PSYCHOLOGY– LECTURES
---------- --------------------------------------------------
3.4 Affective disorders
Lecture 1 – 04.01.2020: Introduction lecture
Lecture topics
1. Introduction
2. Major depression
3. Bipolar depression
4. Lifestyle psychology (guest speaker)
5. Overview + questions
Verschillende testen
De symptom checklist (SCL-90) geeft inzicht in hoe de patiënt omgaat met zijn ziekte en geeft een beeld over hoe wij deze
patiënt kunnen helpen. Het meet somatische en psychische klachten in relatie tot psychopathologie door middel van een
zelfrapport. Bestaat uit 90 items, 8 schalen.
De Back depression inventory: meet symptomen van depressie. Bestaat uit 21 items verdeeld over de categorieën: affectief,
somatisch en cognitief.
De Cope Questionnaire meet verschillende typen van coping en heeft 14 subschalen.
Informatie over de course asiignments
Course assignment 2: het maken van een behandelplan. Bepalen of je een bipolaire patiënt hebt of niet en hoe serieus de
ziekte is. Ook beschrijven wat je met de patiënt gaat doen.
- Wanneer heb je een behandelplan nodig? Altijd! Onafhankelijk of vrijwillig of gedwongen hospitalisatie.
- Een behandelplan geeft informatie over de patiënt, maar ook over hoe je de patiënt moet behandelen (wat gaat
er gebeuren en waarom?)
- Wat wil je weten over de patiënt? Wie is het? Psychiatrische anamnese = patiënt geschiedenis, course of illness.
Levensverhaal (biografie). Sociale aspecten (steun, werk, geld). Somatische aspecten (gedraagt de patiënt zich
raar? Waar kan dit door veroorzaakt worden?) voorbeeld: drugs. Familie anamneses kunnen ook gebruikt worden.
- Om het duidelijker te maken: verdere diagnostieken moeten ook benoemd worden. hebben we genoeg informatie
voor de diagnose? Wat moeten we nog meer weten? Denk aan ziekte specifieke metingen (interviews, taken)
- Behandelmogelijkheden: de specifieke behandelplan. Psychologische/ sociale interventies, medicatie?
Assignment 3: Hamilton Rating Scale
- Gouden standaard voor het beoordelen van depressieve symptomen. Effectiviteiten van soorten behandelingen.
- Wanneer en hoe wordt deze schaal toegepast?
- Hoe verschilt dit wat zelf-beoordelings schalen zoals de BDI?
- Hoe moeten de cut-off scores worden geïnterpreteerd?
Assignment 4: Checklist
- Voor volgende week: gebruik de checklist voor de introductie van de Kaiser artikel
- Laatste les: kies een interessant artikel en dit ga je uiteindelijk bespreken in de laatste meeting. Rapport moet je zelf
schrijven!
- Upload dit voor de laatste tutorial group meeting
Lecture 2 – 11.01.2020: Major Depressive Disorder
DSM-5
Er zijn veel verschillende soorten depressie, voor het examen moet je deze echt kennen:
1. Major depressive disorder
2. Persistent depressive disorder (dysthymia genoemd in
de DSM 4) (een lichtere versie van 1, maar duurt langer)
2 kernsymptomen
- Depressed mood
- Markedly diminished interest or pleasure (anhedonia)
Verschillen tussen de 2
- Symptomen zijn anders
- 5 symptomen vs 3 symptomen
- 2 weken vs 2 jaar
, DSM specifications
Het kan samengaan met andere diagnoses. Belangrijke subtypes zijn:
1. Depression with melancholic features
2. Depression with atypical features
3. Depression with psychotic features
Differences between psychotic depression and psychosis
Bij psychotic depression zijn mensen echt gefocust op hunzelf, ze hebben rare gedachtes over hunzelf en hebben als doel:
hunzelf. Je ziet meer zelfmoord/ zelf destructief gedrag. In een psychose heb je meer externaliserend gedrag dat gericht is
op de buitenwereld.
- Ook verschil: type hallucinaties. Psychose = audio, psychotische depressie is meer visueel.
Etiology of depression (Er zijn meerdere onderliggende oorzaken voor een depressie)
Mensen hebben verschillende redenen om een depressie te ontwikkelen
o Predisposition: genetic, unfavorable factors related to development
o Provoking factors: experiences of loss
o Physiological factors
- Multicausal, in which vulnerability plays an improtant role (= meestal, dus meerdere redenen)
- Be careful: inly in 50% a clear causal factor can be determined
Indication for treatment
- 50% herstelt spontaan binnen 3 maanden
- 10-20% heeft een chronische beloop
- Bij een huisarts/ familiedokter krijgt 40% antidepressiva
- 50% van de patiënten stopt binnen 3 maanden met antidepressiva
- Wees voorzichtig met het behandelen van milde depressie
Er zijn 2 verschillende typen antidepressiva. Zij hebben een verschillende rol in onze gezondheidssysteem.
