EEN INLEIDING IN DE PSYCHOLOGIE
HOOFDSTUK 1: OM TE BEGINNEN
WHAT’S IN A NAME?
Psychologie = De wetenschappelijke studie van de mentale processen en van het gedrag.
BELANG VAN KRITISCH DENKEN
Kritisch denken → vereist om de wetenschappelijke psychologie te onderscheiden van andere kennis.
FREUD EN PSYCHOLOGIE
Sigmuund Freud
• Geen geneesheer en geen psycholoog
• Psychoanalyse → psychoanalist
• Freudprobleem = De associatie van psychologie met de psychoanalyse.
EEN BEKNOPT HISTORISCH OVERZICHT
1878 opende Wilhelm Wundt het eerste laboratorium voor experimentele psychologie.
De wetenschappelijk psychologie vindt haar wortels in de Filosofie en Fysiologie/Neurologie. Zo krijg je het
tweevoudige karakter:
• Geestewetenschappelijke onderzoeksmethoden (waarin verklaring centraal staat)
• Positief-wetenschappelijke onderzoeksmethoden (waarin predictie centraal staat)
In de filosofische traditie wordt psychologie geassocieerd met de studie van de geest. Hierbij zijn er 2
strekkingen te onderscheiden.
• Rationalisme (lichaam en geest gescheiden identiteiten)
→ Geen principieel niet objectief kon bestudeerd worden
• Empirisme en associationisme
→ geldige kennis kon enkel verkregen worden via onbevooroordeelde zintuiglijke kennis.
Dit heeft een weg vrijgemaakt voor de wetenschappelijke psychologie, gebaseerd op systematisch empirisch
onderzoek.
De eerste psychologen beschouwden het bewustzijn als het principale object. Rond de 20e eeuw pleiten
sommigen voor het bestuderen van het onderbewustzijn. Na de tweede wereldoorlog, werd de psychologie
gedefinieerd als een gedragswetenschap, die enkel objectief waarneembaar gedrag mocht bestuderen.
Het behaviorisme veroverd de wereld, de vader B.F. Skinner. Behaviorisme = Het achterhalen van verbanden
tussen stimulus en respons, en waarbij de studie van mentale processen als onwetenschappelijk word
beschouwd.
• Dierengedrag = mensengedrag
De opkomst van de computer: 1960. De cognitieve psychologie komt in the picture. Cognitieve psychologie =
De studie van de manier waarop wij informatie verwerken.
Onder de invloed van de biomedische wetenschappen komt de Neurowetenschappen om de hoek kijken
(recent). Neurowetenschappen = het gedrag en de mentale processen in nauwer verband te zien.
1
, METHODOLOGISCHE EISEN VOOR WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
1. Systematisch empirisch
• Vertrekt van sensorische ervaringen en systematische observaties als onderzoeksgegevens
• Wetenschappelijke kennis laat zich leiden door het systematisch waarnemen van de werkelijkheid.
• Vertrouwd niet op gezagsargumenten
→ Hoe bekend een wetenschapper ook is, kan hij de wetenschappelijke gemeenschap NIET overtuigen
van zijn inzichten zonder empirisch verzamelde evidentie voor zijn beweringen te geven. Gebrek aan
systematisch empirisch onderzoek kan leiden tot wetenschappelijke dwalingen.
Voorbeeld P. 22
2. (Publiek) verifieerbare kennis
• Repliceerbaar (zelfde procedure = zelfde resultaten)
→ Een bevinding van een onderzoeker kan pas wetenschappelijk aanvaard worden wanneer anderen
zijn observaties kunnen overdoen na het toepassen van dezelfde procedure.
• Peer review (voor publicatie, werk moet beoordeeld zijn door een aantal collega’s werkzaam in
hetzelfde onderzoeksdomein.
3. Toepasbare thoerieën (hypothesen) en uitspraken
• Stellingen moeten falsifieerbaar zijn
→ Het moet principieel mogelijk zijn om aan te tonen dat de uitspraak foutief is.
KARL POPPER : ALLE ZWANEN ZIJN WIT : WITTE ZWANEN KUNNEN DIT NOOIT 100% VERIFIËREN MAAR 1 ZWARTE ZWAAN KAN
DIT WEL ONTKRACHTEN .
Voorbeelden P. 24
(Wat wel of niet onderzoekbaar is, kan door de tijd heen wel veranderen.)
VAN KENNIS TOT WETENSCHAPPELIJKE WET
Nieuwe theorieën over observeerbare fenomenen:
Een theorie geeft een relatie tussen een set van concepten die gebruikt worden om data of gegevens te
verklaren en voorspellingen te maken over resultaten van een empirische studie.
Een hypothese is een specifieke voorspelling afgeleid van een theorie, toegepast in de context van een
concreet onderzoek.
Als data de hypothese tegenspreken, moet er een nieuwe theorie ontwikkeld worden die de data wel kan
verklaren. → Door aanpassing van een theorie komt men dichter bij de werkelijkheid. Kennis is steeds
voorlopig.
Als er een relatie tussen verschillende variabelen frequent geconfirmeerd is, spreken we van een
wetenschappelijke wet.
7 TYPES VAN ONDERZOEKSMETHODEN
De psychologie neemt als wetenschap een bijzondere plaats in: Het gedrag kan zowel op een
positiefwetenschappelijke manier als geesteswetenschappelijke methoden bestudeerd worden.
1. Naturalistische observatie
• Een observatiestudie buiten het laboratorium, in de natuurlijke situatie.
• In een real-life omgeving niet-gemanipuleerd gedrag observeren.
