COMMUNICATIE EN
SAMENWERKING
Kennistoets 2.1
,Inhoudsopgave
CS 1.2: Gespreksvaardigheden: de basis.................................................................................................9
CS 1.3: Feedback...................................................................................................................................11
CS 1.4: Non-verbale communicatie, voorstellen en informeel contact................................................15
CS 1.5: Communicatie modellen en typen............................................................................................20
CS 2.1 Gespreksvaardigheden: vervolg.................................................................................................24
CS 2.2: Slechtnieuwsgesprek en adviesgesprek....................................................................................26
CS 2.3. / CS 2.4: Interculturele communicatie......................................................................................30
CS 2.6 / CS 2.7: Presenteren.................................................................................................................35
CS 2.8 Samenvatten en herhalen eerdere lessen.................................................................................36
1
,CS 1.1 Inleiding, waarnemen en
interpreteren
kwaliteiten en valkuilen noemen om actief te luisteren
onderscheid maken tussen je waarneming en je interpretatie
factoren benoemen die het proces tussen waarnemen en interpreteren beïnvloeden
Interactiviteit
hoe gelijk het verdeelt is, de interactie tussen twee personen
Context
hoe/waar ben je, veel geluid op de achtergrond waardoor je elkaar niet goed
verstaat, heb je tijd om naar iemand te luisteren.
Afstand
kan letterlijk en figuurlijk (relatie tot die persoon)
Onderscheid tussen je waarneming en je interpretatie
o Waarnemen -> puur wat je ziet
o Interpretatie -> hoe het bij je binnenkomt, de waarde die je er aan
hecht, hoe jij denkt dat het zit.
Factoren benoemen die het proces tussen waarnemen en interpreteren
beïnvloeden
o Eerdere situaties die zorgen voor een vooroordeel. Eigen normen
en waarden.
2
, Communicatie = Contact, gemeenschap, verbinding, verkeer
Omvat al het gedrag waardoor mensen elkaar informatie kunnen geven.
Verbaal vs non-verbaal
manier waarop je iets zegt, lichaamstaal, afstand tot elkaar
Interactiviteit
tweezijdig/eenzijdig
Context
waar wordt er gesproken, wat is de relatie tussen zender ontvanger etc.
Afstand tot de ander
publieke zone, sociale zone, persoonlijke zone, intieme zone
Horen is waarnemen
Luisteren is meer, is actiever -> doel om informatie te verzamelen
Waarnemen:
1. Met het oog, het oor enz. gewaarworden
2. In acht nemen; benutten
3. Vervullen, bekleden
Om iemand te kunnen helpen of adviseren moet je:
een vertrouwensrelatie met hem (of haar) kunnen aangaan;
hem in zijn situatie goed kunnen begrijpen;
hem helpen zichzelf en zijn situatie te begrijpen;
samen zoeken naar oplossingen en daar de beste uitkiezen;
ook voor jezelf blijven opkomen;
in het contact een voorbeeld zijn.
Elementaire sociale vaardigheden
observeren 1 waarnemen en
interpreteren
2 non-verbaal gedrag
3 luisteren
4 samenvatten
exploreren 5 vragen stellen
6 concretiseren
7 mening vragen/geven
8 omgaan met gevoelens
reageren 9 feedback geven/ontvangen
3