Week 1
Wat houdt het strafvorderlijk legaliteitsbeginsel in en waarin
vindt dit beginsel zijn grondslag?
Het strafrechtelijke legaliteitsbeginsel vindt zijn grondslag in artikel 1 Sv:
strafvordering heeft alleen plaats bij wijze van wet voorzien. Het
strafvorderlijke legaliteitsbeginsel houdt dus in dat het strafprocesrecht
zijn basis in formele wetten moet hebben. Zonder wettelijke grondslag
mag er niet gehandeld worden.
Wat zijn de bronnen van het strafprocesrecht?
(bijzondere) wetgeving, de grondwet
Jurisprudentierecht
beginselen
Wat is het hoofddoel van het strafprocesrecht?
Het hoofddoel van het strafproces is het verzekeren van een juiste
toepassing van het abstracte materiële strafrecht. Dit doel is tweeledig;
enerzijds is het doel schuldigen te straffen, anderzijds te voorkomen dat
onschuldigen worden gestraft. In gevallen van twijfel over schuld gaat
realisering van het ene doel onherroepelijk ten koste van het andere doel.
Wat houdt de onschuldpresumptie in en wat is de juridische basis
van de onschuldpresumptie?
De onschuldpresumptie houdt in dat totdat het tegendeel is bewezen,
eenieder voor onschuldig zal worden gehouden. Dit beginsel vindt zijn
grondslag in art. 6 lid 2 EVRM en art. 14 lid 2 IVBPR.
Wat houdt het gelijkheidsbeginsel in?
Het gelijkheidsbeginsel is verankerd in art. 1 van de grondwet; allen die
zich in Nederland bevinden worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.
Wat houdt het beginsel van redelijke en billijke belangenafweging
in?
Van strafrechtfunctionarissen mag verlangd worden dat ze de in
aanmerking komende belangen behoorlijk tegen elkaar afwegen. Er moet
dus op een manier worden opgetreden die het minst bezwarend voor de
betrokkenen zal zijn en er moet een redelijke verhouding bestaan tussen
de wijze van optreden en het beoogde doel (proportioneel en
subsidiariteit).
Wanneer kunnen artikel 3 Politiewet 2012 en artikel 141 Sv een
wettelijke basis bieden voor de uitoefening van
opsporingshandelingen (en wanneer dus niet)?
Art. 3 -> algemene taakstelling politie. Deels opsporen strafbare feiten,
deels verlenen van hulp. Ziet op de wat vraag.
Art. 141 -> ziet op de wie vraag, wie is belast met opsporing strafbare
feiten.
,Deze artikelen geven de bevoegdheid om een hele beperkte inbreuk van
grondrechten te maken, bij een grotere inbreuk legitimeren deze artikelen
het handelen niet, juist omdat deze grondslag heel algemeen is.
Op basis van deze bevoegdheid mogen ze bijvoorbeeld een veelpleger
volgen (maar dan weer niet elke dag en naar zijn huis volgen). In het
openbaar fotograferen etc. Op een openbaar profiel een foto van
verdachte downloaden, maar niet een privé account volgen. Deze
algemene grondslag is nodig, anders zou je veel te veel wetten moeten
maken om iedere handeling op te nemen. Voor zo’n algemene taakstelling
heb je ook in principe geen verdenking nodig.
Vraag over de bevoegdheid om opsporingshandelingen zoals
warmtekijker in te zetten (wat niet specifiek in de wet is
geregeld):
Juridisch kader: Is er sprake van een beperkte of meer dan beperkte
inbreuk?
- Beperkte inbreuk -> art. 3 politiewet en art. 141 Sv bieden
toereikende wettelijke grondslag
- Meer dan beperkte inbreuk -> bijzondere bepaling nodig.
Arrest Landeck ro 2.6: Indien een min of meer compleet beeld kan
worden verkregen van bepaalde aspecten van het persoonlijk leven.
Denk aan gebruik technische hulpmiddelen, duur, frequentie,
intensiteit, plaats waar observaties plaatsvinden (smartphone
arrest ro 3.4)
Art. 3 en 141 bieden geen toereikende wettelijke grondslag ->
onvoldoende specifiek geformuleerd.
Toepassing op casus
Warmtekijker zegt niet heel veel, algemene aanwijzing, zegt niet veel over
iemands leven. Het is maar eenmalig ingezet.
Art. 3 en 141 bieden toereikende grondslag voor deze handeling.
Bestudeer het arrest Post CG/Landeck. Leg uit of de agenten
bevoegd zijn om het onderzoek aan de smartphone van Frank te
verrichten. Motiveer uw antwoord en verwijs naar relevante
wettelijke bepalingen.
Juridisch kader:
- Inbeslagnemingsbevoegdheid impliceert ook een
onderzoeksbevoegdheid, artt. 94/95/96/141/148 Sv bieden een
toereikende grondslag (4.2)
- Wie is bevoegde autoriteit voor uitvoeren onderzoeksbevoegdheid?
