‘Vonnis’
Toetsing van: promis vonnis
Vaknaam: project veiligheid en justitie
HBR-1-PR-19
Aantal woorden: 2037
Hogeschool Opleiding Reguliere Inleverdatum: Collegejaar
Leiden HBO-Rechten kans 6 januari 2020 2019/2020
Naam begeleidend docent: M. Spronsen
, RECHTBANK NOORD-HOLLAND locatie HAARLEM
Sector strafrecht
Parketnummer: 13/786678-17 (Promis)
Vonnis van de politierechter van 4 mei 2017 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te Leiden op [geboortedatum] 1980, ingeschreven in de Basisregistratie
Personen op het adres [adres], te Haarlem.
1 Het onderzoek ter terechtzitting
De rechtbank is op de hoogte van de vordering van de officier van justitie in de vorm
van een requisitoir. Ook heeft de rechtbank kennis genomen van het verweer van de
verdachte en zijn advocaat in de vorm van een pleitnota.
2 De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
Feit 1 primair: de verdachte heeft op 31 december 2016 tussen 05:20 uur en 05:25
uur in de Marktstraat ter hoogte van nummer 4 te Leiden door middel van braak in de
Volkswagen Golf met het kenteken [kenteken] zichzelf wederrechtelijk het
entertainmentsysteem toegeëigend. Hiermee heeft hij zich schuldig gemaakt aan
diefstal zoals in artikel 310 Sr beschreven staat. Deze diefstal is gepleegd met een
verzwarende omstandigheid namelijk braak die beschreven staat in artikel 311 lid 1
sub 5 Sr.
Feit 2 subsidiair: verdachte heeft omstreeks 05:20 uur en 05:25 uur in de Marktstraat
ter hoogte van nummer 4 te Leiden zich een entertainment systeem uit de
Volkswagen Golf met het kenteken [kenteken] wederrechtelijk toegeëigend.
Hiermee heeft hij zich schuldig gemaakt aan diefstal als in artikel 310 Sr.
Indien er in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze
verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
3 De voorvragen
Naar aanleiding van de formele vragen van artikel 348 Wetboek van Strafvordering,
heeft de rechtbank vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat het Openbaar
Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging, dat zij bevoegd is tot kennisneming van
deze zaak en dat er verder geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Toetsing van: promis vonnis
Vaknaam: project veiligheid en justitie
HBR-1-PR-19
Aantal woorden: 2037
Hogeschool Opleiding Reguliere Inleverdatum: Collegejaar
Leiden HBO-Rechten kans 6 januari 2020 2019/2020
Naam begeleidend docent: M. Spronsen
, RECHTBANK NOORD-HOLLAND locatie HAARLEM
Sector strafrecht
Parketnummer: 13/786678-17 (Promis)
Vonnis van de politierechter van 4 mei 2017 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te Leiden op [geboortedatum] 1980, ingeschreven in de Basisregistratie
Personen op het adres [adres], te Haarlem.
1 Het onderzoek ter terechtzitting
De rechtbank is op de hoogte van de vordering van de officier van justitie in de vorm
van een requisitoir. Ook heeft de rechtbank kennis genomen van het verweer van de
verdachte en zijn advocaat in de vorm van een pleitnota.
2 De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
Feit 1 primair: de verdachte heeft op 31 december 2016 tussen 05:20 uur en 05:25
uur in de Marktstraat ter hoogte van nummer 4 te Leiden door middel van braak in de
Volkswagen Golf met het kenteken [kenteken] zichzelf wederrechtelijk het
entertainmentsysteem toegeëigend. Hiermee heeft hij zich schuldig gemaakt aan
diefstal zoals in artikel 310 Sr beschreven staat. Deze diefstal is gepleegd met een
verzwarende omstandigheid namelijk braak die beschreven staat in artikel 311 lid 1
sub 5 Sr.
Feit 2 subsidiair: verdachte heeft omstreeks 05:20 uur en 05:25 uur in de Marktstraat
ter hoogte van nummer 4 te Leiden zich een entertainment systeem uit de
Volkswagen Golf met het kenteken [kenteken] wederrechtelijk toegeëigend.
Hiermee heeft hij zich schuldig gemaakt aan diefstal als in artikel 310 Sr.
Indien er in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze
verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
3 De voorvragen
Naar aanleiding van de formele vragen van artikel 348 Wetboek van Strafvordering,
heeft de rechtbank vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat het Openbaar
Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging, dat zij bevoegd is tot kennisneming van
deze zaak en dat er verder geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.