LERAAR OP ONTDEKKING
AGOGISCH DEEL
HOOFDSTUK 1: COMMUNICATIE
1.1 Wat is communicatie?
Communicatiemodel
Als bedoeling en effect overeenkomen dan is de communicatie geslaagd.
Context => situatie waarin interactie zich afspeelt.
Belang van verbinding
Communicatie kan op verschillende manieren uitdraaien ook niet zo positief, daarom is het belangrijk
dat we kunnen verbinden tijdens de communicatie.
Metafoor van de ijsberg
,Bij communicatie zie je enkel zoals bij de ijsberg het puntje: het gedrag, maar al wat niet zichtbaar is
zoals gevoelens en behoeften, kwaliteiten talenten en vaardigheden, identiteit/zelfbeeld. Speelt ook
allemaal een rol in de communicatie maar kunnen we niet zien.
1.2 Ruis in de
communicatie
Aan de kant van de zender
- Bepaalde gedachten en gevoelens zijn verborgen in de communicatie of misschien
communiceert hij heel indirect.
- De codering kan gebrekkig zijn
- Woordgebruik kan verschillen dan dat van de ontvanger
- Storing bij overbrengen boodschap. Bv. irritante spreekgewoonte of omgevingslawaai
- Bedoeling voor zender zelf niet altijd even duidelijk.
Aan de kant van de ontvanger
- Ontvanger neemt slechts deel van boodschap waar
- Ontvanger observeert juist, maar maakt onjuiste interpretatie.
- Ontvanger is niet luisterbereid: hij negeert boodschap of bepaalde aspecten om er vlug vanaf
te zijn.
1.3 Inhouds- en betrekkingsniveau in de communicatie
Onderstroom = bedoelingen van zender blijven onder wateroppervlak.
Elke communicatie heeft zowel inhouds- als betrekkingsniveau.
Inhoudsniveau = wat we letterlijk zeggen
Betrekkingsniveau = alle info waarmee zender uitdrukt hoe hij zichzelf ziet, hoe hij de ander ziet, wat
hij van hun onderlinge relatie vindt en wat hij van de interactie verwacht.
Betrekkingsaspecten zijn vooral lichaamstaal.
1.4 Belang van non-verbale communicatie
Basisregel van Watzalawick met betrekking tot communicatie: ‘Je communiceert altijd dubbel: op het
inhouds-en het betrekkingsniveau’
Andere basisregel zegt ‘communiceren doe je altijd’
, Non-verbaal is 70-30
1.5 Voorwaarden voor effectieve communicatie
- acceptatie
- empathie
- authenticiteit
Mijn zendergedrag:
Ik ben duidelijk als zender en zeg waar het op staat. Ik pas wel altijd mijn manier van communiceren
aan naargelang tegen wie ik praat. Ook blijf ik altijd beleefd. Mijn boodschappen kunnen soms wel
wat minder goed overkomen door mijn snel spreektempo.
Mijn luistergedrag:
Ik luister naar een ander met heel veel empathie. Ik geef dan ook veel raad als mensen met hun
problemen naar mij komen. Ik vertel vaak mijn eigen ervaringen rond dat verhaal, soms heb ik niet
goed door of dit juist goed is voor de ander of juist minder goed. Ik ben best goed in het lezen van
lichaamstaal, dus ook wanneer iemand met iets zit en zegt dit niet heb ik dit vrij snel wel al door.
HOOFDSTUK 2: GEWELDLOZE COMMUNICATIE
1. Ik zie : waarnemen zonder oordeel
2. Ik voel : uiting geven aan je gevoelens
3. Ik wil: communiceren van behoeften
4. Ik wens: doe een verzoek of wens
1) Verwoorden van een neutrale waarneming vergemakkelijkt de communicatie omdat
- Het gesprek start vanuit een gemeenschappelijk speelveld
- Het helpt om tot een ik-boodschap te komen waarbij je verantwoordelijkheid neemt voor je
gevoelens en behoeften
- Het de samenwerking vergroot
AGOGISCH DEEL
HOOFDSTUK 1: COMMUNICATIE
1.1 Wat is communicatie?
Communicatiemodel
Als bedoeling en effect overeenkomen dan is de communicatie geslaagd.
