neuropsychologie
Created @March 24, 2025 10:36 AM
Class Cognitieve en neuropsychologie
Week 2.1
Cognitieve psychologie; Hoofdstuk 1
1.1 Situering van de cognitieve psychologie
Cognitieve psychologie = De wetenschappelijke studie van mentale processen
zoals waarneming, geheugen, aandacht, leren, denken en taal. Het is een
basisdiscipline van de psychologie.
1.1.1 Oorsprong van het woord
Het woord ‘psychologie’ komt uit het Grieks: psyché (ziel) en logos (leer) →
Leer van de ziel.
De term ‘cognitie’ stamt uit het Latijn: cognoscere (leren, kennen,
onderzoeken).
→ U. Neisser introduceerde de term ‘cognitive psychology’ in 1967, waarmee de
cognitieve psychologie als discipline stevig werd gevestigd.
1.1.2 Korte geschiedenis
Psychologie als wetenschap kende drie grote fasen:
Wijsgierige psychologie = Introspectie werd gebruikt als methode om het
mentale leven te bestuderen (bijvoorbeeld Freud).
Samenvatting cognitieve en neuropsychologie 1
, Gedragspsychologie = Behaviorisme, met een focus op observeerbaar gedrag
en stimulus-responsrelaties (bijvoorbeeld Skimmer).
Cognitieve revolutie = Terugkeer van mentale processen in de wetenschap,
waarbij de mens als informatieverwerker wordt gezien. Belangrijke namen: G.
Miller, N. Chomsky, J. Bruner, U. Neisser.
1.1.3 Visie op de mens
Er zijn twee dominantie visies op de mens:
Materialistisch-mechanistisch = De mens wordt beschouwd als een machine
waarbij gedrag verklaard kan worden in termen van fysische processen
(bijvoorbeeld hersenactiviteit).
Mentalistisch = De geest volgt andere wetten dan het lichaam, en bewustzijn
speelt een actieve rol in het menselijk gedrag.
De cognitieve psychologie neemt een tussenpositie in tussen deze twee visies.
1.2 Overzicht van het vakgebied
1.2.1 Overzicht van de psychologie
Psychologie omvat verschillende subdisciplines:
Biologische psychologie = Onderzoekt de invloed van het zenuwstelsel en
hormonen op gedrag.
Cognitieve psychologie = Bestudeert mentale processen zoals geheugen en
waarneming.
Ontwikkelingspsychologie = Richt zich op gedragsveranderingen door de
levensloop.
Persoonlijkheidspsychologie = Onderzoekt individuele verschillen in gedrag en
karakter.
Sociale psychologie = Bestudeert de invloed van sociale interactie op gedrag.
Methodenleer = Richt zich op de wetenschappelijke onderzoeksmethoden
binnen de psychologie.
Samenvatting cognitieve en neuropsychologie 2
, 1.2.2 Overzicht van de cognitieve psychologie
De cognitieve psychologie bestudeert de volgende kerngebieden:
Waarneming = Hoe we informatie uit de omgeving verwerken (top-down vs.
bottom-up verwerking).
Aandacht = Het selecteren en filteren van relevantie informatie.
Bewustzijn = Het vermogen om na te denken over eigen mentale processen.
Geheugen = Structuren zoals kortetermijn- en langetermijngeheugen (model
van Baddeley).
Intelligentie = De rol van IQ en verschillende intelligentiemodellen.
Leren = Klassieke en operante conditionering.
Denken = Probleemoplossing, redeneren en besluitvorming.
Taal = Taalverwerving en verwerking.
1.2.3 Verwante wetenschappen
Cognitieve psychologie staat in nauwe verbinding met andere wetenschappen:
Filosofie = Fundamentele vragen over kennis en bewustzijn.
Antropologie = Onderzoek naar culturele invloed op cognitie.
Computerwetenschap = Pogingen om menselijke intelligentie na te bootsen
met computers (kunstmatige intelligentie).
Linguïstiek = Studie van taal en taalontwikkeling.
1.3 Toepassing: pseudopsychologie
Pseudopsychologie omvat overtuigingen die zich voordoen als wetenschap, maar
niet voldaan aan wetenschappelijke standaarden.
Voorbeelden:
Mensenkennis = Op basis van intuïtie gevormde ideeën over gedrag.
Samenvatting cognitieve en neuropsychologie 3
, Parapsychologie = Onderzoek naar paranormale fenomenen zoals telepathie
en helderziendheid.
Ganzfeld-experimenten = Onderzoeken naar telepathie, die vaak geen
reproduceerbare resultaten opleveren.
Mind-reading = Onderzoekers scanden aan de hand van een fMRI, de
breinactiviteit van 130 proefpersonen terwijl deze een mentale taak uitvoerden
zoals het luidop lezen. Programma slaagde erin om te voorspellen welke
mentale taak de proefpersoon uitvoerde.
Hoofdstuk 3: Neuropsychologie in de praktijk
3.1 Inleiding
Beslissingen van neuropsychologen zijn gebaseerd op bewijzen vanuit
wetenschappelijke onderzoeken, klinische expertise en individuele behoeften van
de patiënt. Deze worden ingezet voor de diagnostiek en behandeling van
patiënten met hersenaandoeningen.
3.2 Werkveld
Ziekenhuis
Veel neuropsychologen zijn werkzaam binnen een ziekenhuis:
Algemeen ziekenhuis
Academisch ziekenhuis = Zorg is doorgaans nauw verweven met
wetenschappelijk onderzoek en is er een directe samenwerking met een
universiteit.
Categoraal ziekenhuis = Richt zich op een bepaalde doelgroep zoals epilepsie
of kanker.
Veel samenwerking met andere disciplines binnen het ziekenhuis
Algemene inzet: Patiënten groep met medische aandoening waarbij er direct of
indirect cognitieve stoornissen of klachten ontstaan als gevolg van deze
Samenvatting cognitieve en neuropsychologie 4