Anatomie en fysiologie H9 zenuwstelsel
Wat is het zenuwstelsel?
- Een stuurmechanisme = in de mens en de wisselwerking tussen de mens en zijn omgeving.
Neuronen = zenuwcellen
Steuncellen tussen zenuwcellen
Dendriet = uitlopers
Hier komen de impulsen binnen naar cellichaam toe.
Via de axon (neuriet) = lange uitloper gaat de impuls eruit
Motorisch = bewegend
Neuroglia cellen = steuncellen voeding voor de zenuwcellen
Zenuwcellen kunnen niet delen!
Perifeer = buiten het centrum, dus de zenuwen buiten het centrum.
Witte stof = wordt gevormd door neurieten met de mergscheden (zit om de lange uitlopers) zorgt
voor isolatie en hij is beschermend.
Linkerhelft van de hersenen, besturen de rechterhelft.
Rechterhelft van de hersenen, besturen de linkerhelft.
Ze werken niet hetzelfde.
Hersenvliezen:
De hemisferen = de 2 hersenhelften
Liqour = hersenvocht
Ruggenmerg loopt tot de 2e lendenwervel
Hersenstam regelen ook slaap-waakritme Schede van Schwann
Medulla spinalis = het ruggenmerg
Doornuitsteeksels = achterkant van een wervel
Dwarsuitsteeksels = zijkant van een wervel
Wervellichaam = aan de voorkant van een wervel
In het wervelgat liggen de zenuwen
Mergschede
=
Wit (myelineschede
, Perifeer zenuwstelsel:
- 12 paar hersenzenuwen
- 31 of 32 paar ruggenmergzenuwen
- Sympathische grensstreng
De 10e hersenzenuw = nervus vagus (zwervende zenuw)
Enige zenuw die buiten het hoofd komt.
Loopt door in het lichaam.
Staat in verbinding met slik en stembandspieren en de darmen en de maag.
Sensorisch: reuk, gehoor
Motorisch: oog- en onder tongzenuw
Gemengd (motorisch en sensorisch): aangezichtszenuw en de 10e zenuw (zwervende zenuw)
Voorhoorn en achterhoorn wordt niet gevraagd.
Aanvoerende banen: sensorische prikkels, gevoelsprikkels, wat je proeft.
Afvoerende banen: naar de spieren en klieren. Komen vanuit het centrale zenuwstelsel. Bewegingen.
Onwillekeurig (vegetatief): onwillekeurige processen in ons lichaam, regeling bloeddruk, afscheiden
afvalstoffen.
Heeft een schede van Schwann geen myeline schede? Dan heeft het langzame impulsen, dit is voor
de isolatie.
Neurotransmitter = de stof die nodig is om te zorgen dat de impulsen worden doorgegeven. Het
prikkelt de zenuwcel waardoor er nieuwe elektrische impulsen ontstaan.
Motorisch = van hersenen NAAR spieren
Sensorisch = van impulsen NAAR hersenen
Grijze stof = cellichamen en dendrieten, dit ligt aan de buitenkant van de hersenen.
Zenuw = zit buiten hersenen en ruggenmerg
Hemisfere = 2 hersenhelften
Een hemisfeer heeft een centrale groeve en laterale groeve. En de voorhoofdskwab, wandbeen,
slaapkwab en achterhoofdskwab.
Wat is het zenuwstelsel?
- Een stuurmechanisme = in de mens en de wisselwerking tussen de mens en zijn omgeving.
Neuronen = zenuwcellen
Steuncellen tussen zenuwcellen
Dendriet = uitlopers
Hier komen de impulsen binnen naar cellichaam toe.
Via de axon (neuriet) = lange uitloper gaat de impuls eruit
Motorisch = bewegend
Neuroglia cellen = steuncellen voeding voor de zenuwcellen
Zenuwcellen kunnen niet delen!
Perifeer = buiten het centrum, dus de zenuwen buiten het centrum.
Witte stof = wordt gevormd door neurieten met de mergscheden (zit om de lange uitlopers) zorgt
voor isolatie en hij is beschermend.
Linkerhelft van de hersenen, besturen de rechterhelft.
Rechterhelft van de hersenen, besturen de linkerhelft.
Ze werken niet hetzelfde.
Hersenvliezen:
De hemisferen = de 2 hersenhelften
Liqour = hersenvocht
Ruggenmerg loopt tot de 2e lendenwervel
Hersenstam regelen ook slaap-waakritme Schede van Schwann
Medulla spinalis = het ruggenmerg
Doornuitsteeksels = achterkant van een wervel
Dwarsuitsteeksels = zijkant van een wervel
Wervellichaam = aan de voorkant van een wervel
In het wervelgat liggen de zenuwen
Mergschede
=
Wit (myelineschede
, Perifeer zenuwstelsel:
- 12 paar hersenzenuwen
- 31 of 32 paar ruggenmergzenuwen
- Sympathische grensstreng
De 10e hersenzenuw = nervus vagus (zwervende zenuw)
Enige zenuw die buiten het hoofd komt.
Loopt door in het lichaam.
Staat in verbinding met slik en stembandspieren en de darmen en de maag.
Sensorisch: reuk, gehoor
Motorisch: oog- en onder tongzenuw
Gemengd (motorisch en sensorisch): aangezichtszenuw en de 10e zenuw (zwervende zenuw)
Voorhoorn en achterhoorn wordt niet gevraagd.
Aanvoerende banen: sensorische prikkels, gevoelsprikkels, wat je proeft.
Afvoerende banen: naar de spieren en klieren. Komen vanuit het centrale zenuwstelsel. Bewegingen.
Onwillekeurig (vegetatief): onwillekeurige processen in ons lichaam, regeling bloeddruk, afscheiden
afvalstoffen.
Heeft een schede van Schwann geen myeline schede? Dan heeft het langzame impulsen, dit is voor
de isolatie.
Neurotransmitter = de stof die nodig is om te zorgen dat de impulsen worden doorgegeven. Het
prikkelt de zenuwcel waardoor er nieuwe elektrische impulsen ontstaan.
Motorisch = van hersenen NAAR spieren
Sensorisch = van impulsen NAAR hersenen
Grijze stof = cellichamen en dendrieten, dit ligt aan de buitenkant van de hersenen.
Zenuw = zit buiten hersenen en ruggenmerg
Hemisfere = 2 hersenhelften
Een hemisfeer heeft een centrale groeve en laterale groeve. En de voorhoofdskwab, wandbeen,
slaapkwab en achterhoofdskwab.