Context => situatie waarin interactie zich afspeelt.
Belang van verbinding
Communicatie kan op verschillende manieren uitdraaien ook niet zo positief, daarom is het belangrijk
dat we kunnen verbinden tijdens de communicatie.
Metafoor van de ijsberg
,Bij communicatie zie je enkel zoals bij de ijsberg het puntje: het gedrag, maar al wat niet zichtbaar is
zoals gevoelens en behoeften, kwaliteiten talenten en vaardigheden, identiteit/zelfbeeld. Speelt ook
allemaal een rol in de communicatie maar kunnen we niet zien.
1.2 Ruis in de
communicatie
Aan de kant van de zender
- Bepaalde gedachten en gevoelens zijn verborgen in de communicatie of misschien
communiceert hij heel indirect.
- De codering kan gebrekkig zijn
- Woordgebruik kan verschillen dan dat van de ontvanger
- Storing bij overbrengen boodschap. Bv. irritante spreekgewoonte of omgevingslawaai
- Bedoeling voor zender zelf niet altijd even duidelijk.
Aan de kant van de ontvanger
- Ontvanger neemt slechts deel van boodschap waar
- Ontvanger observeert juist, maar maakt onjuiste interpretatie.
- Ontvanger is niet luisterbereid: hij negeert boodschap of bepaalde aspecten om er vlug vanaf
te zijn.
1.3 Inhouds- en betrekkingsniveau in de communicatie
Onderstroom = bedoelingen van zender blijven onder wateroppervlak.
Elke communicatie heeft zowel inhouds- als betrekkingsniveau.
Inhoudsniveau = wat we letterlijk zeggen
Betrekkingsniveau = alle info waarmee zender uitdrukt hoe hij zichzelf ziet, hoe hij de ander ziet, wat
hij van hun onderlinge relatie vindt en wat hij van de interactie verwacht.
Betrekkingsaspecten zijn vooral lichaamstaal.
1.4 Belang van non-verbale communicatie
Basisregel van Watzalawick met betrekking tot communicatie: ‘Je communiceert altijd dubbel: op het
inhouds-en het betrekkingsniveau’
Andere basisregel zegt ‘communiceren doe je altijd’
, Non-verbaal is 70-30
1.5 Voorwaarden voor effectieve communicatie
- acceptatie
- empathie
- authenticiteit
Mijn zendergedrag:
Ik ben duidelijk als zender en zeg waar het op staat. Ik pas wel altijd mijn manier van communiceren
aan naargelang tegen wie ik praat. Ook blijf ik altijd beleefd. Mijn boodschappen kunnen soms wel
wat minder goed overkomen door mijn snel spreektempo.
Mijn luistergedrag:
Ik luister naar een ander met heel veel empathie. Ik geef dan ook veel raad als mensen met hun
problemen naar mij komen. Ik vertel vaak mijn eigen ervaringen rond dat verhaal, soms heb ik niet
goed door of dit juist goed is voor de ander of juist minder goed. Ik ben best goed in het lezen van
lichaamstaal, dus ook wanneer iemand met iets zit en zegt dit niet heb ik dit vrij snel wel al door.
HOOFDSTUK 2: GEWELDLOZE COMMUNICATIE
1. Ik zie : waarnemen zonder oordeel
2. Ik voel : uiting geven aan je gevoelens
3. Ik wil: communiceren van behoeften
4. Ik wens: doe een verzoek of wens
1) Verwoorden van een neutrale waarneming vergemakkelijkt de communicatie omdat
- Het gesprek start vanuit een gemeenschappelijk speelveld
- Het helpt om tot een ik-boodschap te komen waarbij je verantwoordelijkheid neemt voor je
gevoelens en behoeften
- Het de samenwerking vergroot