Kunstgeschiedenis Impressionisme tot Futurisme
Impressionisme 1870-1905
• Het begint met een schilderij dat geweigerd is op het Parijse salon -> le
dejeuner sur l’herbe van edouard manet -> 1863 waarin je een
middagmaal ziet in het gras
• Er was kritiek op de voorstelling: het was banaal (te alledaags), het was
geen bijbels verhaal, goden, mythologische figuren of personificatie van
een deugd. Een gewone naakte vrouw die geen godin was
• Er was kritiek op de vormgeving: sterke belichting, naakte lichaam vrij
hard en vlak weergegeven, schetsmatig, kleurtoetsen, zuivere kleuren en
geen harmonieuze kleuren waarin gebruikt wordt gemaakt van bruine
grijze en groente tinten, losse toets
• Manet wordt het grote voorbeeld voor een nieuwe generatie schilders:
de impressionisten
• De fotografie speelt een belangrijke rol op het werk. Ze zien schaduwen
anders. De schaduwen worden bijvoorbeeld als kleur waargenomen
• De naam impressionisme is vernoemd naar de titel impression soleil
levant, het was een impressie, geen detail weergegeven, indrukken van
licht en kleur ipv vormen en figuren, alle contouren ontbreken, geen
traditioneel onderwerp, vluchtig moment
• Het observeren is belangrijk: je moet goed kijken, waar je welke kleuren
schildert
Kenmerken voorstelling
• Alledaagse taferelen
Kenmerken vormgeving
• Wisselende lichtval
• Warme kleuren voorgrond, koude kleuren achtergrond (atmosferisch
perspectief)
• Symmetrisch
• Rust in een schilderij
• Weergave stemming en de emoties
• Plastische weergave
Kenmerken impressionisme
, • Fotografie als hulpmiddel
• Plain air schilder (direct schilderen wat je ziet)
• Licht en atmosfeer is belangrijk
• Kleur in schaduwen
• Het japonisme maakt gebruik van afsnijdingen
• Toevallige compositie
• De afsnijdingen hebben invloed op de fotografie
• Het Hollands impressionisme is soberder van kleur
• Impressionistische beeldhouwkunst
• Bevrijding van academische starheid (onbeweeglijkheid)
• Levendige oppervlaktebehandeling
• Innerlijke betekenis aan beeld toekennen, vrijere manier van denken,
minder strak en glad afgewerkt
Textuur
• De hand van de maker is vaak nog te zien in het beeld
• Dit maakt het oppervlak van het beeld levendiger, het licht wordt op
meerdere manieren weerkaatst
Pointillisme en postimpressionisme 1884-1905
• Complementair kleurcontrast
➢ Rood en groen
➢ Geel en paars
➢ Blauw en oranje
• Zuivere kleuren die in stipjes naast elkaar zijn aangebracht, puntjes naast
elkaar -> pointillisme
• Geen contourlijnen
• Optische kleurmenging op grond van kleurtheorie door middel van
stippeltechniek
➢ Gebruik van zuivere kleuren
➢ Geen gebruik van zwart
➢ Ontbreken van contourlijnen
• De stippen worden doordat je op afstand staat tot 1 kleur gemengd
• De belangstelling naar exotische kunst komt op, kunst uit verre en
vreemde landen.
• Postimpressionisten zijn de kunstenaars na de impressionisten
Impressionisme 1870-1905
• Het begint met een schilderij dat geweigerd is op het Parijse salon -> le
dejeuner sur l’herbe van edouard manet -> 1863 waarin je een
middagmaal ziet in het gras
• Er was kritiek op de voorstelling: het was banaal (te alledaags), het was
geen bijbels verhaal, goden, mythologische figuren of personificatie van
een deugd. Een gewone naakte vrouw die geen godin was
• Er was kritiek op de vormgeving: sterke belichting, naakte lichaam vrij
hard en vlak weergegeven, schetsmatig, kleurtoetsen, zuivere kleuren en
geen harmonieuze kleuren waarin gebruikt wordt gemaakt van bruine
grijze en groente tinten, losse toets
• Manet wordt het grote voorbeeld voor een nieuwe generatie schilders:
de impressionisten
• De fotografie speelt een belangrijke rol op het werk. Ze zien schaduwen
anders. De schaduwen worden bijvoorbeeld als kleur waargenomen
• De naam impressionisme is vernoemd naar de titel impression soleil
levant, het was een impressie, geen detail weergegeven, indrukken van
licht en kleur ipv vormen en figuren, alle contouren ontbreken, geen
traditioneel onderwerp, vluchtig moment
• Het observeren is belangrijk: je moet goed kijken, waar je welke kleuren
schildert
Kenmerken voorstelling
• Alledaagse taferelen
Kenmerken vormgeving
• Wisselende lichtval
• Warme kleuren voorgrond, koude kleuren achtergrond (atmosferisch
perspectief)
• Symmetrisch
• Rust in een schilderij
• Weergave stemming en de emoties
• Plastische weergave
Kenmerken impressionisme
, • Fotografie als hulpmiddel
• Plain air schilder (direct schilderen wat je ziet)
• Licht en atmosfeer is belangrijk
• Kleur in schaduwen
• Het japonisme maakt gebruik van afsnijdingen
• Toevallige compositie
• De afsnijdingen hebben invloed op de fotografie
• Het Hollands impressionisme is soberder van kleur
• Impressionistische beeldhouwkunst
• Bevrijding van academische starheid (onbeweeglijkheid)
• Levendige oppervlaktebehandeling
• Innerlijke betekenis aan beeld toekennen, vrijere manier van denken,
minder strak en glad afgewerkt
Textuur
• De hand van de maker is vaak nog te zien in het beeld
• Dit maakt het oppervlak van het beeld levendiger, het licht wordt op
meerdere manieren weerkaatst
Pointillisme en postimpressionisme 1884-1905
• Complementair kleurcontrast
➢ Rood en groen
➢ Geel en paars
➢ Blauw en oranje
• Zuivere kleuren die in stipjes naast elkaar zijn aangebracht, puntjes naast
elkaar -> pointillisme
• Geen contourlijnen
• Optische kleurmenging op grond van kleurtheorie door middel van
stippeltechniek
➢ Gebruik van zuivere kleuren
➢ Geen gebruik van zwart
➢ Ontbreken van contourlijnen
• De stippen worden doordat je op afstand staat tot 1 kleur gemengd
• De belangstelling naar exotische kunst komt op, kunst uit verre en
vreemde landen.
• Postimpressionisten zijn de kunstenaars na de impressionisten