Systematisch Management Problemen Oplossen
Hans Heerkens en Arnold van Zwinden
,1. Raamwerk voor de beste oplossing
1.1 De kenmerken van de Algemene Bedrijfskundige Probleemaanpak (ABP)
De kenmerken van ABP zijn:
• Een creatieve en systematisch benadering vullen elkaar aan.
• De ABP kent zeven fasen.
• De oplossingsmethode is overal bruikbaar.
• De problemen worden in hun context aangepakt.
• Problemen worden uitgedrukt in variabelen.
• Onderzoek en het oplossen van problemen komen samen.
1.2 De systematische of de creatieve benadering?
Met een systematische aanpak zoek je stapsgewijs naar een goede en werkbare oplossing. Een
creatieve aanpak kan veel opleveren, maar de kans op een mislukking is relatief groot.
De Algemene Bedrijfskundige Probleemaanpak maakt het mogelijk om noodzakelijke creatieve
uitstapjes te maken binnen een systematische benadering van een probleem. De systematische en
creatieve benadering vullen elkaar aan. De creatieve benadering komt vooral terug in de eerste vier
fasen.
1.3 De fasen van de Algemene Bedrijfskundige Probleemaanpak
ABP is ook bekend als Management Problem Solving Method (MPSM) en bestaat uit zeven fasen:
1. Je gaat kijken wat het probleem precies is.
2. Je werkt je aanpak uit.
3. Je analyseert het probleem en stelt vragen.
4. Je bedenkt oplossingen (het liefst meer dan één).
5. Je kiest de beste oplossing.
6. Je voert je oplossing uit.
7. Je kijkt of je oplossing heeft gewerkt.
1.4 De methode is overal te gebruiken
De ABP is een algemene methode die in meerdere situaties voor verschillende problemen in alle
vakgebieden is toe te passen.
1.5 Problemen op maat
Bij veel oplossingsmethoden telt alleen de oplossing van het probleem in technische zin.
Machtsfactoren komen via de ABP expliciet aan de orde. Via ABP staat het probleem niet op zichzelf.
Het is een probleem in de context van de organisatie en leidt daardoor naar een oplossing die precies
past.
1.6 Variabelentaal
Bij de ABP druk je de werkelijkheid uit in variabelen en niets anders. Door de variabelen te
formuleren kom je inconsistenties in de analyses gemakkelijk op het spoor. De realiteit bestaat uit
meer dan variabelen, maar de ABP beperkt zich toch alleen tot de variabelentaal (= een probleem,
en dus ook de werkelijkheid, wordt alleen uitgedrukt in variabelen). De reden daarvoor is: wat je niet
kunt uitdrukken in variabelen, draag niet bij aan de oplossing en is dus ook geen probleem. Actoren
(mensen, organisaties, etc.) worden dus buiten beschouwing gelaten. Voorbeelden van variabelen
, zijn: productiviteit, winst, etc. Indicatoren zijn soms nodig om variabelen meetbaar te maken. Een
probleem heeft één variabele.
1.7 Raamwerk
Je moet de fasen van de aanpak globaal kennen als een ‘raamwerk’. Vervolgens kun je aan elke fase
zelf invulling geven d.m.v. eigen modellen, technieken, methoden, etc.
1.8 Ontwerp en onderzoek bij elkaar
Bij ABP komen ontwerp (oplossen van praktijkproblemen) en onderzoek (kennis over het probleem)
bij elkaar.
2. Probleem zonder zorgen
2.1 Soorten problemen
Bij managementproblemen gaat het om iets dat je niet bevalt of iets dat je niet weet. Er zijn twee
soorten problemen: een kennisprobleem en handelingsprobleem.
2.2 het probleem als analytisch begrip
Bij managers is een probleem geen tragische gebeurtenis, maar iets dat ze gaan aanpakken. Opzoek
naar onbekende oorzaken. Met een neutrale blik en zonder zorgen wordt een ‘probleem’ een
analytisch begrip. Het is iets wat je niet bevalt (handelingsprobleem) of iets dat je niet weet
(kennisprobleem).
2.3 Het handelingsprobleem
Er is sprake van een handelingsprobleem wanneer de werkelijkheid afwijkt van je norm. De echte
definitie is: een handelingsprobleem is een door de probleemhebber waargenomen discrepantie
tussen de norm en realiteit.
Discrepantie is het verschil (twee zaken komen niet overeen). In dit geval verschil/discrepantie
tussen de norm en de realiteit.
Je kunt opzoek naar een oplossing voor de werkelijkheid zodat je weer voldoet aan de norm of je
kunt de norm verlagen naar de werkelijkheid om het handelingsprobleem op te lossen.
De probleemhebber is de persoon, de groep of organisatie die het probleem ervaart.
