Hoorcollege 16
HIV-restrictie factoren
• CCR5
• MHC
• Vpr
• Defensins
• Co-infecties
• Trim5a
• Slfn
• SAMHD1
LTNP cellulaire resistentie factoren LTNP virale resistentie factoren
CCR5∆32 Nef-deletie
• Minder infecties • Minder replicatie
MHC-klasse Vpr
• Verbeterde immuniteit • R77Q minder apoptose
CD8-specificiteit Vpu?
• Betere immuniteit
SAMHD1 Tetherin?
SLFN Cel en capside afhankelijk
MX2
• Interferon-respons gen
• Verlaagd HIV integratie
Onderzoek in makaken
• Makaken kunnen geïnfecteerd raken met SIV dat leidt tot
ziekte die het meest lijkt op menselijke AIDS
• De makaken werden gevaccineerd met twee SIV-peptiden
in een gele koorts virus (vector) en als boost nog een keer
met een adenovirus
o De makaken brengen MHC-B*08 tot expressie (het
equivalent van menselijk MHC-B*57)
o Groep 1 ® aapjes met 3 CD8 epitopen
§ Van Vif en Nef
o Groep 2 ® aapjes zonder CD8 epitopen
• Door de vaccinatie met peptiden worden deze beter door het immuunsysteem herkent en
daalt de viral load in groep 1 na vaccinatie
o Dit is een aanwijzing dat MHC en de peptiden die hij presenteert een rol spelen in de
kwaliteit van de afweer
, MHC en AIDS
• Het type MHC heeft invloed op de progressie van AIDS
o B*57 en B*27 werken beschermend tegen HIV
• Er is een analyse gedaan van het aminozuur op plek 97
in MHC-B (van de MHC-I groep) en wat het effect
daarvan is op het verloop van HIV en AIDS
o V komt vaker voor bij AIDS-patiënten dan bij
LTNPs
• Viral load is afhankelijk van MHC-allelen
o In het bijzonder van MHC-B vergeleken met
MHC-C
Verschil in AIDS-progressie onder patiënten
• CD8+ T-cellen maken chemokines
o Bij sommige mensen wordt a-defensine gemaakt wat “beschermend” werkt
• HIV-geïnfecteerde, maar ogenlijk gezonde mensen hebben een sterke CTL-respons maar
geen neutraliserende antilichamen
o Dit doet denken dat een CTL-reactie belangrijk is bij de afweer
• HIV-geïnfecteerde mensen kunnen snel overgaan naar AIDS ondanks dat ze veel
antilichamen (hoge Ab-titer) hebben tegen HIV
o Een hoge Ab titer met weinig neutraliserende antilichamen houdt niet in dat het
effectief is tegen HIV en de latente periode verlengd
• MHC-subtype
o B27, B51 en B57
• CCR5 mutatie
• Vpr mutatie R77Q
o Minder apoptose van macrofagen en dus langzamere latente fase
• Infectie met andere virussen
o Co-infecties verkorten de latente periode, dus sneller AIDS
o Bijvoorbeeld met tuberculose of SOAs
Hepatitis G virus (GBV-C) en herpes simplex virus 6 (HHV-6)
• GBV-C ® induceert een cel beschermingsmechanisme
• HHV-6 ® induceert CCR5 ligand RANTES
o HIV kan niet meer/minder binden aan CCR5
• Beide virussen verlengen de latente periode en stellen AIDS langer uit
SLFN11 ® gen dat beschermt tegen HIV-infectie
• IFN-responsive gen
• Bindt aan alle tRNAs
• Codon bias-specifiek
HIV-restrictie factoren
• CCR5
• MHC
• Vpr
• Defensins
• Co-infecties
• Trim5a
• Slfn
• SAMHD1
LTNP cellulaire resistentie factoren LTNP virale resistentie factoren
CCR5∆32 Nef-deletie
• Minder infecties • Minder replicatie
MHC-klasse Vpr
• Verbeterde immuniteit • R77Q minder apoptose
CD8-specificiteit Vpu?
• Betere immuniteit
SAMHD1 Tetherin?
SLFN Cel en capside afhankelijk
MX2
• Interferon-respons gen
• Verlaagd HIV integratie
Onderzoek in makaken
• Makaken kunnen geïnfecteerd raken met SIV dat leidt tot
ziekte die het meest lijkt op menselijke AIDS
• De makaken werden gevaccineerd met twee SIV-peptiden
in een gele koorts virus (vector) en als boost nog een keer
met een adenovirus
o De makaken brengen MHC-B*08 tot expressie (het
equivalent van menselijk MHC-B*57)
o Groep 1 ® aapjes met 3 CD8 epitopen
§ Van Vif en Nef
o Groep 2 ® aapjes zonder CD8 epitopen
• Door de vaccinatie met peptiden worden deze beter door het immuunsysteem herkent en
daalt de viral load in groep 1 na vaccinatie
o Dit is een aanwijzing dat MHC en de peptiden die hij presenteert een rol spelen in de
kwaliteit van de afweer
, MHC en AIDS
• Het type MHC heeft invloed op de progressie van AIDS
o B*57 en B*27 werken beschermend tegen HIV
• Er is een analyse gedaan van het aminozuur op plek 97
in MHC-B (van de MHC-I groep) en wat het effect
daarvan is op het verloop van HIV en AIDS
o V komt vaker voor bij AIDS-patiënten dan bij
LTNPs
• Viral load is afhankelijk van MHC-allelen
o In het bijzonder van MHC-B vergeleken met
MHC-C
Verschil in AIDS-progressie onder patiënten
• CD8+ T-cellen maken chemokines
o Bij sommige mensen wordt a-defensine gemaakt wat “beschermend” werkt
• HIV-geïnfecteerde, maar ogenlijk gezonde mensen hebben een sterke CTL-respons maar
geen neutraliserende antilichamen
o Dit doet denken dat een CTL-reactie belangrijk is bij de afweer
• HIV-geïnfecteerde mensen kunnen snel overgaan naar AIDS ondanks dat ze veel
antilichamen (hoge Ab-titer) hebben tegen HIV
o Een hoge Ab titer met weinig neutraliserende antilichamen houdt niet in dat het
effectief is tegen HIV en de latente periode verlengd
• MHC-subtype
o B27, B51 en B57
• CCR5 mutatie
• Vpr mutatie R77Q
o Minder apoptose van macrofagen en dus langzamere latente fase
• Infectie met andere virussen
o Co-infecties verkorten de latente periode, dus sneller AIDS
o Bijvoorbeeld met tuberculose of SOAs
Hepatitis G virus (GBV-C) en herpes simplex virus 6 (HHV-6)
• GBV-C ® induceert een cel beschermingsmechanisme
• HHV-6 ® induceert CCR5 ligand RANTES
o HIV kan niet meer/minder binden aan CCR5
• Beide virussen verlengen de latente periode en stellen AIDS langer uit
SLFN11 ® gen dat beschermt tegen HIV-infectie
• IFN-responsive gen
• Bindt aan alle tRNAs
• Codon bias-specifiek