H2 Bouwstenen van stoffen
2.1 Periodiek systeem
Microniveau= Niveau van deeltjes waaruit een stof is opgebouwd.
Macroniveau= Niveau waarop je dingen waarneemt.
Rutherford: Opbouw van molecuul
Experiment: Positief geladen deeltjes op goudfolie schieten: dwars door goudfolie heen (1911)
Bouwde nieuw atoommodel:
- Atoomkern = Positief
o Protonen(p)= Positief geladen
o Neutronen(n)= Zijn neutraal
- Elektronen(e) = Negatief, bewegen om kern heen (elektronenwolk)
Atoomnummer= Aantal protonen in de kern, bepaald welke atoomsoort het is.
Massagetal= Aantal delen in de kern (protonen + neutronen)
- Aantal protonen = aantal elektronen
Elektrische lading van proton elektron uitdrukken in coulomb
Coulomb (1,6·10-19 ) = elementaire ladingseenheid of elementair ladingskwantum
Isotoop= Atoom met zelfde element (symbool), maar andere massa(getal)
zelfde aantal protonen, verschillend aantal neutronen
Bohr: Elektronenschillen
Elektronenschillen= Elektronen bewegen in banen rond kern.
- In zelfde schil = zelfde gemiddelde afstand tot de kern
Elektronenconfiguratie= Verdeling van elektronen in elektronenschillen
- Schillen hebben rangnummer: zie schema hieronder
Dimitri Mendelejev: Periodiek systeem (binas tabel 99)
Periodiek systeem= Rangschikking atoomsoorten naar toenemend atoomnummer.
Atoomsoorten die chemisch op elkaar lijken staan onder elkaar / in een groep
- Periode= Horizontale rij in periodiek systeem (7) Geeft aantal schillen aan
- Groep= Verticale kolom in periodiek systeem (18) Aantal elektronen buitenste schil
- Metalen= Geel gekleurde hokjes
- Niet-metalen=Rood gekleurde hokjes
- Metalloïden= Blauwgekleurde hokjes,
Groepen:
- Groep 1: De alkalimetalen
- Groep 2: De aardalkalimetalen
- Groep 17: De halogenen
- Groep 18: De edelgassen
, 2.2 Ionen
Atomen hebben even veel protonen als elektronen elektrisch neutraal
- Samenstelling atoomkern verander niet, samenstelling elektronenwolk wel.
Positief ion: Een atoom staat een elektron uit de buitenste schil af. (1+)
- Lading protonen is meer dan lading elektronen
Negatief ion: Een atoom neemt een elektron in de buitenste schil. (2-)
- Lading elektronen is meer dan lading protonen
Elektrovalentie= Geeft aan hoeveel elektronen een atoom op kan nemen of af kan staan.
Atomen uit zelfde groep = zelfde elektrovalentie: Zelfde lading
- Metaalatomen = Positieve elektrovalenties,
o Naam = metaal + ion (Na+ = natriumion).
- Niet-metaal atomen=Negatieve elektrovalenties,
o naam = niet-metaal + ide-ion (Br- = bromide-ion)
Valentie-elektronen= De elektronen in de buitenste schil (betrokken bij opnemen/afstaan)
Atomen met zelfde aantal valentie-elektronen: Gemeenschappelijke eigenschappen
Gilbert Lewis (1916): Octeregel
Octeregel: Atomen streven door opnemen/afstaan/delen van elektronen naar acht elektronen in de
buitenste schil (octet). (ook wel edelgasconfiguratie)
2.1 Periodiek systeem
Microniveau= Niveau van deeltjes waaruit een stof is opgebouwd.
Macroniveau= Niveau waarop je dingen waarneemt.
Rutherford: Opbouw van molecuul
Experiment: Positief geladen deeltjes op goudfolie schieten: dwars door goudfolie heen (1911)
Bouwde nieuw atoommodel:
- Atoomkern = Positief
o Protonen(p)= Positief geladen
o Neutronen(n)= Zijn neutraal
- Elektronen(e) = Negatief, bewegen om kern heen (elektronenwolk)
Atoomnummer= Aantal protonen in de kern, bepaald welke atoomsoort het is.
Massagetal= Aantal delen in de kern (protonen + neutronen)
- Aantal protonen = aantal elektronen
Elektrische lading van proton elektron uitdrukken in coulomb
Coulomb (1,6·10-19 ) = elementaire ladingseenheid of elementair ladingskwantum
Isotoop= Atoom met zelfde element (symbool), maar andere massa(getal)
zelfde aantal protonen, verschillend aantal neutronen
Bohr: Elektronenschillen
Elektronenschillen= Elektronen bewegen in banen rond kern.
- In zelfde schil = zelfde gemiddelde afstand tot de kern
Elektronenconfiguratie= Verdeling van elektronen in elektronenschillen
- Schillen hebben rangnummer: zie schema hieronder
Dimitri Mendelejev: Periodiek systeem (binas tabel 99)
Periodiek systeem= Rangschikking atoomsoorten naar toenemend atoomnummer.
Atoomsoorten die chemisch op elkaar lijken staan onder elkaar / in een groep
- Periode= Horizontale rij in periodiek systeem (7) Geeft aantal schillen aan
- Groep= Verticale kolom in periodiek systeem (18) Aantal elektronen buitenste schil
- Metalen= Geel gekleurde hokjes
- Niet-metalen=Rood gekleurde hokjes
- Metalloïden= Blauwgekleurde hokjes,
Groepen:
- Groep 1: De alkalimetalen
- Groep 2: De aardalkalimetalen
- Groep 17: De halogenen
- Groep 18: De edelgassen
, 2.2 Ionen
Atomen hebben even veel protonen als elektronen elektrisch neutraal
- Samenstelling atoomkern verander niet, samenstelling elektronenwolk wel.
Positief ion: Een atoom staat een elektron uit de buitenste schil af. (1+)
- Lading protonen is meer dan lading elektronen
Negatief ion: Een atoom neemt een elektron in de buitenste schil. (2-)
- Lading elektronen is meer dan lading protonen
Elektrovalentie= Geeft aan hoeveel elektronen een atoom op kan nemen of af kan staan.
Atomen uit zelfde groep = zelfde elektrovalentie: Zelfde lading
- Metaalatomen = Positieve elektrovalenties,
o Naam = metaal + ion (Na+ = natriumion).
- Niet-metaal atomen=Negatieve elektrovalenties,
o naam = niet-metaal + ide-ion (Br- = bromide-ion)
Valentie-elektronen= De elektronen in de buitenste schil (betrokken bij opnemen/afstaan)
Atomen met zelfde aantal valentie-elektronen: Gemeenschappelijke eigenschappen
Gilbert Lewis (1916): Octeregel
Octeregel: Atomen streven door opnemen/afstaan/delen van elektronen naar acht elektronen in de
buitenste schil (octet). (ook wel edelgasconfiguratie)