Samenvatting inleiding bestuursrecht
Week 1
Bestuursrecht: ziet op de rechtsverhouding tussen de burger en het bestuur. Hierin worden
de bevoegdheden van bestuursorganen geregeld.
Het bestuur is eenzijdig bevoegd om de rechtspositie van een burger vast te stellen in het
algemeen belang, zonder dat de burger dit zelf wil.
Functies van bestuursrecht:
1. Instrumentele functie:
- Het toekennen van bevoegdheden om het bestuur zijn publieke taken (algemeen
belang) goed te kunnen laten uitoefenen.
2. Normerende functie:
- Het bestuursrecht bevat regels waaraan het bestuur zich moet houden.
Gelede normstelling = het verschijnsel dat in het bestuursrecht de normstelling op meerdere
niveaus plaatsvindt.
3. De waarborgfunctie:
- Bestuursrecht biedt waarborgen tegen eenzijdig overheidsingrijpen, ofwel
rechtsbescherming.
Volgorde rechtsbescherming bestuursrecht:
Een bestuursrechtelijke procedure gaat als volgt: Bezwaar bij het bestuursorgaan
wat het besluit heeft genomen.
1. Het voornemen om een besluit te (art. 7:1 Awb)
nemen;
- ambtshalve handhaving
- aanvraag wordt ingediend een
subsidie, uitkering etc.
Beroep doen bij
2. Voordat het besluit wordt genomen; rechtbank.
Zienswijze = reactie van (art. 8:1 Awb)
belanghebbende over het besluit tegen Indien je het niet eens bent met
het bestuur (art. 4:7 e.v. Awb) de uitspraak van de rechtbank
Openbare uniforme
voorbereidingsprocedure (art. 3:4 Awb) Hoger beroep bij hogere
bestuursrechters.
3. Besluit (1:3 lid 1 Awb) (art. 8:104 & 8:105 Awb)
ABRvS CRvB
CBb
, De werking van de Awb
1994: ontstaan huidige Awb, daarvoor alleen bijzonder bestuursrecht.
Doelstellingen Awb:
- Vaststellen algemenen regels bestuursrecht
- Bevorderen eenheid binnen bestuurlijke wetgeving
- Systematiseren en vereenvoudigen
- Codificeren jurisprudentie
- Regelen van algemenen onderwerpen
De Awb heeft een gelaagde structuur, wat betekend dat het van algemene opbouw naar
steeds gedetailleerder gaat.
Hoofdstuk 1 gaat over algemene begrippen zoals: besluit, bestuursorgaan en
belanghebbende.
Er zijn 4 soorten wetten in de Awb:
1. Dwingend recht:
- In beginsel niet mogelijk om van af te wijken.
- Tenzij er staat: ‘in afwijking van Awb geldt het volgende...’
Er moet vervolgens een toelichting op de afwijking zijn in de MvT van de specifieke
wet.
2. Regelend recht:
- De Awb bevat de hoofdregel (is uitgangspunt) maar staat afwijking daarvan toe
- Er moet dan staan: ‘tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald’
3. Aanvullend recht:
- De bijzondere wetgeving bevat de hoofdregel, indien daar niets in is geregeld dan
geldt de Awb.
- Er moet dan staan: ‘bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn of bij het ontbreken
van zulk een termijn’
4. Facultatief recht:
- De bijzondere wetgever kan een bepaling uit de Awb van toepassing verklaren
- Dan moet er staan: ‘deze afdeling is van toepassing indien dat bij wettelijk
voorschrift of bij besluit van het bestuursorgaan is besloten
Openbaar gezag = eenzijdig kunnen bepalen van de rechtspositie van rechtssubjecten. De
bevoegdheid hiertoe komt uit wettelijk voorschrift.
Week 1
Bestuursrecht: ziet op de rechtsverhouding tussen de burger en het bestuur. Hierin worden
de bevoegdheden van bestuursorganen geregeld.
Het bestuur is eenzijdig bevoegd om de rechtspositie van een burger vast te stellen in het
algemeen belang, zonder dat de burger dit zelf wil.
Functies van bestuursrecht:
1. Instrumentele functie:
- Het toekennen van bevoegdheden om het bestuur zijn publieke taken (algemeen
belang) goed te kunnen laten uitoefenen.
2. Normerende functie:
- Het bestuursrecht bevat regels waaraan het bestuur zich moet houden.
Gelede normstelling = het verschijnsel dat in het bestuursrecht de normstelling op meerdere
niveaus plaatsvindt.
3. De waarborgfunctie:
- Bestuursrecht biedt waarborgen tegen eenzijdig overheidsingrijpen, ofwel
rechtsbescherming.
Volgorde rechtsbescherming bestuursrecht:
Een bestuursrechtelijke procedure gaat als volgt: Bezwaar bij het bestuursorgaan
wat het besluit heeft genomen.
1. Het voornemen om een besluit te (art. 7:1 Awb)
nemen;
- ambtshalve handhaving
- aanvraag wordt ingediend een
subsidie, uitkering etc.
Beroep doen bij
2. Voordat het besluit wordt genomen; rechtbank.
Zienswijze = reactie van (art. 8:1 Awb)
belanghebbende over het besluit tegen Indien je het niet eens bent met
het bestuur (art. 4:7 e.v. Awb) de uitspraak van de rechtbank
Openbare uniforme
voorbereidingsprocedure (art. 3:4 Awb) Hoger beroep bij hogere
bestuursrechters.
3. Besluit (1:3 lid 1 Awb) (art. 8:104 & 8:105 Awb)
ABRvS CRvB
CBb
, De werking van de Awb
1994: ontstaan huidige Awb, daarvoor alleen bijzonder bestuursrecht.
Doelstellingen Awb:
- Vaststellen algemenen regels bestuursrecht
- Bevorderen eenheid binnen bestuurlijke wetgeving
- Systematiseren en vereenvoudigen
- Codificeren jurisprudentie
- Regelen van algemenen onderwerpen
De Awb heeft een gelaagde structuur, wat betekend dat het van algemene opbouw naar
steeds gedetailleerder gaat.
Hoofdstuk 1 gaat over algemene begrippen zoals: besluit, bestuursorgaan en
belanghebbende.
Er zijn 4 soorten wetten in de Awb:
1. Dwingend recht:
- In beginsel niet mogelijk om van af te wijken.
- Tenzij er staat: ‘in afwijking van Awb geldt het volgende...’
Er moet vervolgens een toelichting op de afwijking zijn in de MvT van de specifieke
wet.
2. Regelend recht:
- De Awb bevat de hoofdregel (is uitgangspunt) maar staat afwijking daarvan toe
- Er moet dan staan: ‘tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald’
3. Aanvullend recht:
- De bijzondere wetgeving bevat de hoofdregel, indien daar niets in is geregeld dan
geldt de Awb.
- Er moet dan staan: ‘bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn of bij het ontbreken
van zulk een termijn’
4. Facultatief recht:
- De bijzondere wetgever kan een bepaling uit de Awb van toepassing verklaren
- Dan moet er staan: ‘deze afdeling is van toepassing indien dat bij wettelijk
voorschrift of bij besluit van het bestuursorgaan is besloten
Openbaar gezag = eenzijdig kunnen bepalen van de rechtspositie van rechtssubjecten. De
bevoegdheid hiertoe komt uit wettelijk voorschrift.