The first steps
- - Bij lichte tot matige depressie zijn farmacotherapie en psychotherapie als monotherapie geschikt
- Ernstige depressie die voornamelijk wordt behandeld met antidepressiva. Vooral depressie met melancholische of
psychotische kenmerken
- Combinatietherapie is geschikt voor mensen die niet reageren bij milde tot matige depressie. Ook bij ernstige
depressie als de focus duidelijk psychosociaal of interpersoonlijk is
---------- --------------------------------------------------
3.4 Affective disorders
Lecture 1 – 04.01.2020: Introduction lecture
Lecture topics
1. Introduction
2. Major depression
3. Bipolar depression
4. Lifestyle psychology (guest speaker)
5. Overview + questions
Verschillende testen
De symptom checklist (SCL-90) geeft inzicht in hoe de patiënt omgaat met zijn ziekte en geeft een beeld over hoe wij deze
patiënt kunnen helpen. Het meet somatische en psychische klachten in relatie tot psychopathologie door middel van een
zelfrapport. Bestaat uit 90 items, 8 schalen.
De Back depression inventory: meet symptomen van depressie. Bestaat uit 21 items verdeeld over de categorieën: affectief,
somatisch en cognitief.
De Cope Questionnaire meet verschillende typen van coping en heeft 14 subschalen.
Informatie over de course asiignments
Course assignment 2: het maken van een behandelplan. Bepalen of je een bipolaire patiënt hebt of niet en hoe serieus de
ziekte is. Ook beschrijven wat je met de patiënt gaat doen.
- Wanneer heb je een behandelplan nodig? Altijd! Onafhankelijk of vrijwillig of gedwongen hospitalisatie.
- Een behandelplan geeft informatie over de patiënt, maar ook over hoe je de patiënt moet behandelen (wat gaat
er gebeuren en waarom?)
- Wat wil je weten over de patiënt? Wie is het? Psychiatrische anamnese = patiënt geschiedenis, course of illness.
Levensverhaal (biografie). Sociale aspecten (steun, werk, geld). Somatische aspecten (gedraagt de patiënt zich
raar? Waar kan dit door veroorzaakt worden?) voorbeeld: drugs. Familie anamneses kunnen ook gebruikt worden.
- Om het duidelijker te maken: verdere diagnostieken moeten ook benoemd worden. hebben we genoeg informatie
voor de diagnose? Wat moeten we nog meer weten? Denk aan ziekte specifieke metingen (interviews, taken)
- Behandelmogelijkheden: de specifieke behandelplan. Psychologische/ sociale interventies, medicatie?
Assignment 3: Hamilton Rating Scale
- Gouden standaard voor het beoordelen van depressieve symptomen. Effectiviteiten van soorten behandelingen.
- Wanneer en hoe wordt deze schaal toegepast?
- Hoe verschilt dit wat zelf-beoordelings schalen zoals de BDI?
- Hoe moeten de cut-off scores worden geïnterpreteerd?
Assignment 4: Checklist
- Voor volgende week: gebruik de checklist voor de introductie van de Kaiser artikel
- Laatste les: kies een interessant artikel en dit ga je uiteindelijk bespreken in de laatste meeting. Rapport moet je zelf
schrijven!
- Upload dit voor de laatste tutorial group meeting
Lecture 2 – 11.01.2020: Major Depressive Disorder
DSM-5
Er zijn veel verschillende soorten depressie, voor het examen moet je deze echt kennen:
1. Major depressive disorder
2. Persistent depressive disorder (dysthymia genoemd in
de DSM 4) (een lichtere versie van 1, maar duurt langer)
2 kernsymptomen
- Depressed mood
- Markedly diminished interest or pleasure (anhedonia)
Verschillen tussen de 2
- Symptomen zijn anders
- 5 symptomen vs 3 symptomen
- 2 weken vs 2 jaar
, DSM specifications
Het kan samengaan met andere diagnoses. Belangrijke subtypes zijn:
1. Depression with melancholic features
2. Depression with atypical features
3. Depression with psychotic features
Differences between psychotic depression and psychosis
Bij psychotic depression zijn mensen echt gefocust op hunzelf, ze hebben rare gedachtes over hunzelf en hebben als doel:
hunzelf. Je ziet meer zelfmoord/ zelf destructief gedrag. In een psychose heb je meer externaliserend gedrag dat gericht is
op de buitenwereld.
- Ook verschil: type hallucinaties. Psychose = audio, psychotische depressie is meer visueel.
Etiology of depression (Er zijn meerdere onderliggende oorzaken voor een depressie)
Mensen hebben verschillende redenen om een depressie te ontwikkelen
o Predisposition: genetic, unfavorable factors related to development
o Provoking factors: experiences of loss
o Physiological factors
- Multicausal, in which vulnerability plays an improtant role (= meestal, dus meerdere redenen)
- Be careful: inly in 50% a clear causal factor can be determined
Indication for treatment
- 50% herstelt spontaan binnen 3 maanden
- 10-20% heeft een chronische beloop
- Bij een huisarts/ familiedokter krijgt 40% antidepressiva
- 50% van de patiënten stopt binnen 3 maanden met antidepressiva
- Wees voorzichtig met het behandelen van milde depressie
Er zijn 2 verschillende typen antidepressiva. Zij hebben een verschillende rol in onze gezondheidssysteem.
The first steps
- - Bij lichte tot matige depressie zijn farmacotherapie en psychotherapie als monotherapie geschikt
- Ernstige depressie die voornamelijk wordt behandeld met antidepressiva. Vooral depressie met melancholische of
psychotische kenmerken
- Combinatietherapie is geschikt voor mensen die niet reageren bij milde tot matige depressie. Ook bij ernstige
depressie als de focus duidelijk psychosociaal of interpersoonlijk is