o Niet noodzakelijk de oorzaak
o Men wil wel de risicofactoren kennen die de frequentie doen toenemen
- Gezondheid/economisch rendement verbeteren:
o Volksgezondheid
o DGK: economisch rendement is belangrijk
- Studie/wetenschap:
o Epidemiologie is een wetenschap
o Raakpunt met statistiek, biologie, geneeskunde, economie
Subdomeinen:
- Beschrijvende epidemiologie: frequenties van ziekten in kaart brengen
- Analytische epidemiologie: vergelijken met controlegroep
Frequentiematen
= PDF: measures of risk. Leerstof: slides + getalvoorbeelden grijze kaders PDF + oefeningen
Ziektefrequentie:
- Onderzoeksvragen:
o Verschilt de frequentie tussen populaties?
o Is frequentie geassocieerd met aanwezigheid of blootstelling van risicofactor?
- Meestal per 100
- Absolute en relatieve maten van frequentie
- 3 groepen:
o Proportie: breuk: teller is deel van de noemer
§ Aantal personen met bepaald kenmerk gedeeld door het totaal aantal
personen
o Ratio: verhouding tussen aantallen van 2 categorieën
§ Vb.: geslachtsratio: aantal mannen / aantal vrouwen
o Rate (-cijfer)
§ Frequentie binnen bepaalde tijdsperiode
§ Per persoon per tijdseenheid
1
,Prevalentie: proportie personen met ziekte op een bepaald moment:
= (totaal # ziektegevallen / totaal # personen in de populatie) * 10n
- Ongeacht of ziekte in periode begon: prevalentie is een momentopname/snapshpt
- Combinatie van # nieuwe + bestaande gevallen
- Op 1 tijdspunt (point prevalence) of over periode (period prevalence)
Incidentie: aantal nieuwe gevallen binnen bepaalde tijdsperiode in een populatie.
! In rekening houden wie de ziekte nog kan krijgen. Bv.: als je deze al hebt gehad en niet
meer kan krijgen, moet je buiten beschouwing worden gelaten
- Weergegeven als:
o Proportie (incidence proportion / cumulatieve incidentie)
o Rate (incidence rate / incidentiecijfer)
1) Incidentieproportie/risisco/cumulatieve incidentie
= (# nieuwe ziektegevallen binnen tijdsinterval / # personen at risk bij begin interval) *
10n
- Teller is deel van de noemer
2
, - Noemer is de populatie at risk (= dus gezond)
2) Incidentiecijfer/ -rate:
= (# aantal nieuwe ziektegevallen binnen tijdsinterval / som van tijdsperioden waarin
elke persoon risico liep) * 10n
- Opvolging van personen tot eindpunt
- Tijd zit dus mee in de noemer: persoon*jaar
- Hoe snel een ziekte in populatie wordt verspreid
- In praktijk:
o Noemer is de totale mid-jaar populatie (at risk + niet at risk)
o ‘nn nieuwe gevallen per 1000 personen per jaar’
Prevalentie/incidentie:
N totaal = 20 pers, er werden 10 mensen ziek (pijltjes naar beneden)
Vb. incidentiecijfer tussen 1 Oct en 30 Sept: () * 1 jaar = 0,22
à 18 is de totale populatie aan mid-point: dus de totale populatie – de sterfgevallen
à wordt anders uitgedrukt: () * 1 jaar * 100: 22 nieuwe gevallen per 100 personen
per jaar
à overledenen tellen niet mee omdat ze er op het midpoint niet meer waren
Vb. puntprevalentie op 1 april: () * 100 = 39 cases per honderd
à zijn op dat moment namelijk al 2 mensen overleden: maken niet meer deel uit van de
berekening. De 7 mensen zijn de 7 mensen die op 1 april ziek waren.
Vb. periodeprevalentie 1 Oct tot 30 Sept: () = 0,5
à hier tellen wel de mensen mee die reeds ziek waren voor 1 Oct want we maken geen
onderscheid tussen oude en nieuwe gevallen. Ze waren allemaal ziek tussen 1 Oct en 30
Sept dus worden meegerekend.
Incidentie:
3