helpen?
- Werd neergestoken X aantal keer en ongeveer 38 omstaanders, niet
geholpen
- Wat zorgt er nu voor dat mensen wel/niet gaan helpen?
In 1e instantie gaan we vaak kijken naar de andere omstaanders
De kosten, die er bij zouden komen
Wat kan ik doen, levert het me zelf schade op als ik zou helpen?
Angst, …
- Onze reactie is altijd beïnvloedt door de anderen
Vanaf er anderen aanwezig zijn, gebruiken als spiegel, kijken wat
anderen doen
Stel wandelen en voor jou zakt iemand ineen, je ziet het probleem ontstaan
voor uw ogen -> meer of minder kans om te helpen? Ja, meer geneigd zijn te
helpen.
In het geval dat je de oorzaak niet zag gebeuren -> wat is er aan de hand,
verslaafde, hartaanval, …? Hoe groter de onzekerheid in sociale situaties, hoe
meer we anderen nodig hebben om ons informatie te geven over de situatie.
Maar als je wel weet wat er aan de hand is, want je ziet het gebeuren ->
minder onzekerheid, kan je meer op eigen oordeel gaan vertrouwen, en ga je
meer geneigd zijn om te gaan helpen!
DIFFUSIE VAN VERANTWOORDELIJKHEID
- Het omstaanderseffect (bystander apathy):
Hoe meer omstaanders bij noodsituatie zijn, hoe minder kans op
hulp voor SO
o Er is volk genoeg om te helpen, ik kan zelf niets doen, …
o Van zodra er anderen zijn in sociale situaties, kijken we naar die
anderen
Hoe meer potentiële hulpverleners, hoe lager eigen
verantwoordelijkheid inschat
Meer kans geholpen te worden indien 1 voorbijganger dan wanneer
meerdere zijn
o Koppels, groepen, … steun zoeken bij elkaar
o Alleen kan je geen steun zoeken, en ga je meer geneigd zijn te
gaan helpen
o Spiegelneuronen: activeren bij pijn, lijden van iemand – ook gaan
voelen, …
o Als je alleen bent, gaan die enorm activeren en mogelijks wel
helpen dus
Schuldgevoel bij niet helpen is kleiner (‘de anderen hebben ook niet
geholpen’)
- Situatie zelf, is ook van belang -> de voorspelbaarheid van de situatie
Denk aan het uur, de plaats, de omgeving, …
Bv. Helpen om 10u op school, vs. helpen om 3u s ’nachts aan het station
, - Experiment Darley & Latané: reactie op geësceneerde epileptische
aanval (p61-62)
- Experiment Darley & Latané 2: reactie op rookwolk (p63-64)
Als anderen geen probleem zien in rook, ga je ervan uit dat er geen
probleem is
Je blijft dus zitten in de rookwolk, ookal ben je er zelf niet helemaal
gerust in
FACTOREN VAN INVLOED OP HET HULPVERLENEND GEDRAG
Bekendheid van de medegetuigen?
- Wanneer proefpersonen in een experiment elkaar kennen, zullen ze
vaker overgaan tot helpend gedrag dan wanneer ze elkaar niet kennen
Minder angst om zich belachelijk te maken minder sociale druk,
oordelen, …
Betere communicatie/overleg
Competentie van de omstaanders
- Uw competentie, wat jij kan: stel een bepaalde medische achtergrond,
job, …
Dat heeft vaak wel een klein effect daarop
- Ga je helpen wanneer je enige bent die kan, hoewel je niet de enige
getuige bent?
Stel je bent enige met expertise, nog steeds omstaanderseffect, want die andere
4 aanwezigen, jij bent nog steeds (onbewust) bang voor hun oordeel, de sociale
druk, …
- Bibliotheek experiment Bickman:
Hulp geboden wanneer proefpersoon de enige aanwezige is die hulp
kan bieden
Experiment met medeproefpersonen van 4 & 6 jaar oud
o Je hebt de expertise om hulp te bieden
o Maar aanwezigheid van anderen remt onze reactietijd af, toetst af
aan de andere omstaanders: hier kinderen. Die doen uiteraard
niets, toch vertraagd dat onze reactie, omdat we ‘spiegelen’/
aftoetsen aan de rest
Sneller hulp bieden dan met volwassen medegetuigen + sneller dan
met HVL’ers
o Het is wel sneller dan als er volwassenen aanwezig zijn
o Alsook sneller dan wanneer er andere hulpverleners zijn
o Redenering: zij zullen het wel doen, zij zullen wel helpen, …
MAAR niet zo hulpvaardig als in alleen conditie
o Alleen zijn we meer hulpvaardig. Kunnen niet gaan spiegelen,
aftoetsen, …
o Er is geen invloed van anderen o.i.d. dus we gaan sneller
reageren!
- M.A.W. zelfs diffusie van verantwoordelijkheid naar medegetuigen die
niet of nauwelijks in staat zijn om te helpen