2
HOOFDSTUK 1: OM TE BEGINNEN
WHAT’S IN A NAME?
Psychologie = De wetenschappelijke studie van de mentale processen en van het gedrag.
BELANG VAN KRITISCH DENKEN
Kritisch denken → vereist om de wetenschappelijke psychologie te onderscheiden van andere kennis.
FREUD EN PSYCHOLOGIE
Sigmuund Freud
• Geen geneesheer en geen psycholoog
• Psychoanalyse → psychoanalist
• Freudprobleem = De associatie van psychologie met de psychoanalyse.
EEN BEKNOPT HISTORISCH OVERZICHT
1878 opende Wilhelm Wundt het eerste laboratorium voor experimentele psychologie.
De wetenschappelijk psychologie vindt haar wortels in de Filosofie en Fysiologie/Neurologie. Zo krijg je het
tweevoudige karakter:
• Geestewetenschappelijke onderzoeksmethoden (waarin verklaring centraal staat)
• Positief-wetenschappelijke onderzoeksmethoden (waarin predictie centraal staat)
In de filosofische traditie wordt psychologie geassocieerd met de studie van de geest. Hierbij zijn er 2
strekkingen te onderscheiden.
• Rationalisme (lichaam en geest gescheiden identiteiten)
→ Geen principieel niet objectief kon bestudeerd worden
• Empirisme en associationisme
→ geldige kennis kon enkel verkregen worden via onbevooroordeelde zintuiglijke kennis.
Dit heeft een weg vrijgemaakt voor de wetenschappelijke psychologie, gebaseerd op systematisch empirisch
onderzoek.
De eerste psychologen beschouwden het bewustzijn als het principale object. Rond de 20e eeuw pleiten
sommigen voor het bestuderen van het onderbewustzijn. Na de tweede wereldoorlog, werd de psychologie
gedefinieerd als een gedragswetenschap, die enkel objectief waarneembaar gedrag mocht bestuderen.
Het behaviorisme veroverd de wereld, de vader B.F. Skinner. Behaviorisme = Het achterhalen van verbanden
tussen stimulus en respons, en waarbij de studie van mentale processen als onwetenschappelijk word
beschouwd.
• Dierengedrag = mensengedrag
De opkomst van de computer: 1960. De cognitieve psychologie komt in the picture. Cognitieve psychologie =
De studie van de manier waarop wij informatie verwerken.
Onder de invloed van de biomedische wetenschappen komt de Neurowetenschappen om de hoek kijken
(recent). Neurowetenschappen = het gedrag en de mentale processen in nauwer verband te zien.
1
, METHODOLOGISCHE EISEN VOOR WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
1. Systematisch empirisch
• Vertrekt van sensorische ervaringen en systematische observaties als onderzoeksgegevens
• Wetenschappelijke kennis laat zich leiden door het systematisch waarnemen van de werkelijkheid.
• Vertrouwd niet op gezagsargumenten
→ Hoe bekend een wetenschapper ook is, kan hij de wetenschappelijke gemeenschap NIET overtuigen
van zijn inzichten zonder empirisch verzamelde evidentie voor zijn beweringen te geven. Gebrek aan
systematisch empirisch onderzoek kan leiden tot wetenschappelijke dwalingen.
Voorbeeld P. 22
2. (Publiek) verifieerbare kennis
• Repliceerbaar (zelfde procedure = zelfde resultaten)
→ Een bevinding van een onderzoeker kan pas wetenschappelijk aanvaard worden wanneer anderen
zijn observaties kunnen overdoen na het toepassen van dezelfde procedure.
• Peer review (voor publicatie, werk moet beoordeeld zijn door een aantal collega’s werkzaam in
hetzelfde onderzoeksdomein.
3. Toepasbare thoerieën (hypothesen) en uitspraken
• Stellingen moeten falsifieerbaar zijn
→ Het moet principieel mogelijk zijn om aan te tonen dat de uitspraak foutief is.
KARL POPPER : ALLE ZWANEN ZIJN WIT : WITTE ZWANEN KUNNEN DIT NOOIT 100% VERIFIËREN MAAR 1 ZWARTE ZWAAN KAN
DIT WEL ONTKRACHTEN .
Voorbeelden P. 24
(Wat wel of niet onderzoekbaar is, kan door de tijd heen wel veranderen.)
VAN KENNIS TOT WETENSCHAPPELIJKE WET
Nieuwe theorieën over observeerbare fenomenen:
Een theorie geeft een relatie tussen een set van concepten die gebruikt worden om data of gegevens te
verklaren en voorspellingen te maken over resultaten van een empirische studie.
Een hypothese is een specifieke voorspelling afgeleid van een theorie, toegepast in de context van een
concreet onderzoek.
Als data de hypothese tegenspreken, moet er een nieuwe theorie ontwikkeld worden die de data wel kan
verklaren. → Door aanpassing van een theorie komt men dichter bij de werkelijkheid. Kennis is steeds
voorlopig.
Als er een relatie tussen verschillende variabelen frequent geconfirmeerd is, spreken we van een
wetenschappelijke wet.
7 TYPES VAN ONDERZOEKSMETHODEN
De psychologie neemt als wetenschap een bijzondere plaats in: Het gedrag kan zowel op een
positiefwetenschappelijke manier als geesteswetenschappelijke methoden bestudeerd worden.
1. Naturalistische observatie
• Een observatiestudie buiten het laboratorium, in de natuurlijke situatie.
• In een real-life omgeving niet-gemanipuleerd gedrag observeren.
2