Samenvatting onderzoeksbevoegdheid:
1. Beperkte inbreuk op persoonlijke levenssfeer
- Opsporingsambtenaren ogv 94/95/96 + 141/148 Sv bevoegd (ro 4.2
+ 5.2.2)
- Sprake van dergelijke inbreuk indien:
, Enkel identificeren gebruiker
Enkele beperkte waarnemingen over het feitelijk gebruik van
elektronische gegevensdrager aangetroffen bij verdachte (bv
nagaan welke contacten gebruiker kort tevoren heeft gelegd of
bijvoorbeeld kijken of iemand die een auto-ongeluk heeft
veroorzaakt op dat moment gebeld heeft, ro 5.2.2)
Gaat om hele beperkte waarnemingen!
2. Meer dan beperkte inbreuk persoonlijke levenssfeer
- Voorafgaande toetsing RC vereist
Op voorhand te voorzien dat door onderzoek aan smartphone
inzicht verkregen wordt in verkeers- en locatiegegevens of
andersoortige gegevens zoals foto’s, browsergeschiedenis etc.
(5.2.4)
In machtiging moet voldoende concreet worden welk onderzoek
verricht wordt en hoe (5.2.5)
In geval dringende noodzaak mag telefonisch toestemming
worden gevraagd, maar dit moet vervolgens wel binnen 3 dagen
op schrift worden gesteld.
Beoordeling of inbreuk door onderzoek gerechtvaardigd is mede
gelet op de ernst van de verdenking, ernst van het verwijt en
belang van het onderzoek ro 5.2.4
- In spoedeisende gevallen geen voorafgaande toetsing RC vereist
(5.2.4)
Denk hierbij aan een terroristische aanslag of kidnapping
*Smartphone snel grote inbreuk
Dus kijk naar
1. Beperkte of meer dan beperkte inbreuk
2. Indien meer dan beperkt, was er voorafgaande toestemming?
3. Zo nee, was er dan sprake van een spoedeisend geval?
De raadsman van Frank voert aan dat de doorzoeking van de
smartphone onrechtmatig heeft plaats gevonden, omdat de
telefoon ontgrendeld is met geweld. Beargumenteer of het
verweer van de raadsman kans van slagen heeft. Betrek in uw
antwoord het arrest HR 9 februari 2021, NJ 2021/120
(Ontgrendelplicht smartphone).
Rule:
Bevoegdheid tot inbeslagneming bevat tevens een wettelijke basis voor
onderzoeksbevoegdheid (6.2.1)
Uitoefening van dat dwangmiddel kan inhouden dat desnoods met
toepassing proportioneel geweld handelingen worden verricht (6.2.2)
Wat houdt het strafvorderlijk legaliteitsbeginsel in en waarin
vindt dit beginsel zijn grondslag?
Het strafrechtelijke legaliteitsbeginsel vindt zijn grondslag in artikel 1 Sv:
strafvordering heeft alleen plaats bij wijze van wet voorzien. Het
strafvorderlijke legaliteitsbeginsel houdt dus in dat het strafprocesrecht
zijn basis in formele wetten moet hebben. Zonder wettelijke grondslag
mag er niet gehandeld worden.
Wat zijn de bronnen van het strafprocesrecht?
(bijzondere) wetgeving, de grondwet
Jurisprudentierecht
beginselen
Wat is het hoofddoel van het strafprocesrecht?
Het hoofddoel van het strafproces is het verzekeren van een juiste
toepassing van het abstracte materiële strafrecht. Dit doel is tweeledig;
enerzijds is het doel schuldigen te straffen, anderzijds te voorkomen dat
onschuldigen worden gestraft. In gevallen van twijfel over schuld gaat
realisering van het ene doel onherroepelijk ten koste van het andere doel.
Wat houdt de onschuldpresumptie in en wat is de juridische basis
van de onschuldpresumptie?
De onschuldpresumptie houdt in dat totdat het tegendeel is bewezen,
eenieder voor onschuldig zal worden gehouden. Dit beginsel vindt zijn
grondslag in art. 6 lid 2 EVRM en art. 14 lid 2 IVBPR.
Wat houdt het gelijkheidsbeginsel in?
Het gelijkheidsbeginsel is verankerd in art. 1 van de grondwet; allen die
zich in Nederland bevinden worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.
Wat houdt het beginsel van redelijke en billijke belangenafweging
in?
Van strafrechtfunctionarissen mag verlangd worden dat ze de in
aanmerking komende belangen behoorlijk tegen elkaar afwegen. Er moet
dus op een manier worden opgetreden die het minst bezwarend voor de
betrokkenen zal zijn en er moet een redelijke verhouding bestaan tussen
de wijze van optreden en het beoogde doel (proportioneel en
subsidiariteit).
Wanneer kunnen artikel 3 Politiewet 2012 en artikel 141 Sv een
wettelijke basis bieden voor de uitoefening van
opsporingshandelingen (en wanneer dus niet)?
Art. 3 -> algemene taakstelling politie. Deels opsporen strafbare feiten,
deels verlenen van hulp. Ziet op de wat vraag.
Art. 141 -> ziet op de wie vraag, wie is belast met opsporing strafbare
feiten.