Handelingsproblemen kun je oplossen met behulp van ABP:
1. De probleemidentificatie.
2. Het formuleren van de probleemaanpak.
3. De probleemanalyse.
4. De formulering van alternatieve oplossingen.
5. Het kiezen van een oplossing.
6. De implementatie van de oplossing.
7. De evaluatie van de oplossing.
Hans Heerkens en Arnold van Zwinden
,1. Raamwerk voor de beste oplossing
1.1 De kenmerken van de Algemene Bedrijfskundige Probleemaanpak (ABP)
De kenmerken van ABP zijn:
• Een creatieve en systematisch benadering vullen elkaar aan.
• De ABP kent zeven fasen.
• De oplossingsmethode is overal bruikbaar.
• De problemen worden in hun context aangepakt.
• Problemen worden uitgedrukt in variabelen.
• Onderzoek en het oplossen van problemen komen samen.
1.2 De systematische of de creatieve benadering?
Met een systematische aanpak zoek je stapsgewijs naar een goede en werkbare oplossing. Een
creatieve aanpak kan veel opleveren, maar de kans op een mislukking is relatief groot.
De Algemene Bedrijfskundige Probleemaanpak maakt het mogelijk om noodzakelijke creatieve
uitstapjes te maken binnen een systematische benadering van een probleem. De systematische en
creatieve benadering vullen elkaar aan. De creatieve benadering komt vooral terug in de eerste vier
fasen.
1.3 De fasen van de Algemene Bedrijfskundige Probleemaanpak
ABP is ook bekend als Management Problem Solving Method (MPSM) en bestaat uit zeven fasen:
1. Je gaat kijken wat het probleem precies is.
2. Je werkt je aanpak uit.
3. Je analyseert het probleem en stelt vragen.
4. Je bedenkt oplossingen (het liefst meer dan één).
5. Je kiest de beste oplossing.
6. Je voert je oplossing uit.
7. Je kijkt of je oplossing heeft gewerkt.
1.4 De methode is overal te gebruiken
De ABP is een algemene methode die in meerdere situaties voor verschillende problemen in alle
vakgebieden is toe te passen.
1.5 Problemen op maat
Bij veel oplossingsmethoden telt alleen de oplossing van het probleem in technische zin.
Machtsfactoren komen via de ABP expliciet aan de orde. Via ABP staat het probleem niet op zichzelf.
Het is een probleem in de context van de organisatie en leidt daardoor naar een oplossing die precies
past.
1.6 Variabelentaal
Bij de ABP druk je de werkelijkheid uit in variabelen en niets anders. Door de variabelen te
formuleren kom je inconsistenties in de analyses gemakkelijk op het spoor. De realiteit bestaat uit
meer dan variabelen, maar de ABP beperkt zich toch alleen tot de variabelentaal (= een probleem,
en dus ook de werkelijkheid, wordt alleen uitgedrukt in variabelen). De reden daarvoor is: wat je niet
kunt uitdrukken in variabelen, draag niet bij aan de oplossing en is dus ook geen probleem. Actoren
(mensen, organisaties, etc.) worden dus buiten beschouwing gelaten. Voorbeelden van variabelen
, zijn: productiviteit, winst, etc. Indicatoren zijn soms nodig om variabelen meetbaar te maken. Een
probleem heeft één variabele.
1.7 Raamwerk
Je moet de fasen van de aanpak globaal kennen als een ‘raamwerk’. Vervolgens kun je aan elke fase
zelf invulling geven d.m.v. eigen modellen, technieken, methoden, etc.
1.8 Ontwerp en onderzoek bij elkaar
Bij ABP komen ontwerp (oplossen van praktijkproblemen) en onderzoek (kennis over het probleem)
bij elkaar.
2. Probleem zonder zorgen
2.1 Soorten problemen
Bij managementproblemen gaat het om iets dat je niet bevalt of iets dat je niet weet. Er zijn twee
soorten problemen: een kennisprobleem en handelingsprobleem.
2.2 het probleem als analytisch begrip
Bij managers is een probleem geen tragische gebeurtenis, maar iets dat ze gaan aanpakken. Opzoek
naar onbekende oorzaken. Met een neutrale blik en zonder zorgen wordt een ‘probleem’ een
analytisch begrip. Het is iets wat je niet bevalt (handelingsprobleem) of iets dat je niet weet
(kennisprobleem).
2.3 Het handelingsprobleem
Er is sprake van een handelingsprobleem wanneer de werkelijkheid afwijkt van je norm. De echte
definitie is: een handelingsprobleem is een door de probleemhebber waargenomen discrepantie
tussen de norm en realiteit.
Discrepantie is het verschil (twee zaken komen niet overeen). In dit geval verschil/discrepantie
tussen de norm en de realiteit.
Je kunt opzoek naar een oplossing voor de werkelijkheid zodat je weer voldoet aan de norm of je
kunt de norm verlagen naar de werkelijkheid om het handelingsprobleem op te lossen.
De probleemhebber is de persoon, de groep of organisatie die het probleem ervaart.
Handelingsproblemen kun je oplossen met behulp van ABP:
1. De probleemidentificatie.
2. Het formuleren van de probleemaanpak.
3. De probleemanalyse.
4. De formulering van alternatieve oplossingen.
5. Het kiezen van een oplossing.
6. De implementatie van de oplossing.
7. De evaluatie van de oplossing.
