Samenvatting OVS 1 - H7: JEUGDHULP - VIVES KORTRIJK

H7: JEUGDHULP
- Structuur van het Vlaams Agentschap ‘Opgroeien’
- Opgroeien & alles daarrond onder domein welzijn, Volksgezondheid en
gezin (WVG)
- Puur Vlaamse materie

- De gemeenschapsinstellingen verschuiven, niet meer bij agentschap
opgroeien!
- Dit alles verschuift nu wel naar agentschap justitie en handhaving
 Vaak is er sprake van jongeren die delicten pleegden, daarom de




verschuiving


SITUERING JEUGDHULP IN VLAANDEREN
- In Vlaanderen: honderden organisaties  zeer breed aanbod
- Voor wie?
 Alle kinderen, jongeren en hun gezin
 Met een ondersteuningsvraag (geweld, alcohol, drugs, armoede, …)
 WEL: leeftijdsbegrenzing  tot 18 jaar (maar soms uitzonderingen)
 Maar stel je bent 25 en doet dan pas een (1e) aanvraag = niet bij
jeugdhulp

,- NRTJ = toegangspoort: doorverwijzing nodig voor deze soorten
jeugdhulp
 Onderscheid eerste situaties (CLB, CAW, …) en gevaar
ontwikkeling/veiligheid

- Zorgmilieus = ambulante/residentiële zorg (bv. Therapie of opname,
…)
REGELGEVING:
- Decreet integrale jeugdhulp
 Geeft het jeugdlandschap vorm (zie verder ‘bouwstenen en schema
JH)
 Hoe je als jongere dat hele systeem gaat doorlopen
 Doel van decreet = iedereen dezelfde cirkel doen doorlopen

- Decreet jeugddelinquentierecht
 Bij criminele feiten door jongeren, o.a. ook rol
gemeenschapsinstellingen

- Decreet pleegzorg
 Geeft het pleegzorglandschap vorm
 Veelal gedwongen (geen enkele ouder staat voor te springen)

- Decreet rechtspositie van de minderjarige in de jeugdhulp en binnen
het jeugddelinquentierecht (DRM) -> sinds maart 2024
 Rechtenkader voor minderjarigen
 Nadruk op participatie en dialoog
 Kijken naar wat de jongere zelf ook wil, speelt een rol in
hulpverleningslandschap



BOUWSTENEN VAN DE JEUGDHULP: KANSRIJK OPGROEIEN
Algemeen principe = minst ingrijpende hulp eerst! Vrijwillige hulp krijgt
de voorkeur
MAAR: altijd pas in allerlaatste geval kijken naar residentiële opvang

- Eigen kracht
 De hulpverlening vertrekt van de eigen kracht van de jongeren en
hun omgeving
 Kijken: wat kan die zelf, wat is hun eigen kracht, …

- Tijdige toegang
 Wie een hulpvraag heeft, vindt vlot de weg naar de jeugdhulp
 Intersectorale toegangspoort, zorgt dat wie ingrijpende hulp nodig
heeft, die krijgt
 Kan niet zomaar stoppen, men moet snel toegang krijgen tot juiste
begeleiding

- Continuïteit
 Goed verwijzen zorgt sneller voor gepaste hulp

- Omgaan met verontrusting

,  Hulpverleners die ongerust zijn over situatie  gemandateerde
voorziening
Stel CLB-medewerker met leerling in gesprek & verteld veel over gezin
(slagen, alcohol, …) moet mogelijk zijn voor WN om te kunnen alarm slaan bij
een verontrustend gevoel/situatie

- Crisisjeugdhulp
 Voor wie dringend hulp nodig heeft = crisishulp (7/7 & 24/24)
Bv. CAW, Oranjehuis, …

- Participatie
 Kinderen, jongeren en gezin spreken mee over hun hulpverlening
(en het beleid)
 Moeten mee participeren, beslissen ‘oké dit is een goede stap voor
ons’
Bv. Kind uit gezin halen en ouders halen aan: geen goed idee want we doen
nu dit om het te verbeteren  voldoende aangetoond = OK
HET TRAJECT VAN DE JEUGDHULP
Zorgen dat je dit blanco kan aanvullen/invullen op examen




Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (RTJ)
Brede instap/onthaal
- Iedereen kan hier rechtstreeks terecht (jongere, ouders, …) en kiest
het ZELF
- Vaak zeer laagdrempelig & geen afspraak nodig (Bv. CLB)
- Advies, kortdurende hulpverlening
 Stel jongere & gaat niet goed = hier terecht, is heel makkelijk,
eerstelijnshulp
 Makkelijk contactnemen met iemand en kunnen langsgaan
Bv. School, drugs, alcohol, algemene, psychologische problemen, …
Bv. CLB, CAW, JAC, OCW, huisarts, spoeddienst, …

Multidisciplinaire teams (MDT)
- Op vraag van hulpverlener, diagnose en advies hulp