,Deze artikelen geven de bevoegdheid om een hele beperkte inbreuk van
grondrechten te maken, bij een grotere inbreuk legitimeren deze artikelen
het handelen niet, juist omdat deze grondslag heel algemeen is.
Op basis van deze bevoegdheid mogen ze bijvoorbeeld een veelpleger
volgen (maar dan weer niet elke dag en naar zijn huis volgen). In het
openbaar fotograferen etc. Op een openbaar profiel een foto van
verdachte downloaden, maar niet een privé account volgen. Deze
algemene grondslag is nodig, anders zou je veel te veel wetten moeten
maken om iedere handeling op te nemen. Voor zo’n algemene taakstelling
heb je ook in principe geen verdenking nodig.
Vraag over de bevoegdheid om opsporingshandelingen zoals
warmtekijker in te zetten (wat niet specifiek in de wet is
geregeld):
Juridisch kader: Is er sprake van een beperkte of meer dan beperkte
inbreuk?
- Beperkte inbreuk -> art. 3 politiewet en art. 141 Sv bieden
toereikende wettelijke grondslag
- Meer dan beperkte inbreuk -> bijzondere bepaling nodig.
Arrest Landeck ro 2.6: Indien een min of meer compleet beeld kan
worden verkregen van bepaalde aspecten van het persoonlijk leven.
Denk aan gebruik technische hulpmiddelen, duur, frequentie,
intensiteit, plaats waar observaties plaatsvinden (smartphone
arrest ro 3.4)
Art. 3 en 141 bieden geen toereikende wettelijke grondslag ->
onvoldoende specifiek geformuleerd.
Toepassing op casus
Warmtekijker zegt niet heel veel, algemene aanwijzing, zegt niet veel over
iemands leven. Het is maar eenmalig ingezet.
Art. 3 en 141 bieden toereikende grondslag voor deze handeling.
Bestudeer het arrest Post CG/Landeck. Leg uit of de agenten
bevoegd zijn om het onderzoek aan de smartphone van Frank te
verrichten. Motiveer uw antwoord en verwijs naar relevante
wettelijke bepalingen.
Juridisch kader:
- Inbeslagnemingsbevoegdheid impliceert ook een
onderzoeksbevoegdheid, artt. 94/95/96/141/148 Sv bieden een
toereikende grondslag (4.2)
- Wie is bevoegde autoriteit voor uitvoeren onderzoeksbevoegdheid?
Samenvatting onderzoeksbevoegdheid:
1. Beperkte inbreuk op persoonlijke levenssfeer
- Opsporingsambtenaren ogv 94/95/96 + 141/148 Sv bevoegd (ro 4.2
+ 5.2.2)
- Sprake van dergelijke inbreuk indien:
, Enkel identificeren gebruiker
Enkele beperkte waarnemingen over het feitelijk gebruik van
elektronische gegevensdrager aangetroffen bij verdachte (bv
nagaan welke contacten gebruiker kort tevoren heeft gelegd of
bijvoorbeeld kijken of iemand die een auto-ongeluk heeft
veroorzaakt op dat moment gebeld heeft, ro 5.2.2)
Gaat om hele beperkte waarnemingen!
2. Meer dan beperkte inbreuk persoonlijke levenssfeer
- Voorafgaande toetsing RC vereist
Op voorhand te voorzien dat door onderzoek aan smartphone
inzicht verkregen wordt in verkeers- en locatiegegevens of
andersoortige gegevens zoals foto’s, browsergeschiedenis etc.
(5.2.4)
In machtiging moet voldoende concreet worden welk onderzoek
verricht wordt en hoe (5.2.5)
In geval dringende noodzaak mag telefonisch toestemming
worden gevraagd, maar dit moet vervolgens wel binnen 3 dagen
op schrift worden gesteld.
Beoordeling of inbreuk door onderzoek gerechtvaardigd is mede
gelet op de ernst van de verdenking, ernst van het verwijt en
belang van het onderzoek ro 5.2.4
- In spoedeisende gevallen geen voorafgaande toetsing RC vereist
(5.2.4)
Denk hierbij aan een terroristische aanslag of kidnapping
*Smartphone snel grote inbreuk
Dus kijk naar
1. Beperkte of meer dan beperkte inbreuk
2. Indien meer dan beperkt, was er voorafgaande toestemming?
3. Zo nee, was er dan sprake van een spoedeisend geval?
De raadsman van Frank voert aan dat de doorzoeking van de
smartphone onrechtmatig heeft plaats gevonden, omdat de
telefoon ontgrendeld is met geweld. Beargumenteer of het
verweer van de raadsman kans van slagen heeft. Betrek in uw
antwoord het arrest HR 9 februari 2021, NJ 2021/120
(Ontgrendelplicht smartphone).
Rule:
Bevoegdheid tot inbeslagneming bevat tevens een wettelijke basis voor
onderzoeksbevoegdheid (6.2.1)
Uitoefening van dat dwangmiddel kan inhouden dat desnoods met
toepassing proportioneel geweld handelingen worden verricht (6.2.2)