College 1
Waarom heeft de overheid een rol?
Fundamentele en eeuwenoude waarden overheidsbeleid
Handhaven van recht en vrede, bescherming tegen vijanden.
Bevorderen gerechtigheid en gericht op algemeen belang.
Zorg voor het welzijn van alle burgers.
Het kwaad bestrijden, corruptie tegengaan.
Uitbuiting van de zwakken door de sterken voorkomen.
Rechtvaardige verdeling materiële en immateriële goederen.
Bevorderen geluk alle burgers: gelijkheid en vrijheid.
(Grond)wettelijke basis
Vrijheden en bescherming van burgers zijn vastgelegd in grondrechten, zoals recht op
privacy, huisrecht, briefgeheim en onaantastbaarheid van het lichaam, etc.
Bevoegdheden van de overheid om vrijheden van burgers in te perken ten gunste van de
algemene vrijheid zijn wettelijk vastgelegd Legaliteitsbeginsel:
o Beperking van vrijheden alleen op grondwettelijke basis.
o Instemming van de volksvertegenwoordiging = democratische legitimatie
Oorsprong van beleid
Bevoegdheden van overheden
Vastgelegd in de Grondwet en formele wetten.
Ministeries, decentrale overheden en uitvoerende overheidsorganisaties vaardigen op basis
van deze (grond)wetten regels uit en stellen (veiligheids)beleid vast
o Bijvoorbeeld via:
o Gemeentewet
o Wet Veiligheidsregio’s
o Algemene Maatregel van Bestuur (AmvB)
o Politiewet 2012
Drie onderdelen van beleid
‘’Beleid is het streven naar het bereiken van bepaalde doeleinden met bepaalde middelen en
bepaalde tijdskeuzes.’’
Een doel is: een wens die een persoon of groep heeft besloten te verwezenlijken.
Kenmerken:
Intern of extern beleid
Eenmalig of permanent beleid
Precisie, ambitieniveau, prioriteit en urgentie
Of hebben de officiële doelen:
Soms symbolische betekenis
Soms expres lage ambitie
Soms bewust vaag geformuleerd
Soms tegenstrijdigheden
Middelen: al datgene dat een actor gebruikt of kan gebruiken om het bereiken van één of meerdere
doelen te bevorderen.
Directe of indirecte instrumenten
Gedragsverandering of product
Tijd
1
, Tijdstip, tempo, tijdsvolgorde
Het beleidsproces
Maatschappelijke problemen
Wanneer is het een probleem?
Is het voor iedereen een probleem? verschillende perspectieven op het probleem
Complexe en eenvoudige problemen
Agenderen: op de agenda zetten
Beleidsvoorbereiding: ontwerpen van beleid
Beleidsbepaling: bepaling van het beleid
Uitvoering van beleid: het uitvoeren van het beleid
Beleidshandhaving: het handhaven van het beleid
Beleidsevaluatie: zijn de doelen bereikt?
College 2
Wie is verantwoordelijk voor het veiligheidsbeleid?
Veiligheidsbeleid op drie bestuurlijke niveaus:
1. Lokaal = gemeente; wijken en buurten
2. Regionaal = provincie, veiligheidsregio, politieregio
3. Nationaal = Rijksoverheid, landelijke eenheid Nationale Politie
Lokaal veiligheidsbeleid
Gemeentelijke context
Meer taken gekregen, vaak gepaard met minder geld
Regionale samenwerking tussen gemeenten vaak noodzakelijk en soms verplicht om taken
goed en efficiënt uit te kunnen voeren.
Gemeenten stellen lokaal veiligheidsbeleid vast:
APV en Integraal Veiligheidsplan (IVP) met prioriteiten.
Handhaven openbare orde en veiligheid voeren regie op lokale veiligheidsaanpak kennen eigen
wijken en lokale veiligheidspartners.
Regionaal veiligheidsbeleid
2