GS Samenvatting middeleeuwen I
Monotheïsme: 1 god wordt vereerd.
Polytheïsme: Meerdere goden worden vereerd.
Jehova (joden)=God=Allah (islam)
Openbaring: -joods: Tenach
-christenen: Bijbel
-islam: Koran
Profeet: Boodschapper van god.
De islam:
Jezus: Arabische naam: Issa, Op één na belangrijkste profeet van de islam.
Mohammed: Belangrijkste profeet.
Islam: Onderwerping aan de wil van god.
Moslim: Degene die zich onderwerpt aan de wil van god.
Mohammed werd ongeveer 570 n. Chr. geboren en hij leefde in Mekka. Hij was erg
welvarend en trouwde met Khadisja (1e vrouw).
Maar hij was ontevreden en gaat in een grot nadenken over geloofskwesties.
Als hij op een dag alleen door de woestijn loopt wordt hij bezocht door de aartsengel
Gabriel. Gabriel vertelde en Mohammed schreef dat op: de koran.
Mohammed moest de info uit de koran verspreiden.
Er kwam een meteoriet in Mekka op een plein in een huisje (huisje heette kaaba). Op het
plein stonden ook allemaal beelden van goden zodat iedereen van elk geloof welkom was.
(Pantheon).
627 n. Chr. jaar 0 voor de moslims: Volgens Mohammed mogen al die goden daar niet
staan. Hij trapt alle beelden op. De bestuurders van mekka pikken dat niet. Samen met zijn
vrienden (de eerste moslims) vlucht hij naar medina (Jihtrab/Stad).
Oemma: De gemeenschap van moslims.
In de oemma worden de eerst ideeén van Mohammed bedacht. Bestond toen alleen uit
medina.
Mohammed ging dood in 632. De verhalen over zijn leven heten (a)hadith. Ze gaan over de
soenna: De leefwijze en uitspraken van Mohammed.
De 5 zuilen: 5 religieuze hoofdverplichtingen van de moslims:
1. De sjahada: Geloofsbelijdenis. Spreek het uit en je bent moslim.
2. De salaat: 5x per dag bidden in de richting van de kahaba.
3. Ramadan: Vasten tijdens de maand van de Ramadan.
4. De sakaät: 10% van je inkomen aan armen geven.
5. De hadj: Bedevaart/pelgrimstocht(=reis om religieuze redenen.. De reis naar
Mekka.
De zuilen staan in de volgorde van makkelijk naar moeilijk om te doen.
1
Monotheïsme: 1 god wordt vereerd.
Polytheïsme: Meerdere goden worden vereerd.
Jehova (joden)=God=Allah (islam)
Openbaring: -joods: Tenach
-christenen: Bijbel
-islam: Koran
Profeet: Boodschapper van god.
De islam:
Jezus: Arabische naam: Issa, Op één na belangrijkste profeet van de islam.
Mohammed: Belangrijkste profeet.
Islam: Onderwerping aan de wil van god.
Moslim: Degene die zich onderwerpt aan de wil van god.
Mohammed werd ongeveer 570 n. Chr. geboren en hij leefde in Mekka. Hij was erg
welvarend en trouwde met Khadisja (1e vrouw).
Maar hij was ontevreden en gaat in een grot nadenken over geloofskwesties.
Als hij op een dag alleen door de woestijn loopt wordt hij bezocht door de aartsengel
Gabriel. Gabriel vertelde en Mohammed schreef dat op: de koran.
Mohammed moest de info uit de koran verspreiden.
Er kwam een meteoriet in Mekka op een plein in een huisje (huisje heette kaaba). Op het
plein stonden ook allemaal beelden van goden zodat iedereen van elk geloof welkom was.
(Pantheon).
627 n. Chr. jaar 0 voor de moslims: Volgens Mohammed mogen al die goden daar niet
staan. Hij trapt alle beelden op. De bestuurders van mekka pikken dat niet. Samen met zijn
vrienden (de eerste moslims) vlucht hij naar medina (Jihtrab/Stad).
Oemma: De gemeenschap van moslims.
In de oemma worden de eerst ideeén van Mohammed bedacht. Bestond toen alleen uit
medina.
Mohammed ging dood in 632. De verhalen over zijn leven heten (a)hadith. Ze gaan over de
soenna: De leefwijze en uitspraken van Mohammed.
De 5 zuilen: 5 religieuze hoofdverplichtingen van de moslims:
1. De sjahada: Geloofsbelijdenis. Spreek het uit en je bent moslim.
2. De salaat: 5x per dag bidden in de richting van de kahaba.
3. Ramadan: Vasten tijdens de maand van de Ramadan.
4. De sakaät: 10% van je inkomen aan armen geven.
5. De hadj: Bedevaart/pelgrimstocht(=reis om religieuze redenen.. De reis naar
Mekka.
De zuilen staan in de volgorde van makkelijk naar moeilijk om te doen.
1