Microcirculatie
, Microcirculatie:
4 functies microcirculatie regelt weerstand, volumeverdeling, immuniteit en materie-uitwisseling
1. Arteriolair: weerstandsvaten
=> SVR Weerstandsvaten bepalen de systemische vasculaire weerstand (SVR)
& Reguleren de bloeddruk door vaatweerstand aan te passen
2. Veneus: capacitantie Fungeren als capacitantie-vaten.
-> microcirculatie reguleert distributie van het bloedvolume in het lichaam
=> distributie bloedvolume
3. Passage en interactie met leucocyten
(o.a. inflammatie)
Cruciaal bij ontstekingsreacties en immuunreacties.
-> leucocyten kunnen via microculatie vanuit de capillairen naar het weefsel migreren
4. Uitwisseling In de microcirculaite is de overdracht van voedingsstoffen, zuurstof,
CO₂, afvalstoffen en vloeistoffen tussen bloed en weefsel mogelijk
(focus van dit hoofdstuk)
2
, Microcirculatie
In de microcirculatie worden niet altijd alle capillairen gebruikt:
• Precapillaire sfincters kunnen bepaalde capillairen afsluiten, zodat bloed gericht kan worden gestuurd naar gebieden die het meest metabool actief zijn.
• Skeletspieren hebben relatief veel capillairen, maar deze worden alleen volledig opengezet bij toegenomen metabole activiteit (inspanning, zuurstof- of energienood).
• Hierdoor kan het lichaam efficiënt bloed distribueren en reserve-capaciteit bewaren voor periodes van hogere vraag.
3
, Recrutering van capilairen in de
skeletspier
Skeletspieren hebben relatief veel capillairen, maar deze worden alleen volledig opengezet bij toegenomen metabole activiteit (inspanning, zuurstof- of energienood)
Tijdens inspanning worden meer capillairen geopend in de actieve
-> Hierdoor ontstaat volledige capillaire perfusie.
↳
Capillairen zijn nu volledig opengezet waardoor er nu perfusie is & de difussie-afstand
skeletspieren.
tussen capillaire en skeletspieren kleiner is -> betere uitwisseling
-> De diffusieafstand tussen capillair en spiercel wordt kleiner
4
→ wat zorgt voor een betere gas- en nutriëntenuitwisseling (O₂-influx, CO₂- en metabolietafvoer)
, Microcirculatie:
4 functies microcirculatie regelt weerstand, volumeverdeling, immuniteit en materie-uitwisseling
1. Arteriolair: weerstandsvaten
=> SVR Weerstandsvaten bepalen de systemische vasculaire weerstand (SVR)
& Reguleren de bloeddruk door vaatweerstand aan te passen
2. Veneus: capacitantie Fungeren als capacitantie-vaten.
-> microcirculatie reguleert distributie van het bloedvolume in het lichaam
=> distributie bloedvolume
3. Passage en interactie met leucocyten
(o.a. inflammatie)
Cruciaal bij ontstekingsreacties en immuunreacties.
-> leucocyten kunnen via microculatie vanuit de capillairen naar het weefsel migreren
4. Uitwisseling In de microcirculaite is de overdracht van voedingsstoffen, zuurstof,
CO₂, afvalstoffen en vloeistoffen tussen bloed en weefsel mogelijk
(focus van dit hoofdstuk)
2
, Microcirculatie
In de microcirculatie worden niet altijd alle capillairen gebruikt:
• Precapillaire sfincters kunnen bepaalde capillairen afsluiten, zodat bloed gericht kan worden gestuurd naar gebieden die het meest metabool actief zijn.
• Skeletspieren hebben relatief veel capillairen, maar deze worden alleen volledig opengezet bij toegenomen metabole activiteit (inspanning, zuurstof- of energienood).
• Hierdoor kan het lichaam efficiënt bloed distribueren en reserve-capaciteit bewaren voor periodes van hogere vraag.
3
, Recrutering van capilairen in de
skeletspier
Skeletspieren hebben relatief veel capillairen, maar deze worden alleen volledig opengezet bij toegenomen metabole activiteit (inspanning, zuurstof- of energienood)
Tijdens inspanning worden meer capillairen geopend in de actieve
-> Hierdoor ontstaat volledige capillaire perfusie.
↳
Capillairen zijn nu volledig opengezet waardoor er nu perfusie is & de difussie-afstand
skeletspieren.
tussen capillaire en skeletspieren kleiner is -> betere uitwisseling
-> De diffusieafstand tussen capillair en spiercel wordt kleiner
4
→ wat zorgt voor een betere gas- en nutriëntenuitwisseling (O₂-influx, CO₂- en metabolietafvoer)